de roerige jaren '20

Bekijk de video 'De roerige jaren twintig' (zie link hieronder) als je dat klassikaal niet hebt gedaan.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bekijk de video 'De roerige jaren twintig' (zie link hieronder) als je dat klassikaal niet hebt gedaan.

Slide 1 - Tekstslide

Welke oorlog wordt er bedoeld met de
Grote Oorlog?
A
De Tweede Wereldoorlog
B
De Koude Oorlog
C
De Eerste Wereldoorlog

Slide 2 - Quizvraag

Waarom stuurden sommige Duitse
mensen hun kinderen naar Nederland?
A
Omdat Duitsland in een recessie zat met grote armoede.
B
Omdat zij wisten dat de Tweede Wereldoorlog zou komen
C
Zodat ze Nederlands zouden leren.
D
Zodat Duitsland minder vol zou zijn.

Slide 3 - Quizvraag

Waarom was de verkiezing van 1922 zo
bijzonder?
A
Omdat sommige vrouwen panty's droegen.
B
Omdat voor het eerst alle mannen én vrouwen mochten stemmen.
C
Omdat de koningin er ook bij was
D
Omdat er voor het eerst op een vrouw gestemd kon worden.

Slide 4 - Quizvraag

Welke beenmode was nieuw in de jaren twintig?
A
spijkerbroeken met scheurtjes er in.
B
kousen met felle kleurtjes
C
Amerikaanse cowboylaarzen
D
huidkleurige panty's

Slide 5 - Quizvraag

Welke Amerikaanse muziekstroming was populair in dit decennium?
A
rap
B
hiphop
C
jazz
D
pop

Slide 6 - Quizvraag

Wat was de grootste vernieuwing in de jaren twintig?
A
de stoommachine
B
gebruik van elektriciteit in huis
C
wifi
D
waxinelichtjes

Slide 7 - Quizvraag

In de jaren twintig werd de woningnood aangepakt.
Welke twee instanties gingen huizen bouwen voor mensen?
A
Gemeentes en woningcorporaties
B
De Rode kruis en de gemeentes
C
De Zilveren Kruis en de woningcorporaties
D
Ford en Philips

Slide 8 - Quizvraag

Welk hulpmiddel bood de Nederlandse overheid aan arme mensen aan zodat ze in een
fatsoenlijk huis konden wonen?
A
krediet
B
subsidie
C
belasting
D
korting

Slide 9 - Quizvraag

Je krijgt nu een artikel over de lopende band te lezen.
 Lees het artikel goed en beantwoord daarna de bijhorende vragen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Lees 'De lopende band in Nederland'.
Waarom wilden fabrikanten met de lopende band werken?
A
om de arbeiders tevreden te houden en om gevarieerdere producten te maken
B
om modern te zijn en om meer invloed te krijgen op de productie

Slide 14 - Quizvraag

Lees 'Schoenen'.
Wat konden Van Haren en Bata (dankzij de lopende band) wat andere producenten niet konden?
A
arbeiders vinden
B
klanten vinden voor hun producten
C
schoenen in verschillende maten maken
D
schoenen in grote hoeveelheden produceren

Slide 15 - Quizvraag

Lees 'Koekjes'.
Waar of niet waar?
In de fabrieken was er herrie en soms een hoge werktempo
A
niet waar
B
waar

Slide 16 - Quizvraag

Waar of niet waar?
klachten over rugpijn en over het geestdodende karakter van het werk werden in de jaren '30 gerapporteerd
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Lees de laatste aline van het artikel.
Zet de onderstaande gebeurtenissen op de juiste volgorde.
1
2
3
De productie verhuist naar Azië, omdat de lonen daar laag zijn.
Voortaan doen robots de productie.
De productie vindt plaats door mensen die werken aan de lopende band.

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Tekstslide

Welk merk heeft de auto die te zien is?

Slide 20 - Open vraag

Huiswerk:
- Werkboekopdrachten 1 tot en met 8 van 3.3 af
- leer alle begrippen van paragraaf 3.2 en 3.3

Slide 21 - Tekstslide