begroetingen/gefeliciteerd/pers vnw

Goedemorgen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen

Slide 1 - Tekstslide

Schedule today
  • video and word web verjaardag
  • new extended word list Quizlet
  • repeat order of words in a regular sentence
  • verbs (werkwoorden)
  • Klare taal les 4 

Slide 2 - Tekstslide

Inquiry questions
Which words do you use when it is someone's birthday?
How do you conjugate a verb in Dutch?

Slide 3 - Tekstslide

verjaardag

Slide 5 - Woordweb

Quizlet woordenschat
Open your laptop and find this link in the messages in Managebac:

https://quizlet.com/_a4tlms?x=1jqt&i=3klu0p

Slide 6 - Tekstslide

Nieuwe woorden
Read through the wordlist. 
Which words do you know already?
Make sure you how to pronounce the words. 
You can use the audio button to listen to the pronunciation. 

Slide 7 - Tekstslide

Een paar vragen (a few questions)
 Wat is je favoriete kleur?
Welke dag is het vandaag?
Welke kleur is dit?
Het is ...
Op welke dag ben jij jarig?
Ik ben jarig op (date)(month)

Slide 8 - Tekstslide

Quick practise
Have a dialog with the person next to you. Ask them the question in the previous slide. They answer the question. Then switch. You have 5-10 mins.

Slide 9 - Tekstslide

Gewone volgorde in een hoofdzin:
Onderwerp persoonsvorm iets anders  (OPA)

Jan  loopt naar school
Ik werk elke dag

Slide 10 - Tekstslide

Zin met inversie (apo)
when the sentence starts with something else, for ex. the time or the place: 
Anders persoonsvorm onderwerp
Morgen ga ik voetballen
Om vijf uur kom ik 

Slide 11 - Tekstslide

Maak zelf een goede zin met de volgende woorden: wij naar school elke dag gaan

Slide 12 - Open vraag

Goede zinnen
Wij gaan elke dag naar school.
Elke dag gaan wij naar school.

Wat ook nog kan:
Naar school gaan wij elke dag.

Slide 13 - Tekstslide

Order of sentences (zinnen)
Create 3 sentences, including a question, with the following words:
Jan 
 elke avond
 kijkt
 televisie


Slide 14 - Tekstslide

Jan kijkt elke avond televisie
Elke avond kijkt Jan televisie
Kijkt Jan elke avond televisie?

Slide 15 - Tekstslide

Personal pronouns

Singular

Ik-I
jij/je-you
hij/zij/u-he/she


Plural

wij,we-we
jullie-you
zij-they

Slide 16 - Tekstslide

Werkwoorden
Klare taal les 5

Slide 17 - Tekstslide

Inquiry questions
Which words do you use when it is someone's birthday?
How do you conjugate a verb in Dutch?

Slide 18 - Tekstslide