Woordenschat H2 les 1: Metafoor en personificatie

Welkom klas 2F
Volg het stappenplan, dan kunnen we snel beginnen met de les.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas.
Stap 2: Pak je schrift, boek, laptop en leesboek
Stap 3: Log in bij LessonUp met je eigen naam. De code komt op het whiteboard.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 2F
Volg het stappenplan, dan kunnen we snel beginnen met de les.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas.
Stap 2: Pak je schrift, boek, laptop en leesboek
Stap 3: Log in bij LessonUp met je eigen naam. De code komt op het whiteboard.

Slide 1 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met: Als de kalf verdronken is, dempt men de put?

Slide 2 - Open vraag

Wat gaan we doen?
Leerdoel: Ik kan metaforen en personificaties herkennen en begrijpen.
Hoe bereik je dit doel?
- Lezen in Koning van Katoren
- Nakijken huiswerk (5 minuten)
- Uitleg: Metaforen en personificatie
- Oefenen: Metafoor en personificatie
- Huiswerk: blz. 56+57+58: opdr. 1 en 2.

Slide 3 - Tekstslide

Lezen in Koning van Katoren
Eind deze week heb je het volgende gelezen:
Blz. 30-77
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken huiswerk
Wat: Nakijken huiswerk. Antwoorden staan in Som.
Hoe lang: 5 minuten
Klaar: Lees de theorie op blz. 56 + maken: opdracht 1 en 2

timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Metafoor en personificatie
Bij een vergelijking heb je beeld en object: De rots (object) is zo groot als een olifant (beeld).
Metafoor: Bij een metafoor wordt alleen het beeld genoemd:
Zullen we de olifant beklimmen?
Spreekwoorden zijn ook metaforen:
Als de kalf verdronken is, dempt men de put
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.

Slide 6 - Tekstslide

Personificatie
Personificatie: een ding krijgt ineens menselijke eigenschappen.
Voorbeelden:
- De toekomst lacht me tegemoet (de toekomst kan niet lachen).
- De angst greep me bij de keel (Dat kan de angst niet lettelijk doen)

Slide 7 - Tekstslide

Hoe herken je vergelijking, metafoor en personificatie?
1. Heeft de zin een constructie zoals hieronder? Dan is het een vergelijking.
zo ..... als (een)
als (een) .....
Lijkt wel (een) .......
een .... van een .......
...... is net .......

2. Krijgt een ding ineens menselijke eigenschappen? Dan is het een personificatie

3. Is het punt 1 en punt 2 niet? Dan is het een metafoor.

Slide 8 - Tekstslide

vergelijking, metafoor of personificatie?
Het peloton is pas aan de voet van de berg.

Slide 9 - Open vraag

vergelijking, metafoor, metonymie, personificatie?
Pieter lacht als een boer met kiespijn.

Slide 10 - Open vraag

Is er sprake van een vergelijking, metafoor of personificatie?
Mijn fietslampje weigerde dienst.

Slide 11 - Open vraag

Is er sprake van een metafoor, personificatie of vergelijking?

Die engel heeft mij zo goed geholpen!

Slide 12 - Open vraag

Heb jij nog een vraag over vergelijking, metafoor of personificatie?

Slide 13 - Open vraag

Aan de slag
Maken: Opdracht 1 en 2
Leren: Woordenlijst H1 helemaal + H2 aan de voet van de berg t/m de rode planeet.
Tijd: t/m het einde van de les kun je hiermee aan de slag.
Hulp: Steek je vinger op als je hulp nodig hebt.
Klaar: Leren woordenlijst of lezen koning van Katoren

Slide 14 - Tekstslide