KA 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat

KA 4: De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaten.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

KA 4: De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaten.

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van Grieken en Romeinen
Veel mensen zien de klassieke Oudheid als de bakermat van de westerse cultuur - vrijwel alles wat kenmerkend is voor onze beschaving, zou direct of indirect ontleend zijn aan de klassieke cultuur.  Hoe dan ook: het bestuderen van de klassieke Oudheid kan ons helpen te begrijpen wie wij zijn en 'waar wij vandaan komen'. 

Slide 2 - Tekstslide

Waarom kies ik voor deze twee foto's om te laten zien waarom Griekenland 'de bakermat van de democratie en westerse beschaving' wordt genoemd?
Welke foto's had ik volgens jou ook kunnen kiezen?

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerken
Verkorte versie: Politiek en wetenschap in de Griekse stadstaat
Tijdvak: Tijd van Grieken en Romeinen
Jaartallen: Ca. 3000 v. Chr. - 500 n. Chr.
Periode: Oudheid
Samenleving: Landbouwstedelijke samenleving
Invalshoek: politiek, cultuur
Mindmap: Hellenen (Grieken), bestuursvormen (monarchie, aristocratie, oligarchie, tirannie, democratie), burgerschap, Athene en Sparta, onderzoek/kritisch denken

Slide 4 - Tekstslide

Persoon: Leonidas. De Spartaanse koning (r. 488-480 v. Chr.) zou bij de bergpas Thermopylae trachten de opmars van het Perzische leger te stuiten. Hun strijd en dood gaven hem en zijn Spartanen eeuwige roem.
Trailer (2006): https://youtu.be/UrIbxk7idYA?si=qTbROOiFMeL4r7p-

Slide 5 - Tekstslide

Document: Het geschiedwerk van Thucydides. Thucydides (ca. 460 - ca. 396 v. Chr.) maakte, meer dan een andere 'vader van de geschiedschrijving' Herodotus (ca. 485 - ca. 425 v. Chr.), onderscheid tussen oorzaken , aanleidingen, directe gevolgen en gevolgen op lange termijn. Bovendien stond hij opmerkelijk kritisch tegenover zijn bronnen. 

Slide 6 - Tekstslide

Gebeurtenis: De slag bij Marathon (490 v. Chr.). Hier verslaan de Athenaren het grotere Perzische leger bij het dorpje Marathon. Volgens een verhaal kreeg Feidippides de opdracht het goede nieuws bekend te maken. De afstand Marathon-Athene, 42 km, is nog steeds de maat voor de 'marathonloop' zoals die tegenwoordig gehouden wordt. 

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
Invalshoek: politiek en cultuur

- De leerling kan uitleggen dat het oude Griekenland niet een eenheid was maar bestond uit verschillende stadsstaten.
- De leerling kan verschillende bestuursvormen in het oude Griekenland herkennen, benoemen en uitleggen.
- De leerling kan uitleggen wat burgerschap inhield in Athene vroeger en in Nederland nu. 
- De leerling kan uitleggen op welke wijze het wetenschappelijk denken zich heeft ontwikkeld in de Griekse stadsstaten.
- De leerling kan uitleggen hoe de Griekse cultuur zich heeft verspreid door de Griekse kolonisatie.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Atheense Democratie

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Als het gaat om het beoordelen van de bruikbaarheid van bronnen (betrouwbaarheid): let je op ...
A
Kijk naar de persoon van de schrijver of maker: wie is hier aan het woord, of wie heeft deze afbeelding gemaakt?
B
De tijd waarin de bron gemaakt is: was de maker of schrijver een tijdgenoot, of leefde hij of zij in een (veel) latere tijd? Is dat een voor- of een nadeel in verband met de betrouwbaarheid?
C
De informatie waarover de schrijver of maker kon beschikken. Was de schrijver of maker goed op de hoogte of kon hij niet over heel goede informatie beschikken
D
De bedoeling waarmee de bron gemaakt is. De sleutelvraag is hier: had de schrijver redenen om de situatie anders voor te stellen dan ze werkelijk was?

Slide 17 - Quizvraag

Voorbeelden van betrouwbare bronnen zijn ...
A
een verkoopacte van een notaris
B
een bevel van een legeraanvoerder
C
de boekhouding van een koopman
D
het dagboek van je opa

Slide 18 - Quizvraag

Van prehistorie naar oudheid
Van landbouwsamenleving naar landbouwstedelijke samenleving.

Uitvinding van het schrift
als keerpunt!



Slide 19 - Tekstslide

Vragen van betekenis
Moet burgerschap een exclusieve status zijn?
In de Griekse stadsstaten bestond er een vastomlijnd beeld van 'burgerschap'. De essentie ervan was dat burgers min of meer als gelijken deelnamen aan besluitvorming die de hele gemeenschap aanging. Griekse filosofen braken zich het hoofd over de vraag welke mensen in staat waren die verantwoordelijkheid te dragen. Dat was immers niet niks. Burgerschap was dus een exclusieve status met exclusieve rechten - een meerderheid van de mensen was geen burger.
In onze samenleving is het begrip 'burgerschap' ontdaan van zijn exclusiviteit. Iedereen is burger en als burgers zijn wij allemaal volkomen gelijk.
Met enige regelmaat worden mensen aangespoord zich te gedragen zoals van burgers mag worden verwacht: als actieve deelnemers aan de samenleving, die verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leven maar ook voor de samenleving als geheel. De vraag of iedereen daartoe in staat is, is naar de achtergrond verdwenen. Op de suggestie dat sommigen onvoldoende geïnformeerd zijn om mee te beslissen of, erger nog, gewoon 'te dom', rust een taboe; voor ons ligt het accent van burgerschap kennelijk toch op 'gelijkheid'.
Hebben wij een blinde vlek voor de problemen van democratie en burgerschap die de 'oude' Grieken - niet gehinderd door politiek-correct denken - 2500 jaar geleden al hebben uitgetekend?



Slide 20 - Tekstslide

Test jezelf

Slide 21 - Tekstslide

In het begin van de vierde eeuw voor Christus werd in Athene de regel ingevoerd dat de burgers voor het bijwonen van de volksvergadering presentiegeld kregen. Dit wordt beschouwd als een belangrijke stap in het democratiseringsproces in de Atheense stadstaat.

Leg dit uit. (3p)

Slide 22 - Open vraag


Slide 23 - Open vraag

Zoekopdracht de Atheense democratie
www.histoforum.net
Kies: 'Lesmateriaal' en vervolgens 'oudheid'
Kies: 'Democratie in Athene' (Tweede Fase)
Gebruik de 'Bronnen' om de volgende vragen te beantwoorden:
1. Kenmerken van de Atheense democratie?
2. Maatregelen om de democratie te beschermen?
3. Voor- en nadelen van de Atheense democratie?


Slide 24 - Tekstslide

ANTWOORDEN
1. Kenmerken Atheense democratie:
 - Directe democratie
 - Alle vrije mannen hadden volledig burgerrecht (mochten naar de volksvergadering)
 - Vrouwen, slaven en vreemdelingen konden niet deelnemen aan de volksvergadering
 
2. Het dagelijks bestuur werd jaarlijks gekozen via een lotingsysteem
- Ostracisme (= schervenrechtbank)
 - Eind 5e eeuw v Chr ontvingen deelnemers aan de volksvergadering een vergoeding.
 - Lotingsysteem (dagelijks bestuur, rechtbanken)

3. Voorbeeld voordeel: het volk beslist mee (geen onderdrukking / tirannie)
 Voorbeeld nadeel: gevaar voor populisme (= volksmennerij)



Slide 25 - Tekstslide