4.3

Welkom 2C
4.2 Kun je meer produceren?
Economie
Pincode
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2C
4.2 Kun je meer produceren?
Economie
Pincode

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Welkom
- terugblik
-Huiswerk
- Leerdoelen
- Theorie
- Aan de slag
- Afsluiter

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Wat is milieuschade?
Wat is het verschil tussen bedrijfskosten en maatschappelijke kosten? 

Hoe moeten bedrijven duurzamer produceren?

Wat is de overeenkomst van recycling en kringloopeconomie?

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk
4.2 = opdrachten 1,3,4,5,6,8,11+12


Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
In deze presentatie leer je:
  • wat investeren is
  • hoe je de afschrijving berekent
  • wat het verschil is tussen mechanisering en automatisering
  • wat arbeidsproductiviteit is

Slide 5 - Tekstslide

Investeren
Investeren = kapitaalgoederen kopen, zoals een gebouw, machine of een bedrijfsauto.

Door te investeren kunnen bedrijven:
  • sneller produceren
  • goedkoper produceren
  • betere producten maken
  • duurzamer produceren.

Slide 6 - Tekstslide

Afschrijvingskosten
Een machine, vrachtwagen of een gebouw wordt in de loop van de tijd minder waard.

Afschrijving = de waardevermindering per jaar.

Aanschafprijs : aantal gebruiksjaren =Afschrijving

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
Jan koopt voor 28.500 een nieuwe machine. De machine gaat zes jaar me. 
Bereken de afschrijving per jaar
Aanschafprijs : aantal gebruiksjaren =Afschrijving

28500: 6 = 4750 euro per jaar afgeschreven

Slide 8 - Tekstslide

Sneller en beter produceren
Je kunt investeren in machines en apparaten. 

Mechaniseren =
  • machines nemen het zware werk van mensen over.

Automatiseren =
  • computers en computerprogramma’s  sturen de productie aan.
  • Robotisering is een bijzondere vorm  van automatisering.



Slide 9 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit
Door mechanisering en automatisering stijgt de arbeidsproductiviteit.
Dat is =
  • de hoeveelheid producten
  • die een werkende
  • in een bepaalde tijd
  •  kan maken.

Slide 10 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit
Hogere arbeidsproductiviteit betekent:
- meer produceren met evenveel mensen
 of

- Evenveel produceren met minder mensen.
    Hierdoor daalt de kostprijs per product.
( denk aan machines inzetten)

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Maken zelfstandig opdrachten van 4.3
Vragen? ik loop rond
klaar? samenvatting maken van H4 
laatste 5 minuten les afsluiten

Slide 12 - Tekstslide

Afsluiter
- Wat is investeren?
- Hoe bereken je de afschrijvingskosten?

- Wat is Mechanisering en automatisering?
- Wat is arbeidsproduciviteit?

Slide 13 - Tekstslide