Wk41 Taalverzorging les 3 het voltooid deelwoord en het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Startopdracht
Haal de incorrect gespelde werkwoorden uit deze tekst en verbeter ze. 
Mijn docent Nederlands beweerdt dat h2c het beste heeft gescoord op de toets. Meneer Van de Laarschot beweerd dat dat komt door hun geweldige inzet. Hij hoopten vorig jaar al dat hij de beste mentorklas van de Knip zou hebben. Bovendien beloofdde hij ze aan het einde van het jaar te trakteren, als iedereen zich goed gedraagd. 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht
Haal de incorrect gespelde werkwoorden uit deze tekst en verbeter ze. 
Mijn docent Nederlands beweerdt dat h2c het beste heeft gescoord op de toets. Meneer Van de Laarschot beweerd dat dat komt door hun geweldige inzet. Hij hoopten vorig jaar al dat hij de beste mentorklas van de Knip zou hebben. Bovendien beloofdde hij ze aan het einde van het jaar te trakteren, als iedereen zich goed gedraagd. 

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht
Haal de incorrect gespelde werkwoorden uit deze tekst en verbeter ze. 
Mijn docent Nederlands beweerdt dat h2c het beste heeft gescoord op de toets. Meneer Van de Laarschot beweerd dat dat komt door hun geweldige inzet. Hij hoopten vorig jaar al dat hij de beste mentorklas van de Knip zou hebben. Bovendien beloofdde hij ze aan het einde van het jaar te trakteren, als iedereen zich goed gedraagd. 

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Nakijken: opdracht 8 (blz. 11) 
  • Uitleg: het voltooid deelwoord
  • Oefenen
  • Uitleg: het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
  • Huiswerk


Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 8 nakijken

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 8 nakijken

Slide 5 - Tekstslide

Werkwoordsvormen
Er zijn drie werkwoordsvormen:
  1. persoonsvorm: verandert mee van tijd
  2. voltooid deelwoord: ge-, be-, ver-, vaak in combinatie met een vorm van zijn, hebben of worden.
  3. infinitief: het hele werkwoord 
  4. bijvoeglijk naamwoord: afgeleid van een voltooid deelwoord 

De gewonnen wedstrijd wordt in de kantine gevierd. 

Slide 6 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord
  • Sterke werkwoorden: gelezen, gezeten, verboden
  • Zwakke werkwoorden: gestaakt, gehoopt, gehuild, verteld

Waaraan kun je zien dat er sprake is van een voltooid deelwoord?

timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord
  • Sterke werkwoorden: gelezen, gezeten, verboden
  • Zwakke werkwoorden: gestaakt, gehoopt, gehuild, verteld

Waaraan kun je zien dat er sprake is van een voltooid deelwoord?
- Vaak bevat de zin een vorm van: zijn, worden, hebben
- Vaak begint een voltooid deelwoord met: ge-, be-, ver- 

Slide 8 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord
  • Zwakke werkwoorden: gestaakt, gehoopt, gehuild, verteld

Let op: soms lijkt het voltooid deelwoord veel op de persoonsvorm tt 
  1. Hij belooft - hij heeft het beloofd
  2. Hij verhuist – hij is verhuisd



Slide 9 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord
  • Zwakke werkwoorden: gestaakt, gehoopt, gehuild, verteld

Gebruik voor de vervoeging de verleden tijd:
  1. flits - flitste - geflitst
  2. hockey -  
  3. zwijmel -
  4. waak - 
  5. tob -

Slide 10 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord
  • Zwakke werkwoorden: gestaakt, gehoopt, gehuild, verteld

Gebruik voor de vervoeging de verleden tijd:
  1. flits - flitste - geflitst
  2. hockey -  hockeyde - gehockeyd
  3. zwijmel - zwijmelde - gezwijmeld 
  4. waak - waakte - gewaakt
  5. tob - tobde - getobd

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen
  • Lezen: Blok 1.6 (blz. 12)
  • Maken: opdracht 9 (blz. 13)
  • Klaar?: noteer enkele voltooid deelwoorden van sterke werkwoorden of ga lezen

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 9

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 9

Slide 14 - Tekstslide

In welke zin staat een voltooid deelwoord?
A
Hij wordt nooit herkend
B
Hij herkent zijn broer niet
C
De herkende artiest

Slide 15 - Quizvraag

Voorbeelden van voltooid deelwoorden van sterke werkwoorden

Slide 16 - Woordweb

Werkwoordsvormen
Er zijn drie werkwoordsvormen:
  1. persoonsvorm: verandert mee van tijd
  2. voltooid deelwoord: ge-, be-, ver-, vaak in combinatie met een vorm van zijn, hebben of worden.
  3. infinitief: het hele werkwoord 
  4. bijvoeglijk naamwoord: afgeleid van een voltooid deelwoord 

De gewonnen wedstrijd wordt in de kantine gevierd. 

Slide 17 - Tekstslide

Werkwoordsvormen
Er zijn drie werkwoordsvormen:
  1. persoonsvorm: verandert mee van tijd
  2. voltooid deelwoord: ge-, be-, ver-, vaak in combinatie met een vorm van zijn, hebben of worden.
  3. infinitief: het hele werkwoord 
  4. bijvoeglijk naamwoord: afgeleid van een voltooid deelwoord 

De gewonnen wedstrijd wordt in de kantine gevierd. 

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeelden van bijvoeglijke naamwoorden

Slide 19 - Open vraag

Het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
  • Een bijvoeglijk naamwoord dat is afgeleid van een werkwoord
  • Er staat bijna altijd een zelfstandig naamwoord achter 

Slide 20 - Tekstslide

Het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
  • Een bijvoeglijk naamwoord dat is afgeleid van een werkwoord
  • Er staat bijna altijd een zelfstandig naamwoord achter 

Slide 21 - Tekstslide

bijvoeglijk naamwoord
voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord
het lekkere brood
het gebakken brood
het gezonken schip
het goede werkstuk
het spannende verhaal
het verzonnen verhaal
het moeilijke proefwerk
de bedorven groenten
de gewonnen wedstijd
het gezellige kamp

Slide 22 - Sleepvraag

Huiswerk
  • Lezen: Blok 1.7 (blz. 14)
  • Maken: opdracht 10 (blz. 14)
  • Klaar?: lezen of extra oefenen
--> Klas toevoegen een Lessonup
Let op: volgende week krijg je in de les tijd om te werken aan je fictieopdracht. Deze opdracht moet na de herfstvakantie           op maandag 31 oktober ingeleverd worden 

Slide 23 - Tekstslide

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(verwoesten) De ................. huizen
timer
1:00
A
verwoestte
B
verwoeste
C
verwoesten

Slide 24 - Quizvraag