3LAT week 39
1 / 14
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Een bijwoordelijke bepaling geeft informatie over:
A
de plaats
B
de tijd
C
het middel
D
de oorzaak
Slide 4 - Quizvraag
Een auspex hield zich bezig met:
A
de vlucht van vogels
B
de ingewanden van dieren
Slide 5 - Quizvraag
Wat heeft Apollo te maken met Delphi?
A
Hij is daar geboren
B
Hij wordt daar vereerd als god
C
De Pythia zit daar en krijgt informatie van Apollo
D
Apollo doet daar voorspellingen voor mensen
Slide 6 - Quizvraag
Aan wie offer en bid je als je een goed cijfer voor je Latijntoets wilt?
A
Jupiter
B
niemand: je gaat gewoon leren
C
Mercurius
D
Minerva
Slide 7 - Quizvraag
Waarom deden Hecuba en Priamus hun zoon Paris weg?
A
Hij was een vervelende baby
B
Zijn echte vader was een herder
C
Hij zou onheil brengen
D
De Grieken hadden hem opgeëist
Slide 8 - Quizvraag
Hoe vertaal je deze woordgroep:
ira deorum terribilis
ira deorum terribilis
A
de woede van de vreselijke goden
B
de god van de woede
C
woedende goden zijn vreselijk
D
de vreselijke woede van de goden
Slide 9 - Quizvraag
Welke naamval gebruik je in het Latijn voor: (ik ga) naar huis
A
nom
B
acc
C
gen
D
dat
Slide 10 - Quizvraag
Welke naamval gebruik je in het Latijn voor: (ik sta) op een berg
A
nom
B
acc
C
abl
D
gen
