Thema 2 - Organen en cellen

Thema 2
Organen en cellen
Afsluiting met PO over basisstof 1 t/m 4
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2
Organen en cellen
Afsluiting met PO over basisstof 1 t/m 4

Slide 1 - Tekstslide

PO op 27/11 en 28/11/. Woe 4de uur, do 8ste uur (L1a). 
Elke week 2 basisstoffen (start deze week). Pas toetsstof PW aan in studiewijzer!
Let op: bij hoger dan een 6,5 voor biologie, minder huiswerk!

Slide 2 - Tekstslide

PO op 27/11 en 28/11/. Woe 6de uur, do 5de uur (L1c). 
Elke week 2 basisstoffen (start deze week). Pas toetsstof PW aan in studiewijzer!
Let op: bij hoger dan een 6,5 voor biologie, minder huiswerk!

Slide 3 - Tekstslide

Binnen is beginnen
  • Telefoon in de telefoontas
  • Boek, schrift en planning mapje pakken
  • Controleer je agenda en studiewijzer
  • Verder werken aan je maakwerk
  • Aftekenen en nakijken als je klaar bent met een basisstof

Slide 4 - Tekstslide

Basisstof 1
- Je kunt organen benoemen in een torso en in een dwarsdoorsnede van de romp
- Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen en dieren

Slide 5 - Tekstslide

Organen
  • Deel van een organisme dat een bepaalde taak uitvoert
  • Orgaanstelsel: groep organen die samenwerken aan dezelfde taak

Slide 6 - Tekstslide

Basisstof 2
- Je kunt de bouw en functie van wortels, stengels en bladeren beschrijven
- Je kunt orgaanstelsels van planten noemen met hun functie

Slide 7 - Tekstslide

Wortelstelsel
  • Water en mineralen opnemen uit de bodem
  • Plant stevig vastzetten in de grond
  • Reservestoffen opslaan

Slide 8 - Tekstslide

Voedingsstoffen
  • Mineralen zijn voedingsstoffen voor een plant
  • Wortels bevatten reservestoffen

Slide 9 - Tekstslide

Winter

Slide 10 - Tekstslide

Stengels
  • Transport van stoffen en stevigheid geven aan plant
  • Houtachtige en kruidachtige stengels

Slide 11 - Tekstslide

Bladeren
  • Hoofdnerf en zijnerven bestaan uit vaatbundels
  • Materiaal tussen de nerven heet bladmoes, hier vindt fotosynthese plaats

Slide 12 - Tekstslide

Vaten
  • Transport van stoffen door de plant: water en mineralen van de wortels naar andere delen, glucose van bladeren naar andere delen
  • Vormen vaatbundels

Slide 13 - Tekstslide

Basisstof 3
- Je weet dat een organisme bestaat uit cellen
- Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie

Slide 14 - Tekstslide

Cellen
  • Kleinste levende eenheden in het lichaam
  • Bouwstenen van elk organisme
  • Alleen zichtbaar onder microscoop

Slide 15 - Tekstslide

Weefsel
  • Groep cellen met dezelfde vorm en functie
  • In veel weefsels tussencelstof

Slide 16 - Tekstslide

Huidmondjes
  • In opperhuid van blad, vooral aan de onderkant
  • Opname koolstofdioxide en afgifte zuurstof
  • Verdamping water via huidmondjes

Slide 17 - Tekstslide

Jaarringen
  • Cambium: laag cellen net onder schors, vormt nieuw hout
  • Lente licht, zomer donker
  • Oudste hout in midden

Slide 18 - Tekstslide

Basisstof 4
- Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies
- Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies

Slide 19 - Tekstslide

Benoem de type cel (letters) en de organellen (getallen). Schrijf bij de organellen ook de functie

Slide 20 - Tekstslide

Antwoorden:
A. Dierlijke cel
B. Plantaardige cel

1. Celmembraan - een dun vliesje om het cytoplasma
2. Cytoplasma - dikke vloeistof die bestaat uit water met opgeloste stoffen
3. Celkern / kernplasma - bevat DNA, dat regelt wat er in de cel gebeurt
4. Kernmembraan - membraan om het kernplasma
5. Bladgroenkorrel - plastiden waar fotosynthese plaatsvindt
6. Vacuole - blaasje in plantaardige cellen dat gevuld is met vocht
7. Celwand - een stevig laagje om een plantaardige cel

Slide 21 - Tekstslide

Dierlijke cellen
  • Celmembraan: dun vliesje dat inhoud cel scheidt van omgeving
  • Cytoplasma: water met opgeloste stoffen, waarin organellen zweven
  • Celkern: organel, regelcentrum van cel, bevat DNA
  • Kernmembraan: vliesje dat kernplasma in celkern houdt

Slide 22 - Tekstslide

Plantaardige cel
  • Vacuole: blaasje met vocht (water en opgeloste stoffen, kleurstoffen)
  • Plastiden: organel, bladgroenkorrels,  kleurstofkorrels en zetmeelkorrels
  • Celwand: stevig laagje om cel heen, is gemaakt van tussencelstof

Slide 23 - Tekstslide

Plastiden
  • Bladgroenkorrels: hierdoor zijn planten groen, hier vindt fotosynthese plaats
  • Kleurstofkorrels: gele, oranje of rode kleur
  • Zetmeelkorrels: kleurloos, hier wordt zetmeel opgeslagen
  • Plastiden kunnen van een type in ander type veranderen

Slide 24 - Tekstslide

Andere organellen (VG)
  • Sommige organellen niet zichtbaar onder lichtmicroscoop
  • Elektronenmicroscoop maakt mitochondriën en ribosomen zichtbaar
  • Mitochondriën: maken uit suikers energie voor cellen
  • Ribosomen: maken eiwitten in de cellen

Slide 25 - Tekstslide

Leren onderzoeken 1 t/m 3
Microscopie

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Binnen is beginnen

Telefoon in telefoontas
Zelfwerkzaamheid, boeken en planning erbij pakken
Huiswerk afmaken, nakijken en aftekenen
Laatste vragen over PO
PO

- Organen, organenstelsels
- Wortels, stengels, bladeren, vaten
- Cellen, weefsels mensen en planten
- Dierlijke en plantaardige cellen, celorganellen en functie

Slide 28 - Tekstslide

Basisstof 5
- Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen
- Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven


Slide 29 - Tekstslide

Maak met je groepje een tekening waarin je de begrippen celkern, chromosomen, DNA, gen, base en basenpaar uitlegt. Lever hier een foto in van je tekening.

Slide 30 - Open vraag

Celkern
  • DNA in celkern, code bestaat uit vier letters (A, T, C, G)
  • Een DNA streng rolt zich op en vormt een chromosoom, 46 chromosomen in elke celkern van onze lichaamscellen
  • Stukken DNA coderen voor een erfelijke eigenschap, dit wordt een gen genoemd

Slide 31 - Tekstslide

Basisstof 6
- Je kunt beschrijven hoe een cel zich deelt
- Je kunt de kenmerken van stamcellen noemen

Slide 32 - Tekstslide

Maak modellen van de celdeling, waarin je laat zien wat er met de chromosomen en de cel gebeurt voor, tijdens en na de celdeling. Geef aan wat de moedercel is en de dochtercellen zijn. Lever hier een foto in van je eindproduct.

Slide 33 - Open vraag

Celdeling
  • In 'moedercel' wordt DNA gekopieerd
  • DNA wordt verdeeld over twee helften, vormt twee celkernen
  • Cel deelt zich, er zijn nu twee 'dochtercellen'
  • Er vindt plasmagroei plaats
  • Één dochtercel gaat zich specialiseren, ander blijft stamcel

Slide 34 - Tekstslide

Stamcel
  • Is nog niet gespecialiseerd
  • Kan zich delen en daarna specialiseren
  • Stamcel van embryo kan zich nog tot alles specialiseren, bij volwassenen alleen tot bepaalde type cellen
  • Stamceltherapie (VG)

Slide 35 - Tekstslide

  • Organen, organenstelsels
  • Wortels, stengels, bladeren, vaten
  • Cellen, weefsels mensen en planten
  • Dierlijke en plantaardige cellen, celorganellen en functie
  • Lichaamscel, celkern, chromosomen, DNA, genen
  • Celdeling, moedercel en dochtercellen, stamcellen

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Link

Slide 39 - Link