ROUS Herhaling theorie marktgedrag

Welkom
5 vwo ECONOMIE  ||  2024-2025
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom
5 vwo ECONOMIE  ||  2024-2025

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit is GEEN kenmerk van de volkomen concurrentie:
A
veel aanbieders
B
transparante markt
C
moeilijke toetreding
D
vraag en aanbod bepalen de prijs

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

volkomen concurrentie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van volkomen concurrentie?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Monopolistische concurrentie
Veel aanbieders
Heterogeen product
Transparantie is laag
Bijvoorbeeld:
Designwinkels
Kledingspeciaalzaken
Dierenspeciaalzaak

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maximale winst bij een markt van volkomen concurrentie. 


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Monopolistische concurrentie
Welke prijsafzetlijn vind je het
beste passen bij  
monopolistische concurrentie?
Waarom?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Monopolistische concurrentie verschilt van volledige mededinging. Dat verschil is, dat monopolistische concurrentie ..... .
A
Toetreding van nieuwe aanbieders
B
Maar 1 aanbieder aanwezig
C
Geen transparante markt is
D
Heterogeen product verkoopt

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is er bij het aanbieden van 4G abonnementen sprake van van heterogeen oligopolie of homogeen oligopolie?
A
Homogeen oligopolie
B
Heterogeen oligopolie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oligopolie
Homogeen oligopolie
  • Klanten letten op prijs
  • Benzine, elektriciteit, internet

Heterogeen oligopolie
  • Concurreren op product, service
  • Telefoon(toestel), auto's, banken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee beweringen over homogeen/heterogeen oligopolie.

I. Bij heterogeen oligopolie kan beter op prijs geconcurreerd worden dan bij homogeen oligopolie.
II. Bij heterogeen oligopolie hebben de bedrijven meer voordeel van een kartel dan bij homogeen oligopolie.
A
Beide zijn goed
B
1 is goed en 2 is fout
C
1 is fout en 2 is goed
D
Beide zijn fout

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Monopolie
A
Eén aanbieder en een homogeen product
B
Weinig aanbieders en een heterogeen product
C
Veel aanbieders en een homogeen product
D
Eén aanbieder en een heterogeen product

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Marktvormen II
Monopolie
  • Enige verkoper van een product of dienst
  • Eén aanbieder en veel vragers
  • Wil andere bedrijven buiten de deur houden
       (anders geen Monopolie) 

Slide 13 - Tekstslide

Bij Monopolie is  dus helemaal geen concurrentie
Monopolie
Welke prijsafzetlijn vind je het
beste passen bij een 
monopolie?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vraaglijn kan naar rechts verschuiven. Noem 1 verklaring waarom.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Hoofdstuk 4 afmaken. 
Bedenk hoe je wilt gaan leren?
- Samenvatting
- Vragen opnieuw maken
- Overhoren
- LessonUps

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies