5 VWO - SEMANA 10 (13) -LUNES 27 Y JUEVES 30-3-23

LUNES 27-3-23
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

LUNES 27-3-23

Slide 1 - Tekstslide

BEGINTAAK
RESPONDE:
¿Quiénes es Juanes y de dónde es?

¿Cómo se llama su canción que ha estado en los top 10 en Holanda?
¿Cuál es el tema de la canción?
Nombra una característica de la música latinoamericana.

Slide 2 - Tekstslide

EL DÍA
LA FECHA
HOY ES LUNES 9 DE ENERO DE 2023
¿ES HOY UN DÍA ESPECIAL?

Slide 3 - Tekstslide

OBJETIVOS


Je reflecteert over P2.

Je weet wat gaat gebeuren in P3.




SUCCESCRITERIA


Je weet welke toetsen krijg in P3.

Je kunt aangeven welke doelen je in P2 hebt bereikt en aan welke doelen wil je in P3 behalen.

Je kunt aan een klasgenote uitleggen hoe wij in P3 gaan werken en welke materialen je nodig hebt.


Slide 4 - Tekstslide

EVALUACIÓN PERIODO 2

Slide 5 - Tekstslide

WAT KAN IK ZELF DOEN?
  • Goed luisteren en woorden leren
  • Goed opletten in de les
  • Genoeg inzet
  • Meedoen in de les
  • Huiswerk maken
  • Actief meedoen
  • Vragen stellen
  • Mijn best doen
  • Proberen zinnen te vormen
  • Digitale middelen gebruiken
WAT MOET DE DOCENT DOEN?
  • ons meer zelfstandig laten werken
  • Goed en duidelijk uitleggen
  • Hulp bidden
  • Leuke lessen geven
  • Goede uitleg van de grammatica
  • Makkelijke toetsten
  • Ons Nederlands laten praten
  • Niet alleen maar Spaans praten
  • Gestructureerde les geven (planning, huiswerk, duidelijkheid over de les)
  • Extra opdrachten/ middelen voor lln die dat willen
  • Meer spreekvaardigheid
  • Goede opdrachten om de stof op te oefenen
  • Complimenten geven
COMPLETA LA LISTA CON UNA CIFRA

1: NO  2: UN POCO  3: SÍ

Slide 6 - Tekstslide

Wat verwacht mijn docent van mij
  • Dat je de verantwoordelijkheid neemt van jouw leerproces:(vragen stellen, lesstof volgen, huiswerk maken, woordenschat leren).

  • Dat je meedoet in de les.

  • Dat je positief bijdraagt aan de klassfeer.

  • Dat je de moeite doet om Spaans in de les te praten met mij en jouw klasgenoten.

  • Dat je kunt aangeven wat je van mij nodig hebt.

  • Dat je in mijn lessen plezier ervaart en nieuwe dingen leert.

Slide 7 - Tekstslide

PERIODO 3
DESDE EL 27/3/23 AL 11/7-23

Slide 8 - Tekstslide

PERIODO 3

Slide 9 - Tekstslide

EL LUNES
TRABAJAMOS PARA PREPARAR:

 EL MONDELING   Y
ESCRITURA

Slide 10 - Tekstslide

EL JUEVES
PASO ADELANTE 2 
WB DEEL B
BUNDEL TEXTOS CITO HAVO

KIJKLUISTER

Slide 11 - Tekstslide

OBJETIVOS


Je reflecteert over P2.

Je weet wat gaat gebeuren in P3.




SUCCESCRITERIA


Je weet welke toetsen krijg in P3.

Je kunt aangeven welke doelen je in P2 hebt bereikt en aan welke doelen wil je in P3 behalen.

Je kunt aan een klasgenote uitleggen hoe wij in P3 gaan werken en welke materialen je nodig hebt.


Slide 12 - Tekstslide

PASAMOS A OTRA COSA

Slide 13 - Tekstslide

PERÚ

Slide 14 - Woordweb

OBJETIVOS
Culturele leerdoelen:
Je leert iets over Perú.

Communicatieve leerdoelen:
Je leert vertellen wat je aan het doen bent.
Vertellen over je vakantie.

Grammaticale leerdoelen:
de vervoeging van estar + Gerundio.
herhaling van werkwoorden met klinkerwisseling.

Slide 15 - Tekstslide

JUEVES 30-3-23

Slide 16 - Tekstslide

PLATTEGROND

Slide 17 - Tekstslide

CONTROLA LA TAREA
1 A/B  DEEL B H4 WB PG.

Slide 18 - Tekstslide

OBJETIVOS
Culturele leerdoelen:
Je leert iets over Perú.

Communicatieve leerdoelen:
Je leert vertellen wat je aan het doen bent.
Vertellen over je vakantie.

Grammaticale leerdoelen:
de vervoeging van estar + Gerundio.
herhaling van werkwoorden met klinkerwisseling.

Slide 19 - Tekstslide

OBJETIVOS

Aan het eind van dit onderdeel:

  •  weet je iets meer over Perú.
  • kun je je ideale vriend/vriendin beschrijven.
  • je kunt de vorm van het bijv.naamwoord goed toepassen.

SUCCESCRITERIA

  • Je hebt minimaal 2 nieuwe dingen over Perú geleerd.

  • Je weet wat Fiestas Patrias betekent.

  • Je hebt minimaal 1 nieuw woord geleerd om karakter te beschrijven.

  • Je  weet wat een bijv.naamwoord is en hoe werkt het in het Spaans t.o.v. het Nederlands.


Slide 20 - Tekstslide

PA 2 WB DEEL B PG. 6 - EJ. 1A/B

Slide 21 - Tekstslide

LEE Y RESPONDE
  1. ¿Dónde vive Manolo?
  2. ¿Qué festeja hoy?
  3. ¿Dónde está Manolo y con quién?

Slide 22 - Tekstslide

AHORA ESCUCHA
NO LEAS, SOLO ESCUCHA.

¿QUÉ HAS COMPRENDIDO?

Slide 23 - Tekstslide

ESCUCHA OTRA VEZ - WB. PG. 7 3B/C

Slide 24 - Tekstslide

SEGUNDA HORA

Slide 25 - Tekstslide

PLATTEGROND

Slide 26 - Tekstslide

TB PG. 37 - WB PG. 8 EJ. 3D

Slide 27 - Tekstslide

TRABAJA MÁS- WB P.G 8 EJ. 4 A/B/C

Slide 28 - Tekstslide

TRABAJA MÁS
En el ejercicio 4 a hay siete adjetivos.

¿Qué otros adjetivos conoces para describir a una persona?

Puedes usar el texto de bron a TB pg. 37

Slide 29 - Tekstslide

¿QUÉ DIFERENCIAS HAY?
Traduce estas frases:
1. Manolo heeft bruine ogen, is lang en heel knap.
2. La novia de Manolo tiene el pelo corto y rubio.

Wat val je op bij het gebruik van de bijv.naamwoord in het Nederlands t.o.v. het Spaans?
Schrijf jouw ideen op.
TIP: LEE EN EL TB PG. 80 GRAMMATICA:
BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

Slide 30 - Tekstslide

REPASO: SER Y ESTAR
WB PG. 15

TAREA PARA
 CASA

Slide 31 - Tekstslide

OBJETIVOS

Aan het eind van dit onderdeel:

  •  weet je iets meer over Perú.
  • kun je je ideale vriend/vriendin beschrijven.
  • je kunt de vorm van het bijv.naamwoord goed toepassen.

SUCCESCRITERIA

  • Je hebt minimaal 2 nieuwe dingen over Perú geleerd.

  • Je weet wat Fiestas Patrias betekent.

  • Je hebt minimaal 1 nieuw woord geleerd om karakter te beschrijven.

  • Je  weet wat een bijv.naamwoord is en hoe werkt het in het Spaans t.o.v. het Nederlands.


Slide 32 - Tekstslide

COMENTAMOS EL SE-2

Slide 33 - Tekstslide

Nabespreken is voraal reflectie!
Hoe dan?

2 fases:  
1. antwoorden en correctiecheck
2. punten koppelen aan actie (=reflectie)

Slide 34 - Tekstslide

FASE 1: antwoorden
1. Tafels leeg, behalve potlood
Per 2-tal correctiemodel (jij controleer en stel alleen maar
verhelderende vragen (dus niet "ik heb...")
3. Je zet een kruis in de kantlijn waar je denkt dat het niet klopt.
4. Innemen opgaven.
5. Je vul het formulier in waarmee je reflecteer over jouw verhouding en acties.
5. Ik roep je bij mij op het moment dat het kan.

Slide 35 - Tekstslide