informele e-mail (kort)

informele e-mail (in het kort)
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

informele e-mail (in het kort)

Slide 1 - Tekstslide

Leespubliek:
Aan wie schrijf je een persoonlijke e-mail?

Je schrijft aan iemand die je persoonlijk kent.

Bijvoorbeeld:
vader, moeder, opa, oma, tante, oom, nicht, neef, vriend of vriendin.

Slide 2 - Tekstslide

Informeel schrijven

Als je informeel aan het schrijven bent dan...
  • Kan je aanhef bijvoorbeeld 'beste', 'lieve', 'dag' of 'hallo' zijn.
  • Je toon is persoonlijk.
  • Je kent de persoons aan wie je schrijft.
  • Je sluit af met 'Groetjes,' of 'Hartelijke groeten,' of 'Liefs,'.

Slide 3 - Tekstslide

Instructie
  • Een persoonlijke brief/e-mail schrijf je aan iemand die je goed kent.

 

  • Je schrijft over persoonlijke zaken die je hebt meegemaakt en over je gevoelens.


  • Je gebruikt informele taal.



Slide 4 - Tekstslide

Tekstdoel
Waarom schrijf je de persoonlijke e-mail?

Bijvoorbeeld:
  • omdat je wilt vertellen hoe het met je gaat.
  • omdat je iemand wilt uitnodigen.
  • omdat je iets leuks hebt meegemaakt.
enz. 

Slide 5 - Tekstslide

Taalgebruik

Een persoonlijke e-mail schrijf je dus aan iemand die je persoonlijk kent.
Die persoon spreek je daarom ook op een persoonlijk e manier aan. Met je en jij. En niet met u.  

Dit noem je informeel taalgebruik. Dus: je en jij!

Slide 6 - Tekstslide

OPBOUW
INLEIDING
  • Geef reden voorschrijven van e-mail/brief.
  • Begin met een hoofdletter.

MIDDENSTUK
  • Geef meer informatie over het onderwerp.
  • Bespreek één deelonderwerp per alinea.|

SLOT
  • Geef aan wat je van de lezer verwacht of vat de boodschap samen. 

Slide 7 - Tekstslide

E-mailadres en onderwerpsregel 


Vul het e-mailadres en het onderwerp in.
 

Let op: het onderwerp bestaat uit niet meer dan vijf woorden.

Slide 8 - Tekstslide

Aanhef
 (informele e-mails)

Hoi Rob,
Dag/Hallo/Lieve...

Tip: vergeet de komma achter de naam van je vriend 
of vriendin niet.

Slide 9 - Tekstslide

Alinea 2: de kern
(wie, wat, hoe en waarom...)


Je feliciteert in twee of drie zinnen iemand met haar of zijn verjaardag. 




Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting: groet

Groetjes,
Liefs,
Veel liefs (aan je ouders, moeder, vader, broer, zus of je man/vrouw (=partner)
Groeten van

Je naam

Tip: zet geen punt achter je naam

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Indeling 

Bekijk de e-mail van Jeroen. 


Aan:   e-mail adres van de geadresseerde ( degene die de e-                     mail moet ontvangen.)

Onderwerp: In ongeveer 2 tot 3 woorden  omschrijven waar de                            e-mail over gaat.

Aanhef:    Dag Jeroen,

Inleiding:  Je vraagt hoe het gaat en vertelt waarom je schrijft.                          ( Bijv: Ik heb een hele leuke vakantie gehad en daar                            wil ik je over vertellen)

Kern:   Je vertelt over je vakantie en wat je daar hebt                                      meegemaakt.

Slot:   Je vraagt of hij/ zij je een e-mail terug stuurt.

Slotformule:  Groetjes, Liefs,

Je naam: Sharina

Slide 13 - Tekstslide