Kerstquiz 2i!
1 / 30
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Uit welke onderdelen bestaan veel teksten?
A
inleiding, middenstuk, slot
B
anekdote, deelonderwerpen, slot
C
hoofdgedachte, middenstuk, conclusie
D
inleiding, kern, advies
Slide 3 - Quizvraag
Iedere tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van de tekst. Hoe vind je het onderwerp van een tekst?
A
Lees de tekst verkennend
B
Stel jezelf de vraag: Waarover gaat de tekst?
C
Het antwoord op de vraag is het onderwerp
D
Alledrie de antwoorden
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een tekstdoel
A
een bepaalde soort tekst
B
Wat de tekst wil bereiken
Slide 5 - Quizvraag
Een ander woord voor grappig verhaaltje is anekdote.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met de aanleiding
(voor het schrijven van een tekst)?
(voor het schrijven van een tekst)?
A
De reden om een tekst te schrijven
B
Een ander woord voor hoofdgedachte
C
Een (grappig) verhaaltje in de inleiding
D
Het belangrijkste deel van het slot
Slide 7 - Quizvraag
Maak de volgende zin af:
De hoofdgedachte ...
De hoofdgedachte ...
A
is de aanleiding voor het schrijven van de tekst
B
is de kortste samenvatting van een tekst
C
is een advies dat de schrijver geeft
D
staat altijd in het slot van de tekst
Slide 8 - Quizvraag
In de inleiding staat vaak een...
A
uitleg
B
anekdote
C
voorbeeld
D
samenvatting
Slide 9 - Quizvraag
Op welke manieren kun je een tekst afsluiten?
A
samenvatting
B
conclusie
C
advies
D
anekdote
Slide 10 - Quizvraag
Tekstdoelen
Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
Slide 11 - Quizvraag
Tekstdoelen
Een recensie van een film heeft als tekstdoel:
Een recensie van een film heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
Slide 12 - Quizvraag
Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Overhalen
D
Uitleggen
Slide 13 - Quizvraag
Wat stond er boven op de kerstboom?
A
Niks
B
Mickey Mouse
C
Een ster
D
Een engel
Slide 14 - Quizvraag
In welk seizoen valt Kerst?
A
Herfst
B
Winter
C
Lente
D
Zomer
Slide 15 - Quizvraag
Hoeveel procent in Nederland, viert er kerst?
A
20%
B
50%
C
60%
D
85%
Slide 16 - Quizvraag
Een witte kerst is een begrip in Nederland.
Hoe vaak hebben we eigenlijk een witte kerst gehad in Nederland sinds 1900?
A
31 keer
B
8 keer
C
20 keer
D
47 keer
Slide 17 - Quizvraag
In welk land is het als eerste kerst?
A
Nederland
B
Suriname
C
India
D
Australië
Slide 18 - Quizvraag
Wanneer was er voor het laatst een witte kerst in Nederland?
A
2013
B
2014
C
2007
D
2010
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het oorspronkelijke doel van de kerstballen in een kerstboom?
A
Om boze geesten te verjagen
B
Om te laten zien dat je rijk bent
C
Om fruit na te bootsen
D
Om de Kerstman gunstig te stemmen
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het oorspronkelijke doel van de kerstballen in een kerstboom?
A
Om boze geesten te verjagen
B
Om te laten zien dat je rijk bent
C
Fruit na te bootsen
D
Om de Kerstman gunstig te stemmen
Slide 21 - Quizvraag
Wat voor boom is de traditionele kerstboom?
A
Den
B
Spar
C
Palmboom
D
Taxus
Slide 22 - Quizvraag
Hoe heet dit groene wezen dat kerst haat?
A
Glitch
B
Gritch
C
Glinch
D
Grinch
Slide 23 - Quizvraag
Wat versier je met Kerst?
A
Het huis van de buren
B
Je stoel
C
Alle planten in huis
D
Een kerstboom
Slide 24 - Quizvraag
Op welke dag is Kerstavond?
A
Zondag
B
24 december
C
25 december
D
Vrijdag
Slide 25 - Quizvraag
Welke twee kleuren staan voor kerst?
A
Groen en rood
B
Blauw en rood
C
Groen en geel
D
Paars en groen
Slide 26 - Quizvraag
In Australië vieren
ze Kerst in de
A
winter
B
herfst
C
zomer
D
lente
Slide 27 - Quizvraag
Hoe zeg je ‘Fijne Kerst’ in het Duits?
A
Yo! Hoho!
B
Gute kirschfest
C
Frohe Weihnachten
D
Frohe kirschfest
Slide 28 - Quizvraag
Hoe zeg je ‘Fijne Kerst’ in het Engels?
A
Yo! Hoho!
B
Feliz Navidad
C
Happy Christmas
D
Merry Christmas
Slide 29 - Quizvraag
Hoe zeg je ‘Fijne Kerst’
in het Spaans?
A
Hola señorita
B
Feliz Navidad
C
Odio la navidad
D
Quien es papa Noël
