Bij ‘koraal’ denk je automatisch aan ‘koraalrif’ maar
er zijn ook koralen die geen kalk vormen en dus geen
rif vormen: de hoornkoralen of zachte koralen. Ze zijn
direct te onderscheiden van de steenkoralen, . De
hoornkoralen hebben een soepel skelet en buigen
sierlijk met de stroming mee. Hoornkoralen groeten
sneller dan steenkoralen en zijn vaak fijner vertakt. Ze
vormen soms grote waaiers of struiken. En in
tegenstelling tot bij de steenkoralen zijn hun poliepen
vaak ook overdag aan het werk. Veel soorten vormen
een stevige kern van hoornachtig materiaal, vandaar
hun naam. Bij het zogenaamde bloedkoraal uit de
Middellandse Zee is dat oranjerood van kleur.