Ik kan uitleggen wat een onderzoek is.
Ik kan de stappen van een onderzoek en proefverslag noemen.
Ik kan uitleggen wat een organisme is.
Ik kan de onderdelen van een microscoop met naam en functie noemen.
Ik kan meetresultaten verwerken in een tabel en/of grafiek.
Ik kan gevarensymbolen herkennen.