Onder zijn leiding - bouw van de verzorgingsstaat.
Drees wilde een eind maken aan de armoede in Nederland.
Slide 12 - Tekstslide
Opbouw verzorgingsstaat
- overheid moet ingrijpen om armoede en
werkloosheid te voorkomen
- invoering sociale wetten: AOW, WW, WIA,
Bijstand
1 januari 1957
Eerste uitbetaling AOW
Slide 13 - Tekstslide
Wat is een verzorgingsstaat?
A
Daarin worden wetten gemaakt.
B
Daar vindt het proces van socialisatie plaats.
C
een systeem waarbij de overheid zorgt voor het welzijn van de inwoners
D
zorgt ervoor dat het gedrag van mensen voorspelbaar is.
Slide 14 - Quizvraag
Waarom wordt Drees ook wel 'Vadertje Drees' genoemd?
A
Omdat hij veel kinderen had.
B
Omdat hij zich bemoeide met iedereen.... Irritant!
C
Omdat hij Duitsland veroverde.
D
Omdat hij de verzorgingsstaat heeft bedacht.
Slide 15 - Quizvraag
Ontzuiling
Secularisatie
Slide 16 - Tekstslide
Pluriform -> verschillende manieren van leven, verschillende normen en waarden leven bij elkaar. Het gaat om de leefwijze
Komst migranten zorgt voor een pluriforme samenleving
maar ook veranderende normen & waarden
Pluriforme samenleving
Slide 17 - Tekstslide
Pluriforme samenleving
minder invloed van de kerk en zuilen
anticonceptiepil - vrijere seksuele moraal
meer echtscheidingen
homoseksualiteit
tweede feministische golf
Slide 18 - Tekstslide
Geen pluriformiteit
Eerst gingen mensen zo om met seksualiteit:
Geen seks voor het huwelijk.
Bloot in het openbaar.
Seks praatte je bijna niet over.
Scheiden was een schande.
Slide 19 - Tekstslide
Voorbeeld 1 pluriformiteit
Dikt veranderde door de seksuele revolutie:
Anticonceptie kwam op de markt.
Mensen gingen vrijer om met seks.
Praten over seks werd normaal.
Seks voor het huwelijk werd normaal.
Ongehuwd samen wonen werd normaal.
Scheiden werd makkelijker.
Slide 20 - Tekstslide
Tweede Feministische golf
1900 Eerste Feministische golf (kiesrecht)
1960 Tweede Feministische golf:
Gelijke kansen in opleiding en werk
Verandering van het vaste rollenpatroon
Gelijke beloning bij gelijk werk
Slide 21 - Tekstslide
Voorbeeld 2 pluriformiteit
Door de ontzuiling werden verhoudingen tussen mannen en vrouwen meer gelijk.
Vrouwen konden gaan studeren.
Getrouwde vrouwen konden blijven werken.
Vrouwen hoefden niet alleen voor het huishouden te zorgen.
Slide 22 - Tekstslide
"De pluriformiteit steeg in Nederland" Dit betekent dat ...............
A
iedereen in een land gelijk aan elkaar is
B
het een land is met dezelfde culturen, geloven & gewoontes
C
het een land is met verschillende culturen, geloven & gewoontes
D
iedereen mag zijn wie hij/zij wilt zijn
Slide 23 - Quizvraag
Door sociaaleconomische veranderingen en de immigratie veranderde het land. Nederland werd een land van mensen met verschillende gewoonten, geloven en leefstijlen.
A
secularisatie
B
pluriformiteit
C
identiteit
D
individualisatie
Slide 24 - Quizvraag
Verzet in de jaren 60
Jongerencultuur = een groep jongeren met dezelfde waarden, normen en gewoonten.
Jongerenculturen zijn ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw. Waarom toen?
kwam er meer welvaart.
kregen jongeren meer vrije tijd.
langer samen naar school.
Slide 25 - Tekstslide
Nozems, provo's en hippies
Slide 26 - Tekstslide
Door de welvaart ontstond er een aparte jongerencultuur, wat is dat?
A
Cultuur waarin jongeren goed luisterden
B
Jongeren gingen zich anders gedragen dan hun ouders
C
Jongeren gingen enorm rellen en tegen de politie vechten
Slide 27 - Quizvraag
Wat is GEEN (!) oorzaak van de opkomst van jongerenculturen.
A
Toegenomen welvaart
B
Meer vrije tijd
C
Amerikanisering
D
Lagelonenpolitiek
Slide 28 - Quizvraag
Welke jongerencultuur is dit?
A
Nozems
B
Provos
C
Hippies
D
Hipsters
Slide 29 - Quizvraag
Wat was geen doel van de Tweede Feministische Golf?
A
Gelijke verdeling huishouden.
B
Kiesrecht voor vrouwen.
C
Kinderopvang voor werkende vrouwen.
D
Anticonceptie gratis verkrijgbaar.
Slide 30 - Quizvraag
In de jaren zestig ontstond er in Nederland een jongerencultuur. Waardoor ontstond deze jongerencultuur?
A
Door de komst van gastarbeiders: autochtone jongeren wilden een eigen identiteit ontplooien.
B
Door het harmoniemodel: jongeren zochten naar duidelijke keuzes in plaats van compromissen.
C
Door de armoede na de oorlog: jongeren uit arme gezinnen zochten nieuwe vormen van vermaak.
D
Door de welvaart: jongeren kregen geld en vrije tijd om zich persoonlijk te ontwikkelen.
Slide 31 - Quizvraag
waarom was de wederopbouw nodig?
A
om alles weer op te bouwen na WOI
B
om te kunnen investeren
C
voor te handelen met andere landen
D
om alles weer op te bouwen na WOII
Slide 32 - Quizvraag
Wat is een verzorgingsstaat?
A
Een land waarin de regering zorgt voor mensen die ziek, gehandicapt, oud of werkloos zijn.
B
Een land waarin de mensen die er wonen heel gelukkig zijn, ook al zijn ze ziek, oud, gehandicapt of werkloos
C
Een regering die heel goed voor zichzelf zorgt en andere aan hun lot .overlaat
D
Een staat die zorgt voor goede snelwegen, bruggen, spoorlijnen, zodat de handel kan groeien.
Slide 33 - Quizvraag
"De pluriformiteit steeg in Nederland" Dit betekent dat ...............
A
iedereen in een land gelijk aan elkaar is
B
het een land is met dezelfde culturen, geloven & gewoontes
C
het een land is met verschillende culturen, geloven & gewoontes