bpr dagvaardingsprocedure

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
RechtenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

herhaling
  • wat zijn kosten griffierecht?
  • welke andere kosten in een procedure heb je meer nog naast deze en de advocaatkosten?
  • in welk artikel staat wie er moet betalen bij verlies van de procedure?
  • welke 2 soorten procedures zijn er in het civiel recht?
  • wat zijn de 2 functies van een dagvaarding?  
  • wat is de rol van de deurwaarder bij de dagvaarding?
  • hoe heet de akte die de deurwaarder maakt van de betekening?

Slide 2 - Tekstslide

De start en verder verloop van de dagvaardingsprocedure


Hoe ziet de start van de dagvaardingsprocedure er nu uit bij de civiele kamer van de rechtbank?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

in welke rechterlijke instantie in 1e aanleg wordt er gewerkt met de rol?
A
kanton
B
civiele kamer
C
beiden

Slide 8 - Quizvraag

Waar is de conclusie van antwoord voor bedoeld?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de juiste volgorde in een standaard dagvaardingsprocedure?
A
dagvaarding- conclusie van antwoord -vonnis
B
dagvaarding- comparitie - vonnis
C
dagvaarding- comparitie-conclusie van antwoord -vonnis
D
dagvaarding- conclusie van antwoord - comparitie - vonnis

Slide 10 - Quizvraag

Tekst
dagvaarding
Concl. van Antw.
comparitie
eiser
gedaagde

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Tekstslide

vorige les
hoe start je een procedure bij de rechtbank?
hoe heet de rechter die bepaalt wanneer er een nieuwe proceshandeling plaatsvindt?
 Met welk stuk reageert de gedaagde op de dagvaarding?
hoe noem je de zitting na die daarna volgt?
met welke 2 schriftelijke proceshandelingen kan een procedure nog worden uitgebreid?
Wie doet welke proceshandeling?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Noem 2 uitbreidingen van een procedure

Slide 15 - Open vraag

Zet zelf in de juiste volgorde:
vonnis
comparitie
conclusie van dupliek
conclusie van antwoord
conclusie van repliek
dagvaarding

Slide 16 - Open vraag

zet nu de juiste partij (eiser en/of gedaagde) erbij. De volgorde klopt al:
1. dagvaarding
2. conclusie van antwoord
3. comparitie
4. conclusie van repliek
5. conclusie van dupliek

Slide 17 - Open vraag

Bij welke instantie mag je mondeling reageren op de dagvaarding in plaats van met een schriftelijke conclusie van antwoord?
A
kanton
B
civiele kamer rechtbank
C
gerechtshof
D
hoge raad

Slide 18 - Quizvraag

Als je je bij een procedure bij de kantonrechter wel door iemand laat vertegenwoordigen, hoe heet deze persoon dan?
A
vertegenwoordiger
B
verdediger
C
gemachtigde
D
advocaat

Slide 19 - Quizvraag

Marc uit Breda heeft een aanrijding gehad in Den Bosch met Merel uit Utrecht. Merel gaf volgens Marc geen voorrang maar Merel ontkent dit en is niet bereidt de schade a 1000,- aan de auto van marc te vergoeden. Marc schakelt Advocaat Fritsen in die een procedure start tegen Merel die ook een advocaat heeft ingeschakeld genaamd Pietersen.
a. bij welke rechter start de procedure?
b. waar kan de procedure worden gestart?
c. hebben beide partijen hier ook verplicht een advocaat voor nodig?

Slide 20 - Open vraag

Marc heeft een aanrijding gehad met Merel in Den Bosch. Merel gaf volgens Marc geen voorrang maar Merel ontkent dit en is niet bereidt de schade a 1000,- aan de auto van marc te vergoeden. Marc schakelt Advocaat Fritsen in die een procedure start tegen Merel die ook een advocaat heeft ingeschakeld genaamd Pietersen. Partijen krijgen 2x een schriftelijke ronde om te reageren voordat de rechter het vonnis neemt.
a. Geef aan wie de eiser is en wie de gedaagde
b. geef de 4 proceshandelingen van partijen aan met daarbij wie deze doet

Slide 21 - Open vraag