H2 Bepaald lidwoord + werkwoorden op -ir

Doel van vandaag:
Grammatica hoofdstuk 2
- Bepaald lidwoord
- regelmatige werkwoorden op -ir
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Doel van vandaag:
Grammatica hoofdstuk 2
- Bepaald lidwoord
- regelmatige werkwoorden op -ir

Slide 1 - Tekstslide

Het bepaald lidwoord

Slide 2 - Tekstslide

Wat gebeurt hier?
je vais à la fête 
je vais à l'école 
je vais aux matchs 
je vais au club de foot

Slide 3 - Tekstslide

Wat gebeurt hier?
je vais à la fête 
je vais à l'école 
je vais aux (à les) matchs 
je vais au (à le) club de foot

Slide 4 - Tekstslide

De regel:
De regel
als het Franse voorzetsel:    à   wordt gevolgd door 
le / les dan gebeurt er iets:
 
à + le = au
à + les = aux

Slide 5 - Tekstslide

Check:
je vais à la fête 
je vais à l'école 
je vais aux matchs 
je vais au club de foot

Slide 6 - Tekstslide

Wat gebeurt er met:
à les ....?
wat wordt de juiste vorm?
A
à les blijft gewoon staan
B
aux
C
au

Slide 7 - Quizvraag

Wat gebeurd er met:
à le ... ?
wat wordt de juiste vorm?
A
au
B
aux
C
à le laat je gewoon staan.

Slide 8 - Quizvraag

Wat gebeurd er met:
à la...?
A
aa
B
au
C
à la laat je gewoon staan.

Slide 9 - Quizvraag

Niet alleen bij à zie je deze samentrekking.

Ook het voorzetsel de (van) heeft een samentrekking

Slide 10 - Tekstslide

wat valt je hier op?
J'aime écouter de la musique 
Le directeur de l'hôtel 
je connais les noms des chanteurs 
c'est le titre du film

Slide 11 - Tekstslide

wat valt je hier op?
J'aime écouter de la musique 
Le directeur de l'hôtel 
je connais les noms des (de + les) chanteurs 
c'est le titre du (de + le) film

Slide 12 - Tekstslide

au
aux
du
des
à + le
à + les 
de + le 
de + les 

Slide 13 - Sleepvraag

3

Slide 14 - Video

00:00
voor we beginnen, ken je al Franse werkwoorden die eindigen op -ir?

Slide 15 - Open vraag

00:51
De eerste stap die je zet is altijd éérst -ir van het hele werkwoord afhalen
Klopt helemaal!
hmm nee volgens mij niet

Slide 16 - Poll

02:19
Wat is dan de passé composé van:
Jij hebt ingevuld?
(invullen = remplir)

Slide 17 - Open vraag

Ga aan de slag met:

Exercice 15 tm 17 (à la page 68-70)
Exercice 29 et 30 (à la page 82 -84)

Slide 18 - Tekstslide