Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2F verwijswoorden
Lesdoel
Voorbereiding op het centraal examen lezen en luisteren.
Verwijswoorden vormen een onderdeel in de vragen en teksten van het CE Nederlands.
Je weet wat verwijswoorden zijn.
Je weet waar ze naar verwijzen.
1 / 12
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
12 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Lesdoel
Voorbereiding op het centraal examen lezen en luisteren.
Verwijswoorden vormen een onderdeel in de vragen en teksten van het CE Nederlands.
Je weet wat verwijswoorden zijn.
Je weet waar ze naar verwijzen.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Verwijswoorden
Verwijswoorden zijn woorden die naar een ander woord of groep woorden in de tekst wijzen.
Bijvoorbeeld
hen/hun/wat/die/deze/dit/hij/zij/het/daarmee etc.
Slide 3 - Tekstslide
Geef het (de) verwijswoord(en) aan.
Ik geef het aan hun.
A
ik/het
B
ik/hun
C
het/hun
D
er zit geen verwijswoord in deze zin
Slide 4 - Quizvraag
Verwijswoorden
De man/gebouwen, die daar staat/staan.
het gevaar/huisje, dat ...
de bibliotheek heeft zijn/haar beleid gewijzigd
mannelijk/vrouwelijk???
Tip: woordenlijst.org
d
e
di
e
/dez
e
he
t
di
t
/da
t
Slide 5 - Tekstslide
Verwijswoorden
*De man waarmee ik gesproken heb.*
De man met wie ik gesproken heb.
De bus waarmee we naar Berlijn reisden, was comfortabel.
Slide 6 - Tekstslide
Het meisje wat/dat ik gezien heb.
verwijzen naar personen
voorzetsel + wie
verwijzen naar zaken
waar + voorzetsel
timer
0:20
A
wat
B
dat
Slide 7 - Quizvraag
Dat is het liefste wat/dat hij ooit gezegd heeft.
timer
0:20
A
wat
B
dat
Slide 8 - Quizvraag
Liegen is iets wat/dat ik nooit
zal doen.
verwijzen naar personen
voorzetsel + wie
verwijzen naar zaken
waar + voorzetsel
timer
0:20
A
wat
B
dat
Slide 9 - Quizvraag
wat / dat
Het meisje wat/
dat
ik gezien heb.
Dat is het liefste
wat
/dat hij het ooit gezegd heeft.
wat
na de overtreffende trap: het liefste/mooiste/leukste
na alles/(n)iets/(n)iemand/men/iedereen (bijv. alles wat ik wil)
je verwijst naar een hele zin (bijv. gisteren zijn we naar de film geweest, wat ontzettend leuk was)
Slide 10 - Tekstslide
Verwijswoorden
Mijn ouders kochten een vakantiehuis in Frankrijk, wat wij erg leuk vonden.
Mijn ouders kochten een vakantiehuis, dat wij erg leuk vonden.
Wat is het verschil in betekenis in beide zinnen?
Slide 11 - Tekstslide
joinmyquiz.com
Ga naar de bovenstaande site en wacht tot je een code krijgt van de docent.
Slide 12 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Verwijswoorden
Oktober 2020
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Verwijswoorden
November 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Verwijswoorden
Februari 2020
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Fouten met verwijswoorden
September 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Zinnen ontleden
Februari 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Verwijswoorden HA3A en F
November 2022
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2021 3H Fouten met verwijswoorden
Maart 2021
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Verwijswoorden
Mei 2023
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3