2h wk 7 hoofd- en bijzaken

Welkom 2h
Aan het einde van deze les:
-  Weet je het verschil tussen hoofd- en bijzaken


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2h
Aan het einde van deze les:
-  Weet je het verschil tussen hoofd- en bijzaken


Slide 1 - Tekstslide

Lekker lezen!
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Uitleg C1 Meer dan Lezen: paragraaf 5: Hoofd- en bijzaken
  • Oefenen 
  • Afronden 




Slide 3 - Tekstslide

Welke zin uit onderstaande tekst is de belangrijkste? Waarom?
Loflied op de oude liefdesbrief
In een van de oudste Nederlandse liefdesbrieven schrijft ene Maarten aan zijn geliefde: ‘Ic scijnke hu mijn herte, ziel ende lijf.’ In modern Nederlands: Ik geef me helemaal aan je over. Maarten bedacht zijn woorden waarschijnlijk zelf, wat in die tijd erg bijzonder was. Vroeger was het namelijk de gewoonte om het schrijven van liefdesbrieven aan een beroepsschrijver over te laten of iets te kopiëren uit een boek met voorbeeldbrief.

























Controleren
 













Controleren
 













Controleren
 

Vul twee dingen in die je opvallen aan de verbale en non-verbale communicatie van Mart Smeets.













Slide 4 - Tekstslide

Antwoord
De zin die je moet kiezen, is de laatste: Vroeger was … met voorbeeldbrieven.

 
Daarvóór wordt een voorbeeld gegeven (de liefdesbrief van ene Maarten) en voorbeelden zijn niet het belangrijkste van een tekst.

Slide 5 - Tekstslide

Hoofd- en bijzaken
Hoofdzaken:
De belangrijkste informatie in een tekst -> vind je vaak op voorkeursplaatsen (inleiding of slot).
Je kunt met de hoofdzaken een samenvatting maken.

Bijzaken:
Informatie die niet zo belangrijk is.

Slide 6 - Tekstslide

Hoofd - en bijzaken
hoofdzaken
bijzaken
- belangrijk
- inleiding en slot
- kernzin (1e of laatste zin alinea)
- belangrijk voor maken samenvatting
- minder belangrijk
- voorbeelden, getallen
- maken de tekst 'smeuiig'

Slide 7 - Tekstslide

Kernzin
  • Hoofdzaak van een alinea. 
  • Vaak eerste of laatste zin van de alinea.
  • Soms tweede zin, eerste zin vormt dan een verband met de vorige alinea('s).

Slide 8 - Tekstslide

Schema van een tekst maken
  1. Lees de tekst goed door.
  2. Onderstreep de hoofdzaken: let op de voorkeursplaatsen en kijk naar opvallend gedrukte woorden.

Slide 9 - Tekstslide

samenvatting maken
  1. Lees de tekst goed door.
  2. Onderstreep de hoofdzaken: let op de voorkeursplaatsen en kijk naar opvallend gedrukte woorden.
  3. Neem kernzinnen en andere hoofdzaken over. Maak er een samenhangend geheel van. Gebruik signaalwoorden om verbanden aan te geven.

Slide 10 - Tekstslide

Hoofd- en bijzaken.
Wat is een hoofdzaak eigenlijk?
A
Hoofdzaken geven de belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.
B
Hoofdzaken geven minder belangrijke informatie.
C
Hoofdzaken maken de tekst iets duidelijker
D
Hoofd- en bijzaken bestaan niet.

Slide 11 - Quizvraag

Hoofd- en bijzaken:
Wat zijn bijzaken?
A
Uitleg
B
Toelichting
C
Voorbeelden
D
Feiten

Slide 12 - Quizvraag

Is de volgende zin een hoofd- of bijzaak?

De topsnelheid is 32 kilometer per uur, heel wat in die tijd.
A
hoofdzaak
B
bijzaak

Slide 13 - Quizvraag

Welke leesstrategie pas je toe als je op zoek gaat naar de hoofd- en bijzaken?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Grondig lezen

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag - Cursus 1 Lezen
Wat:  Paragraaf 5: Hoofd- en bijzaken: opdr 3 en 4
Hoe: Klassikaal lezen, zelf maken.
Nodig: boek en schrift
Tijd: 5 min, 15 min zelfstandig
Hulp: docent 
Geluid: stilte
Klaar: Ga door met 6 en 7
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 16 - Woordweb

Heb je nog een vraag over deze les?

Slide 17 - Woordweb

Afronden
Aan het einde van deze les:
- Weet je het verschil tussen hoofd- en bijzaken.

Huiswerk:
Maak opdracht 3 en 4 van paragraaf 5

Slide 18 - Tekstslide