Present Simple

Present simple
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Present simple

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige les
- Vorige les hebben we het gehad over beroepen
Wie kan er nog een aantal noemen?
(in het Engels natuurlijk!)

Slide 2 - Tekstslide

What do you know about:
the PRESENT SIMPLE?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Lesdoelen
- Aan het einde van deze les kennen jullie een aantal regels van de present simple en kunnen jullie deze toepassen bij tenminste 10 zinnen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Present simple + uitleg
- Aantekeningen
- Oefenen
- Quiz (in LessonUp)
- Got it?
- Vooruitblik volgende les

Slide 6 - Tekstslide

Aantekeningen:   Present Simple

Je gebruikt de P.S. bij: feit, gewoonte of regelmaat  
                       De regel is: ww / ww+s     (shit-regel)
Vb.  It rains a lot in England.
        He puts sugar in his coffee.
        We play a match every Saturday.


Ontkennende zinnen: ..don’t / doesn’t + hele ww….

Slide 7 - Tekstslide

Bij vraagzinnen: Do/ Does….+hele ww.?
Vb. Does it rain a lot in England?
        Does he put sugar in his coffee?
        Do you play a match every Saturday?

Slide 8 - Tekstslide

Ontkennende zinnen: ... don’t / doesn’t + hele ww….  
Vb. It doesn't rain a lot in England.
        He doesn't put sugar in his coffee.
        We don't play a match every Saturday.

Slide 9 - Tekstslide

Afkomstig van: http://engelslerenonline.com/werkwoorden/present-simple/

Slide 10 - Tekstslide

Even checken...
Maak drie zinnen in de Present Simple

Slide 11 - Tekstslide


Tijd voor de Quiz!

Slide 12 - Tekstslide

Do you … chocolate milk?
A
like
B
likes
C
be like

Slide 13 - Quizvraag

He ... not want to go to the movies.
A
do
B
does
C
is

Slide 14 - Quizvraag

It ... a beautiful day today.
A
is
B
are
C
am

Slide 15 - Quizvraag

You … so happy today!
A
looks
B
seem
C
be

Slide 16 - Quizvraag

She has a car, so she ............ (drive) to work.
A
driving
B
drives
C
drive

Slide 17 - Quizvraag

Juist of onjuist?
He always paints the walls of my room.
A
Juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Johnny always had a cup of tea in the morning.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Juist of onjuist?
They usually helps me with my homework.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Volgende les
- Present Continuous

Homework: Assignments 0.1 + 0.2 
(Klik op 'submit' als je de opdracht af hebt)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video