Maatschappijleer Leefwijzer BB 5.1 Het parlement aan het werk

Het parlement aan het werk
Maatschappijleer
4 vmbo BL
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het parlement aan het werk
Maatschappijleer
4 vmbo BL

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kan je uitleggen wat politiek inhoudt en hoe Nederland bestuurd wordt. 
  • Aan het einde van de les kan je het verschil tussen een democratie en een dictatuur herkennen en voorbeelden noemen. 
  • Aan het einde van de les kan je beschrijven hoe verkiezingen in Nederland werken. 
  • Aan het einde van de les kan je de rol van de regering, het kabinet en de Tweede en Eerste Kamer uitleggen. 
  • Aan het einde van de les kan je het proces van wetgeving in Nederland beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem woorden die te maken
hebben met het besturen
van een land?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Politiek en bestuurlijke niveaus in Nederland
Politiek betreft het besturen van een land en gebeurt op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau. Nederland is een democratie, wat betekent dat burgers via verkiezingen hun volksvertegenwoordigers kiezen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politiek en bestuurlijke niveaus in Nederland
Politiek betreft het besturen van een land en gebeurt op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau. Nederland is een democratie, wat betekent dat burgers via verkiezingen hun volksvertegenwoordigers kiezen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politiek en bestuurlijke niveaus in Nederland
Politiek betreft het besturen van een land en gebeurt op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau. Nederland is een democratie, wat betekent dat burgers via verkiezingen hun volksvertegenwoordigers kiezen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Democratie versus dictatuur
Democratie: Een bestuursvorm waarbij het volk invloed heeft op de politieke besluitvorming, vaak via verkiezingen. 
Dictatuur: Een bestuursvorm waarbij alle macht bij één persoon of een kleine groep ligt en waar de bevolking weinig tot geen invloed heeft.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkiezingen 
Nederland kent geen absolute meerderheidspartij, waardoor coalities gevormd moeten worden. Burgers kiezen via verkiezingen hun volksvertegenwoordigers die de Tweede Kamer vormen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regering en het kabinet
De regering: de koning en de ministers.
Het kabinet: de ministers en staatssecretarissen. 

Het kabinet maakt wetten die goedgekeurd moeten worden door de Tweede Kamer en daarna door de Eerste Kamer, voordat de koning ze ondertekent.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taken van de Tweede Kamer en Eerste Kamer
Tweede Kamer: De volksvertegenwoordiging die wetten controleert, verbetert en zelf kan initiëren. 
Eerste Kamer: De kamer die wetsvoorstellen controleert en goed- of afkeurt na de Tweede Kamer.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de taak van de Tweede Kamerleden?
A
Wetten maken zonder controle
B
Het kabinet leiden
C
De Eerste Kamer vervangen
D
Het kabinet controleren

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie staat aan het hoofd van de regering in Nederland?
A
De minister-president
B
De Tweede Kamer
C
De koning
D
De grootste politieke partij

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de rol van de Eerste Kamer in Nederland?
A
Wetten goed- of afkeuren
B
Het maken van wetten
C
De regering controleren
D
Het uitvoeren van plannen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe worden volksvertegenwoordigers gekozen in Nederland?
A
Ze worden benoemd door de koning
B
Door te stemmen op mensen van een politieke partij
C
Alleen de rijken mogen stemmen
D
Volksvertegenwoordigers erven hun positie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een democratie?
A
De regering heeft alle macht
B
Alleen de koning heeft zeggenschap
C
Burgers hebben geen invloed
D
Het volk regeert

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.