In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Hoofd- en bijzaken
Slide 1 - Tekstslide
doelen:
Ik kan onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken.
Ik kan kernzinnen herkennen.
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
uitleg hoofd- en bijzaken & kernzinnen,
zelfstandig aan het werk
Slide 3 - Tekstslide
Welke zin uit onderstaande tekst is de belangrijkste? Waarom?
Loflied op de oude liefdesbrief
In een van de oudste Nederlandse liefdesbrieven schrijft ene Maarten aan zijn geliefde: ‘Ic scijnke hu mijn herte, ziel ende lijf.’ In modern Nederlands: Ik geef me helemaal aan je over. Maarten bedacht zijn woorden waarschijnlijk zelf, wat in die tijd erg bijzonder was. Vroeger was het namelijk de gewoonte om het schrijven van liefdesbrieven aan een beroepsschrijver over te laten of iets te kopiëren uit een boek met voorbeeldbrief.
Controleren
Controleren
Controleren
Vul twee dingen in die je opvallen aan de verbale en non-verbale communicatie van Mart Smeets.
Slide 4 - Tekstslide
Antwoord
De zin die je moet kiezen, is de laatste: Vroeger was … met voorbeeldbrieven.
Daarvóór wordt een voorbeeld gegeven (de liefdesbrief van ene Maarten) en voorbeelden zijn niet het belangrijkste van een tekst.
Slide 5 - Tekstslide
hoofd- en bijzaken
Hoofdzaken:
De belangrijkste informatie in een tekst -> vind je vaak op voorkeursplaatsen (inleiding of slot).
Bijzaken:
Informatie die niet zo belangrijk is. -> ??
Slide 6 - Tekstslide
kernzin
Hoofdzaak van een alinea.
Vaak eerste of laatste zin van de alinea.
Soms tweede zin, eerste zin vormt dan een verband met de vorige alinea('s).
Slide 7 - Tekstslide
schema van een tekst maken
Lees de tekst goed door.
Onderstreep de hoofdzaken: let op de voorkeursplaatsen en kijk naar opvallend gedrukte woorden.
Slide 8 - Tekstslide
samenvatting maken
Lees de tekst goed door.
Onderstreep de hoofdzaken: let op de voorkeursplaatsen en kijk naar opvallend gedrukte woorden.
Neem kernzinnen en andere hoofdzaken over. Maak er een samenhangend geheel van. Gebruik signaalwoorden om verbanden aan te geven.
Slide 9 - Tekstslide
Hoofd- en bijzaken. Wat is een hoofdzaak eigenlijk?
A
Hoofdzaken geven de belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.
B
Hoofdzaken geven minder belangrijke informatie.
C
Hoofdzaken maken de tekst iets duidelijker
D
Hoofd- en bijzaken bestaan niet.
Slide 10 - Quizvraag
Hoofd- en bijzaken: Wat zijn bijzaken?
A
Uitleg
B
Toelichting
C
Voorbeelden
D
Feiten
Slide 11 - Quizvraag
Is de volgende zin een hoofd- of bijzaak?
De topsnelheid is 32 kilometer per uur, heel wat in die tijd.
A
hoofdzaak
B
bijzaak
Slide 12 - Quizvraag
Is deze zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak?
Om te voorkomen dat ooit nog eens zo'n ramp zou plaatsvinden, werd na de watersnood snel begonnen met de Deltawerken.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 13 - Quizvraag
Is deze zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak?
Dankzij dit enorme project is ZuidwestNederland stukken beter beveiligd tegen overstromingen.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 14 - Quizvraag
Welke leesstrategie pas je toe als je op zoek gaat naar de hoofd- en bijzaken?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Grondig lezen
Slide 15 - Quizvraag
Hoofd-en bijzaken staan nooit samen in één alinea.