Unité 4: Tu habites où? - alles (deel 2)
1 / 24
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
la porte
A
het raam
B
de garage
C
de auto
D
de deur
Slide 2 - Quizvraag
le tapis
A
het balkon
B
de bank
C
het vloerkleed
D
de stoel
Slide 3 - Quizvraag
l'ascenseur
A
de trap
B
de lift
C
de begane grond
D
de tuin
Slide 4 - Quizvraag
la fenêtre
A
het bed
B
het raam
C
het flatgebouw
D
de boerderij
Slide 5 - Quizvraag
ici
A
tot aan
B
zacht
C
voor
D
hier
Slide 6 - Quizvraag
l'armoire
A
de auto
B
de (lade)kast
C
het huis
D
de tuin
Slide 7 - Quizvraag
la pièce
A
de slaapkamer
B
de tafel
C
ht uitzicht
D
de kamer, het vertrek
Slide 8 - Quizvraag
dans
A
in
B
op
C
voor
D
achter
Slide 9 - Quizvraag
puis
A
geen dank
B
grijs
C
daarna, vervolgens
D
dichtbij
Slide 10 - Quizvraag
la voiture
A
de bushalte
B
de koelkast
C
de woonkamer
D
de auto
Slide 11 - Quizvraag
derrière
A
voor
B
achter
C
onder
D
naast
Slide 12 - Quizvraag
ils ...
A
vont
B
allons
C
allez
D
va
Slide 13 - Quizvraag
je ...
A
va
B
vas
C
allons
D
vais
Slide 14 - Quizvraag
vous ...
A
allez
B
vont
C
allons
D
vas
Slide 15 - Quizvraag
elle ...
A
vas
B
allez
C
va
D
vont
Slide 16 - Quizvraag
les pantalons (mmv) (bleu)
A
bleu
B
bleue
C
bleus
D
bleues
Slide 17 - Quizvraag
la robe (v) (jaune)
A
jaune
B
jaunee
C
jaunes
D
jaunees
Slide 18 - Quizvraag
les (petit) filles (vmv)
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites
Slide 19 - Quizvraag
le sac (m) (brun)
A
brun
B
brune
C
bruns
D
brunes
Slide 20 - Quizvraag
Ma maison est très grande.
A
Mijn huis is erg groot.
B
Het spijt me, ik weet het niet.
Slide 21 - Quizvraag
Il faut continuer tout droit.
A
Je moet rechtdoor gaan.
B
Jullie gaan rechts af.
Slide 22 - Quizvraag
Welke zin is juist?
A
Je ne suis pas à l'école.
B
Ne je pas suis à l'école.
C
Je suis ne pas à l'école
D
Je n'suis pas à l'école.
Slide 23 - Quizvraag
Welke zin is juist?
A
Je n'sais plus.
B
Je ne plus sais.
C
N' plus je sais.
D
Je ne sais plus.
