In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Welkom!
taak 4
De huisartsenpost
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Aanwezigen
Slide 3 - Tekstslide
Programma
1. Leerdoelen bespreken
2. Theorie Behandelen
3. Opdrachten 11 t/m 22 maken
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Doelen
1. Leren communiceren
2. Bezoekers ontvangen
3. Zakelijk bellen en een telefoonnotitie maken
Slide 6 - Tekstslide
Tekstbron 3.15 : Communiceren
Slide 7 - Tekstslide
Goed communiceren
Goed communiceren doe je zo:
Zorg dat verbale (met woorden) en non-verbale (met gebaren, houding en stem) communicatie met elkaar kloppen.
Toon respect voor de ander.
Luister actief.
Kies het communicatiemiddel dat past bij de ander.
Kies het communicatiemiddel dat past bij de situatie
Slide 8 - Tekstslide
Communicatiemiddel
Let erop dat het communicatiemiddel past bij de persoon en bij de situatie. Bijvoorbeeld: als je snel een reactie wilt hebben van een medestudent en weet dat die geen internetbundel voor zijn smartphone heeft, kun je hem beter bellen of sms’en. Om een afspraak met een docent te maken is e-mail of een persoonlijk gesprek vaak het beste communicatiemiddel. Als je heel veel mensen tegelijk wilt bereiken, maak je gebruik van massamedia, bijvoorbeeld een advertentie in de krant of een radiospotje. Ook sociale media vervullen steeds meer die rol.
Slide 9 - Tekstslide
Respect tonen
Laat de ander uitpraten, ook als je het er niet mee eens bent.
Toon begrip voor de emoties van de ander.
Spreek een volwassene met ‘u’ aan.
Accepteer anderen als mens, ook al hebben ze een heel andere mening.
Kijk de ander aan bij het praten.
Geef kritiek waar iemand wat aan heeft, dus niet achter de rug om.
Houd rekening met andere gewoonten en gebruiken.
Houd rekening met de privacy van de ander.
Slide 10 - Tekstslide
Bezoekers ontvangen
1. Zorg voor een representatief uiterlijk
2. Wees vriendelijk en beleefd
3. Stel de juiste vragen
4. Zorg voor een prettige wachttijd en ontvangstruimte
5. Registreer de bezoeker op de bezoekerslijst
6. Afscheid nemen
Slide 11 - Tekstslide
Zakelijk bellen
Voor een professioneel telefoongesprek hanteer je de volgende regels:
Start met een correcte begroeting, bijvoorbeeld ‘goedemorgen’ of ‘goedemiddag’.
Noem daarna de naam van de instelling, gevolgd door je eigen naam.
Noteer de naam van de beller.
Vraag wat je voor de ander kunt betekenen.
Herhaal de boodschap of geef een samenvatting.
Eindig met een correcte groet, bijvoorbeeld ‘Bedankt voor het bellen, fijne dag