Je hebt de mogelijkheid om zelf richting te geven aan je eigen ontwikkeling.
Slide 15 - Tekstslide
Wat heeft het begrip ideaalbeeld te maken met zelfbepaling?
Slide 16 - Open vraag
Als er een groot verschil is tussen iemands zelfbeeld en zijn/haar ideaalbeeld, dan noemen we dit ook wel:
A
lage zelfwaardering
B
hoge zelfwaardering
C
positief zelfbeeld
D
negatief zelfbeeld
Slide 17 - Quizvraag
Nut van realistische zelfkennis:
Mensen bij wie het zelfbeeld en het ideaalbeeld dicht bij elkaar liggen, zitten meestal lekker in hun vel. Ze hebben zelfvertrouwen en zelfrespect. Ze geloven in eigen kunnen en laten los wat anderen van ze denken.
Slide 18 - Tekstslide
Zelfkennis is nodig om
1 je gedrag en beroepshouding bij te sturen.
2 contacten met anderen te regelen.
3 jezelf te kunnen presenteren aan anderen.
4 anderen te kunnen helpen.
Slide 19 - Tekstslide
Lees de uitwerking uit het boek (Ho 14.6) Kies de functie die het meest op jou van toepassing is: 1 vanuit zelfkennis je gedrag sturen 2 vanuit zelfkennis contacten met anderen regelen 3 jezelf presenteren vanuit zelfkennis 4 anderen helpen vanuit zelfkennis Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat deze functie op jou slaat.
Slide 20 - Open vraag
Op een schaal van 1 tot 10, kun je uit deze les iets gebruiken voor je verslag?