A1C H2 les 14

Bonjour!

H2  C'est si bon!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Bonjour!

H2  C'est si bon!

Slide 1 - Tekstslide

Comment ça va ?


Je suis en pleine forme!

Je suis amoureux(se)
Je suis fatigué(e)
Je suis crevé(e)
ça ne va pas du tout!

Slide 2 - Tekstslide

Quel temps
fait-il
aujourd'hui?

Slide 3 - Tekstslide

Programme
  • Les Bleus à Qatar
  • ken je de getallen t/m 100?
  • Bron F: lecture ex 24a, 24b, 25 p.80
  • Bron G : on parle   ex. 28, 29,20 p.86

Slide 4 - Tekstslide

pour jeudi 01/12
Réviser: de getallen t/m 100  +  vocabulaire Bron F

Slide 5 - Tekstslide

In welke kleuren speelt het Franse nationaal voetbalelftal thuiswedstrijden?
A
bleu - blanc - rouge
B
blanc - jaune - noir
C
bleu - rouge - vert

Slide 6 - Quizvraag

Comment s'appelle le
sélectionneur de
l'équipe française?
A
Zinédine Zidane
B
Raymond Kopa
C
Didier Deschamps
D
Michel Platini

Slide 7 - Quizvraag

Qui est le capitaine?
A
Hugo Lloris
B
Thierry Henry
C
Kylian Mbappé
D
Johan Cruijff

Slide 8 - Quizvraag

La France a été champion du monde ...
A
une fois
B
deux fois
C
pas du tout
D
trois fois

Slide 9 - Quizvraag

La France a été champion d'Europe ...
A
une fois
B
deux fois
C
pas du tout
D
trois fois

Slide 10 - Quizvraag

Quel animal est le symbole des bleus?
A
Un chien (hond)
B
Un chat (kat)
C
Un coq (haan)
D
Une poule (kip)

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent défenseur?
A
aanvaller
B
verdediger
C
keeper
D
scheidsrechter

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent gardien?
A
aanvaller
B
verdediger
C
keeper
D
scheidsrechter

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent attaquant?
A
aanvaller
B
verdediger
C
keeper
D
scheidsrechter

Slide 14 - Quizvraag

tu connais quels
joueurs?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide

schrijf op 0,10,20,30,40,50,60

Slide 17 - Open vraag

schrijf op 70, 80, 90

Slide 18 - Open vraag

schrijf op: 100

Slide 19 - Open vraag

94

Slide 20 - Open vraag

schrijf op: 73

Slide 21 - Open vraag

schrijf op: 89

Slide 22 - Open vraag

donc:
70 = soixante-dix (60 + 10)
71 = soixante et onze (60 + 11)
80 = quatre-vingts (4 x 20)
90 = quatre-vingt-dix (4 x 20 + 10)
91 = quatre-vingt-onze (4 x 20 + 11)

Slide 23 - Tekstslide

vocabulaire E p.93

Slide 24 - Tekstslide

Objectifs
Qu'est-ce que tu as appris aujourd'hui?




Wat heb je vandaag geleerd/ herhaald?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video