Werkwoorden h4 - alles apart
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Is de volgende zin passief of actief?
Elvis zegt dat hij naar huis gaat.
Elvis zegt dat hij naar huis gaat.
A
Passief
B
Actief
Slide 3 - Quizvraag
Is de volgende zin passief of actief?
De juf vraagt of je stil wilt zijn.
De juf vraagt of je stil wilt zijn.
A
Passief
B
Actief
Slide 4 - Quizvraag
Is de volgende zin passief of actief?
Daan zegt: "Ik voer de vissen wel."
Daan zegt: "Ik voer de vissen wel."
A
Passief
B
Actief
Slide 5 - Quizvraag
Is de volgende zin passief of actief?
Perry schrijft een mooi verhaal
Perry schrijft een mooi verhaal
A
Passief
B
Actief
Slide 6 - Quizvraag
Is de volgende zin passief of actief?
Willem eet zijn eten op.
Willem eet zijn eten op.
A
Passief
B
Actief
Slide 7 - Quizvraag
Waaraan herken je een passieve zin?
A
Werkwoord worden of zijn staat vaak in de zin.
B
Aan het vraagteken achteraan in de zin.
C
Aan de aanhalingstekens.
D
Aan het woord "vraagt".
Slide 8 - Quizvraag
Waaraan herken je een actieve zin?
A
De zin staat altijd in de tegenwoordige tijd.
B
Het onderwerp doet niets.
C
Aan de aanhalingstekens.
D
Het onderwerp doet iets.
Slide 9 - Quizvraag
In een actieve zin staat er precies wat iemand doet.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Welke zin is passief?
A
Pim laat de hond uit.
B
De appel wordt door Lucy opgegeten.
C
De juffen spelen een potje volleybal.
D
Boaz eet zijn pannenkoek op.
Slide 11 - Quizvraag
Welke zin is actief?
A
De fiets wordt door Joep geparkeerd.
B
Het toetje is gemaakt door mijn moeder.
C
Fien klimt in de boom.
D
De computer wordt door de juf aangezet.
