Traditie en innovatie - toegepaste kunst

Traditie en innovatie - toegepaste kunst
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Traditie en innovatie - toegepaste kunst

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je maakt kennis met toegepaste kunst en droog design. 
  • Je denkt na over de traditie en de innovatie van design.  
  • Je weet wat het verschil is tussen uitvinden en ontwerpen.
  • Je kent de begrippen: designtoegepaste kunst, industriële revolutie, innovatief ontwerp,  modernisme, functioneel, decoratie, Dutch Design en Droog. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

traditie en innovatie
 Binnen de vormgeving spreken we van traditie en innovatie. Traditie is herkenbaar. We zien bepaalde ontwerpstijlen en -principes die de waarden, overtuigingen en smaak van een bepaalde tijd of plaats weerspiegelen.
We spreken van innovatie wanneer de traditie niet zomaar herhaald wordt. Er wordt gebroken met bestaande waarden en overtuigingen om vernieuwende vormen en technieken te gebruiken binnen de vormgeving

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is toegepaste kunst?

Slide 4 - Open vraag

eruit. moet in autonoom of toegepast (daar beginnen we mee in de lessenreeks)
Design = ontwerp
Design is toegepaste kunst waarbij er hoge eisen gesteld zijn aan de functie en de vorm.  
 
Ook techniek speelt een belangrijke rol. Sinds de uitvinding van machines kan design in grote oplagen worden geproduceerd.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

https://www.youtube.com/shorts/x52wvuRyj78

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitvinding of ontwerp
In de negentiende eeuw, tijdens de industriële revolutie is het merendeel van de moderne mechanische en elektronische producten uitgevonden.

Een innovatief ontwerp is vandaag de dag dus niet een nieuwe uitvinding, maar het opnieuw ontdekken van materialen, technieken en vormen bij bestaande producten.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorm volgt functie
In het begin van de 20ste eeuw ontstaat het modernisme. Een stroming als reactie op de maatschappelijke ontwikkelingen van die tijd. Denk hierbij aan de industriële revolutie. 

In het modernisme zijn slogans zoals 'less is more' en  'vorm volgt functie' typerend voor het design.

Slide 8 - Tekstslide

'Vorm volgt functie' uitleggen.
De kever is namelijk volgens dit principe vormgegeven. (en eigenlijk iedere moderne auto). 'allemaal even revolutionair van vormgeving en zich wat betreft de esthetiek onderscheidden door de aandacht voor functie in plaats van styling' -Industriële vormgeving - Penny Sparke
Originele kever 
(= Beetle)
New Beetle

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Chysler model 1930 vs Chrysler Airflow 1934 - de eerste gestroomlijnde auto die in productie werd genomen. Gebaseerd op onderzoek via windtunnelproeven waaruit bleek dat een auto achteruit efficiënter reed. Op grond daarvan dit eerste gestroomlijnde model. Het bleek te geavanceerd voor het publiek en de productie werd in 1937 weer gestaakt.

Slide 11 - Tekstslide

Een klassieke citroen type H tegenover een nieuwe variant. De nieuwe variant is een body kit welke over een Citroen  Jumper gemonteerd kan worden. De citroen Jumper voldoet aan de slogan vorm volgt functie. Een functioneel en gestroomlijnd model. De body kit voldoet niet aan deze slogan, toch is de nieuwe variant meer functioneel, lees gestroomlijnd, dan zijn voorganger.
Is de nieuwe citroen bus innovatie of juist niet?
ja, het is innovate
Nee, het is geen innovatie

Slide 12 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Less is more
De modernistische slogan 'less is more' doet een uitspraak over de vormgeving. 

Waar vorm volgt functie gaat over het gegeven dat een ontwerp ten alle tijden functioneel moet zijn en de functie dus bepaalt hoe het eruit ziet, gaat less is more over de afkeer van versiering en onnodige decoratie.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De buisstoel
Deze stoel, ontworpen door Marcel Breuer in 1926 is geïnspireerd op de stevigheid en het geringe gewicht van de fiets. 
Er ontstaat een nieuw soort vormgeving vanuit wat machines kunnen maken en die zich kenmerkt door lichte vormen en ruimtelijkheid
Het is een klassieke herinterpretatie van een traditionele leunstoel.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dutch design
In Nederland ontwikkelen ontwerpers vanaf 1980 een eigen stijl: Dutch Design. Deze term wordt voor het eerst gebruikt in 1993 en de stijl is internationaal bekend.

Een toonaangevend label dat zich van hieruit ontwikkeld heeft is ontwerpbedrijf Droog.  

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Traditie
Innovatie

Slide 17 - Tekstslide

Rubber Vaas van Hella Jongerius geïnspireerd op een archetypische (oudste vorm die ten grondslag ligt aan latere varianten) vaas uit het verleden.

Wordt in het filmpje van dia 19 getoond.

Slide 18 - Tekstslide

Tree trunk bench van Jurgen Bay neemt klassieke leunstoelen als uitgangspunt voor vernieuwing. De leuningen van de stoelen worden in een ander materiaal vervaardigd en gecombineerd met een eigenlijk niet handmatig te produceren materiaal, een boomstam.

Wordt in het filmpje van dia 16 getoond.
Droog design

Droog design is bijna een synoniem voor Dutch design geworden. 
Droog is een ontwerpbureau dat de kenmerken van Dutch design in de markt zet. Dutch design wordt een soort merknaam. 

Slide 19 - Tekstslide

Knoopstoel van Marcel Wanders is een mooi voorbeeld van Dutch Design. Deze stoel is ontstaan in samenwerking met Droog en de TU Delft. Het is een stoel die slechts 1,4 kg weegt. De stoel doet denken aan macramé of aan een hangmat. Het is eigenlijk de vorm van humor die Dutch Design kenmerkt. Het is een gimmick – het is alsof het touw is en nooit zo zou kunnen staan. Door het touw in epoxy te dopen wordt de stoel hard. 

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken Dutch Design
  • Minimalistisch
  • Experimenteel
  • Innovatief 
  • Origineel
  • Statement
  • Duurzaamheid
  • Inspiratie uit het verleden 
  • Humor
 
Geen gemeenschappelijke ideologie of vormgeving.

Slide 21 - Tekstslide

Verschilt van het modernisme waarin less is more & form follows function centraal stonden.
Piet Hein Eek 

Als we kijken naar vernieuwend design kunnen we een nieuwe ontwikkeling ontdekken. Design houd zich namelijk bezig met maatschappelijke onderwerpen zoals duurzaamheid. Hier is duidelijk te zien dat Piet Hein Eek gebruik maakt van bestaand materiaal om zijn ontwerpen vorm te geven.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maarten Baas
Maarten Baas kan overduidelijk gerekend worden tot Dutch Design. Niet alleen verhoud hij zich tot de traditie van de vormgeving, in zijn werk zien we een statement en humor terug. Hij is innovatief en experimenteel met vorm en materiaalgebruik.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Hier is het statement dat kenmerkend is voor Duch Design, duidelijk zichtbaar. Het is tijd voor iets nieuws. Het letterlijk verbranden van de klassiekers. Inspiratie uit het verleden kan dus zorgen voor vernieuwing in de vorm van een statement.

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Coco Chanel
Gabrielle Bonheur 'Coco' Chanel (1883 –1971) was een Franse ontwerpster van damesmode en de oprichter van het merk Chanel. Samen met enkele tijdgenoten zorgde ze voor vernieuwende mode. Het korsetfiguur van de toenmalige mode werd ingewisseld voor meer casual dameskleding.



Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Traditie en innovatie
Rembrandt
Iris van Herpen
Erwin Olaf

Slide 28 - Tekstslide

Een innovatief ontwerp door modeontwerper Iris van Herpen, waarbij ze gebruik maakt van een 3D printer.

Slide 29 - Tekstslide

een innovatieve nieuwe klomp van mode ontwerpers Victor en Rolf
Klederdracht van Viktor en Rolf 
Voor hun herfst-wintercollectie 2007 lieten Viktor Horsting en Rolf Snoeren zich inspireren door klederdracht. Hun ontwerpen zijn spraakmakend en worden getoond in vele musea. Op slide 29 zie je een paar traditionele klompen naast de klompen die Viktor & Rolf ontwierpen voor hun collectie in 2007. 

- Noem twee voorbeelden waarin de klompen van Viktor & Rolf verschillen van traditionele klompen.

Zoek de identiteit van Viktor & Rolf op. Beschrijf in een half A4tje:
- wat hun identiteit is, 
- wat ze willen uitstralen, 
- hoe ze dat doen en waar je dat kunt zien. (welke kledingstukken of modeshows) 
- voeg minimaal 3 afbeeldingen toe die je tekst ondersteunen

Je zou kunnen zeggen dat de ontwerpers de klompen gebruiken om de identiteit van hun merk Viktor & Rolf te versterken. - Leg deze bewering uit.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op onderstaande afbeeldingen zie je Nederlandse vrouwen in klederdracht rond 1900. Op de schouders van de vrouw op de rechterfoto ligt een juk waarmee ze manden draagt.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op onderstaande afbeeldingen zie je de modeshow in Parijs waar de modellen met een bijzondere constructie op hun schouders liepen.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klederdracht van Viktor en Rolf 
Aan de constructie op de schouders van de modellen hangen lampen (dia 32).

- Noem twee mogelijke redenen die Viktor & Rolf hebben om de constructies te gebruiken in deze modeshow.

Je kan Viktor & Rolf zowel modeontwerpers als kunstenaars noemen. 

- Geef voor beide een argument.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies