OEFENTOETS INDEXCIJFERS

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

RIC = NIC/PIC x 100
De nominale waarde van een vermogen stijgt met 3%. De inflatie is 2%. Bereken het reëel indexcijfer.

1. RIC = 103/102 x 100 = 100,98
2. RIC = 103/98 x 100 = 105,1
3. RIC = 102/103 x 100 = 99,03

Wat is het indexcijfer van de exportwaarde in 2015? (2011 = 100)

1. 95,8
2. 101,4
3. 104,4
4. 98,5

De prijs van een boek was in 2016 € 15,00 (basisjaar) en in 2017 € 15,30. Bereken het indexcijfer van 2017.

1. 101
2. 102
3. 103
4. 104

Wat is het indexcijfer van 2015?

1. 90
2. 91
3. 92
4. 93

Wat betekent inflatie:

1. Geldontwaarding
2. Stijging van het gemiddelde prijspeil
3. Daling van je koopkracht
4. Stijging van de prijzen

De kaartverkoop van een voetbalvereniging staat hiernaast in indexcijfers vermeld.
Bereken de verkochte kaarten in april.

1. 4500
2. 8700
3. 6235
4. 10.070

RIC = NIC/PIC x 100
Het rendement van een nominaal vermogen in een jaar is 2,6%. De inflatie is 3,2%.
Bereken de verandering van de reële waarde.

1. RIC = 103,2 - 102,6 = 100,6, dus een stijging met 0,6%.
2. RIC = 103,2/102,6 x 100 = 100,58, dus een stijging met 0,58%
3. RIC = 102,6/103,2 x 100 = 99,42, dus een daling met 0,58%
4. RIC = 102,6 x 0,968 = 99,32, dus een daling met 0,68%.

Bekijk de grafiek.
Stel dat 2015 het basisjaar is. Hoe groot is dan de CPI (begin) 2018?

1. 101,48
2. 102,49
3. 104,57
4. 113,16

Heleen heeft in 2017 een loon van € 1.140. In 2018 stijgt haar loon naar € 1.150.
In 2018 stijgt het CPI (PIC) van 109,8 (2017) naar 111,0.

Met hoeveel procent is het loon van Heleen gestegen/gedaald in 2018 ten opzichte van 2017 ?

1. 0,88%
2. 1,20%
3. -0,32%
4. -0,87%

Bekijk de grafiek.
In welk jaar of welke
jaren, was er deflatie?

1. In 2014, 2017, 2018 en 2019
2. In 2014, 2016, 2018 en 2019
3. In 2016 en 2018
4. Alleen in 2015

Bekijk de grafiek.
Stel dat 2015 het basisjaar is. Hoe groot is dan de CPI (begin) 2019?

1. 104,50
2. 105,50
3. 104,54
4. 106,66

Bekijk de grafiek.
In welk jaar of welke
jaren, was er inflatie?

1. In 2014, 2016, 2017, 2018 en 2019
2. In 2014, 2018 en 2019
3. In 2016 en 2018
4. Alleen in 2015

Wat is koopkracht?

1. Hoeveel geld je hebt.
2. De hoeveelheid producten die je kunt kopen.
3. Hoeveel spaargeld je hebt
4. Hoeveel euro's je kunt uitgeven.

Is in 2017 de koopkracht gestegen of gedaald?

1. Gestegen
2. Gedaald