10.3 de toenemende westerse welvaart ..

Plattegrond (na toets volgt een nieuwe)
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Plattegrond (na toets volgt een nieuwe)

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Toenemende westerse welvaart & sociaal culturele veranderingsprocessen

!in ieder geval 1 vraag oefenen!





Donderdag
Europa + Pluriforme samenlevingen?
oefenen

Toetsweek
Tijdvak 5-10

Slide 2 - Tekstslide

situatie na 1945

Slide 3 - Tekstslide

Wederopbouw

Slide 5 - Tekstslide

De Wederopbouw lukt!

  • Nederland wordt opgebouwd met behulp van het Marshallplan (Amerika)
  • De snel groeiende industrialisatie in Nederland.
  • mechanisatie landbouw
  •  de geleide loonpolitiek.


    Slide 6 - Tekstslide

    Geleide loonpolitiek
    Het kabinet bepaalde hoe hard de lonen mochten stijgen

    Lagere lonen zorgden ervoor dat Nederlandse producten goedkoop waren in het buitenland

    Slide 7 - Tekstslide

    Stijging welvaart

    Slide 8 - Tekstslide

    Slide 9 - Tekstslide

    De consumptiemaatschappij
    • 1963 lonen stijgen omdat het goed ging met de economie
    • De geleide loonpolitiek wordt losgelaten 
    • Geld over om aan luxeproducten te besteden = consumptiemaatschappij

    Slide 10 - Tekstslide

    Wat is een van de oorzaken van de consumptiemaatschappij?
    A
    loslaten geleide loonpolitiek
    B
    einde WOI
    C
    nieuwe uitvindingen in de industrialisatie
    D
    opening van nieuwe winkels met televisies

    Slide 11 - Quizvraag

    Wat is een consumptiemaatschappij?
    A
    Een samenleving waarin mensen zuinig moeten zijn.
    B
    Een samenleving waarin mensen luxegoederen kunnen kopen.
    C
    Een samenleving waarin mensen hard moeten werken.
    D
    Een samenleving waarin iedereen een uitkering krijgt.

    Slide 12 - Quizvraag

    De geleide loonpolitiek hield in:
    A
    De lonen werden steeds hoger
    B
    De lonen werden door de overheid laag gehouden
    C
    De lonen werden steeds lager
    D
    De lonen werden door de werkgevers laag gehouden

    Slide 13 - Quizvraag

    verzorgingsstaat

    Slide 14 - Tekstslide

    uitleg video verzorgingsstaat

    Slide 15 - Tekstslide

    Willem Drees

    • Willem Drees  was premier tijdens de Wederopbouw. 
    • Onder zijn leiding - bouw van de verzorgingsstaat.
    • Drees wilde een eind maken aan de armoede in Nederland. 

    Slide 16 - Tekstslide


    Opbouw verzorgingsstaat
    - overheid moet ingrijpen om armoede en 
       werkloosheid te voorkomen
    - invoering sociale wetten: AOW, WW, WIA, 
       Bijstand
       

    1 januari 1957
    Eerste uitbetaling AOW

    Slide 17 - Tekstslide

    Wat is een verzorgingsstaat?
    A
    Daarin worden wetten gemaakt.
    B
    Daar vindt het proces van socialisatie plaats.
    C
    een systeem waarbij de overheid zorgt voor het welzijn van de inwoners
    D
    zorgt ervoor dat het gedrag van mensen voorspelbaar is.

    Slide 18 - Quizvraag

    Waarom wordt Drees ook wel 'Vadertje Drees' genoemd?
    A
    Omdat hij veel kinderen had.
    B
    Omdat hij zich bemoeide met iedereen.... Irritant!
    C
    Omdat hij Duitsland veroverde.
    D
    Omdat hij de verzorgingsstaat heeft bedacht.

    Slide 19 - Quizvraag

    meer rechten voor vrouwen

    Slide 20 - Tekstslide

    Slide 21 - Tekstslide

    Jongerenculturen

    Slide 22 - Tekstslide

    Slide 23 - Tekstslide

    individualisering

    Slide 24 - Tekstslide

    Slide 25 - Tekstslide

    Ontzuiling
    Secularisatie

    Slide 26 - Tekstslide

    • Pluriform -> verschillende manieren van leven, verschillende normen en waarden leven bij elkaar.  Het gaat om de leefwijze 

    • Komst migranten zorgt voor een pluriforme samenleving 
    • maar ook veranderende normen & waarden
    Pluriforme samenleving 

    Slide 27 - Tekstslide

    examenvraag

    Slide 28 - Tekstslide

    Opdracht 2 (2 punten)
    In 1962 organiseerde een supermarktketen een wedstrijd voor caissières, waarbij de deelneemsters werden beoordeeld op nauwkeurigheid en snelheid. Deze wedstrijd paste bij de opkomst van de consumptiemaatschappij. 
    -->Leg dit verband uit. 

    Slide 29 - Tekstslide

    Door te oordelen op nauwkeurigheid / snelheid van het afrekenen, liet de supermarktketen zien dat zij gericht was op meer omzet / dat zij wilde bevorderen dat er steeds meer kon worden verkocht (wat paste bij de opkomst van de consumptiemaatschappij).

    Slide 30 - Tekstslide

    Pluriforme samenleving
    1. minder invloed van de kerk en zuilen
    2. anticonceptiepil - vrijere seksuele moraal
    3. meer echtscheidingen
    4. homoseksualiteit
    5. tweede feministische golf

    Slide 31 - Tekstslide

    Geen pluriformiteit
    Eerst gingen mensen zo om met seksualiteit: 

    1. Geen seks voor het huwelijk. 
    2. Bloot in het openbaar. 
    3. Seks praatte je bijna niet over. 
    4. Scheiden was een schande. 

    Slide 32 - Tekstslide

    Voorbeeld 1 pluriformiteit
    Dikt veranderde door de seksuele revolutie: 

    1. Anticonceptie kwam op de markt. 
    2. Mensen gingen vrijer om met seks. 
    3. Praten over seks werd normaal. 
    4. Seks voor het huwelijk werd normaal. 
    5. Ongehuwd samen wonen werd normaal. 
    6. Scheiden werd makkelijker. 

    Slide 33 - Tekstslide

    Tweede Feministische golf
    • 1900 Eerste Feministische golf (kiesrecht)
    • 1960 Tweede Feministische golf:

    1. Gelijke kansen in opleiding en werk
    2. Verandering van het vaste rollenpatroon
    3. Gelijke beloning bij gelijk werk

    Slide 34 - Tekstslide

    Voorbeeld 2 pluriformiteit
    Door de ontzuiling werden verhoudingen tussen mannen en vrouwen meer gelijk. 

    1. Vrouwen konden gaan studeren. 
    2. Getrouwde vrouwen konden blijven werken. 
    3. Vrouwen hoefden niet alleen voor het huishouden te zorgen. 

    Slide 35 - Tekstslide

    "De pluriformiteit steeg in Nederland"
    Dit betekent dat ...............
    A
    iedereen in een land gelijk aan elkaar is
    B
    het een land is met dezelfde culturen, geloven & gewoontes
    C
    het een land is met verschillende culturen, geloven & gewoontes
    D
    iedereen mag zijn wie hij/zij wilt zijn

    Slide 36 - Quizvraag

    Door sociaaleconomische veranderingen en de immigratie veranderde het land. Nederland werd een land van mensen met verschillende gewoonten, geloven en leefstijlen.
    A
    secularisatie
    B
    pluriformiteit
    C
    identiteit
    D
    individualisatie

    Slide 37 - Quizvraag

    Verzet in de jaren 60
    • Jongerencultuur = een groep jongeren met dezelfde waarden, normen en gewoonten.

    • Jongerenculturen zijn ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw. Waarom toen?
    1. kwam er meer welvaart
    2. kregen jongeren meer vrije tijd.
    3. langer samen naar school.

    Slide 38 - Tekstslide

    Nozems, provo's en hippies

    Slide 39 - Tekstslide

    Door de welvaart ontstond er een aparte jongerencultuur, wat is dat?
    A
    Cultuur waarin jongeren goed luisterden
    B
    Jongeren gingen zich anders gedragen dan hun ouders
    C
    Jongeren gingen enorm rellen en tegen de politie vechten

    Slide 40 - Quizvraag

    Wat is GEEN (!) oorzaak van de opkomst van jongerenculturen.
    A
    Toegenomen welvaart
    B
    Meer vrije tijd
    C
    Amerikanisering
    D
    Lagelonenpolitiek

    Slide 41 - Quizvraag

    Welke
    jongerencultuur
    is dit?
    A
    Nozems
    B
    Provos
    C
    Hippies
    D
    Hipsters

    Slide 42 - Quizvraag

    Wat was geen doel van de Tweede Feministische Golf?
    A
    Gelijke verdeling huishouden.
    B
    Kiesrecht voor vrouwen.
    C
    Kinderopvang voor werkende vrouwen.
    D
    Anticonceptie gratis verkrijgbaar.

    Slide 43 - Quizvraag

    In de jaren zestig ontstond er in Nederland een jongerencultuur. Waardoor ontstond deze
    jongerencultuur?
    A
    Door de komst van gastarbeiders: autochtone jongeren wilden een eigen identiteit ontplooien.
    B
    Door het harmoniemodel: jongeren zochten naar duidelijke keuzes in plaats van compromissen.
    C
    Door de armoede na de oorlog: jongeren uit arme gezinnen zochten nieuwe vormen van vermaak.
    D
    Door de welvaart: jongeren kregen geld en vrije tijd om zich persoonlijk te ontwikkelen.

    Slide 44 - Quizvraag

    waarom was de wederopbouw nodig?
    A
    om alles weer op te bouwen na WOI
    B
    om te kunnen investeren
    C
    voor te handelen met andere landen
    D
    om alles weer op te bouwen na WOII

    Slide 45 - Quizvraag

    Wat is een verzorgingsstaat?
    A
    Een land waarin de regering zorgt voor mensen die ziek, gehandicapt, oud of werkloos zijn.
    B
    Een land waarin de mensen die er wonen heel gelukkig zijn, ook al zijn ze ziek, oud, gehandicapt of werkloos
    C
    Een regering die heel goed voor zichzelf zorgt en andere aan hun lot .overlaat
    D
    Een staat die zorgt voor goede snelwegen, bruggen, spoorlijnen, zodat de handel kan groeien.

    Slide 46 - Quizvraag

    "De pluriformiteit steeg in Nederland"
    Dit betekent dat ...............
    A
    iedereen in een land gelijk aan elkaar is
    B
    het een land is met dezelfde culturen, geloven & gewoontes
    C
    het een land is met verschillende culturen, geloven & gewoontes
    D
    iedereen mag zijn wie hij/zij wilt zijn

    Slide 47 - Quizvraag


    Wat heeft de tweede feministische golf bereikt?
    A
    Deeltijdwerk, hoger onderwijs, abortus
    B
    Stemrecht, betere scholing
    C
    Deeltijdwerk, betere scholing, abortus
    D
    Hoger onderwijs, stemrecht, abortus

    Slide 48 - Quizvraag