Teksten lezen, week 6 > Texel; Vlieland; Terschelling

Plat Amsterdams, week 6
Texel - Vlieland - Terschelling
stap 10
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Plat Amsterdams, week 6
Texel - Vlieland - Terschelling
stap 10

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les:

* Heb je je verder verdiept in het Amsterdamse dialect.
* Weet je wat het Bargoens en Jiddisch is.
* Heb je een mening gevormd over "nieuwkomers" die dialecten aanleren.

Slide 2 - Tekstslide

Bestu
Lees de informatie
hiernaast.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het Bargoens?

Slide 4 - Open vraag

Wat is Jiddisch?

Slide 5 - Open vraag

De eerste tekst die bij de vragen in deze les hoort, vind je in de drive in het mapje van jouw Waddeneiland.
Kijk bij week 6.

Slide 6 - Tekstslide

Lees het verhaal "De wollef en de seve geitjes".
Dit verhaal is in het plat Amsterdams geschreven en daardoor soms lastig te begrijpen. Het helpt als je het voorleest. Op de volgende slide hoor je een stukje, zodat je een beetje weet hoe het klinkt.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

In het verhaal staan verschillende woorden die dikgedrukt zijn.
Als je wilt weten wat woorden in het dialect betekenen, kun je gebruikmaken van een dialectwoordenboek.
Op mokums.nl kun je ook een woordenlijst met Amsterdamse woorden vinden.

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent het woord 'ferpatse' in deze tekst?
A
verkopen
B
kopen
C
stelen
D
uitdelen

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'vernaggele' in deze tekst?
A
kapotmaken
B
bedriegen
C
opschudden
D
bekijken

Slide 11 - Quizvraag

Er staan verschillende woorden voor 'hand' in de tekst.
Welk rijtje synoniemen is juist?
A
krent, porem, poot
B
bakkie, soep, poot
C
jatte, grijpstuiver, poot
D
krent, bakkie, jatte

Slide 12 - Quizvraag

De tekst bevat ook veel (vetgedrukte) uitdrukkingen.
Kies er één uit die jij het leukst/grappigst vindt en plak hem hieronder. Wat betekent de uitdrukking?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

De auteur van 'Het plat Amsterdams is bijna kassiewijle' gebruikt veel dialectwoorden in zijn tekst. Combineer de Amsterdamse dialectwoorden met de juiste betekenis.
bijdehand persoon
gevangenis
dood
jenever (borrel)
gedag (zeggen)
gezicht
hoogmoed
leuk
geluk (hebben)
politieagent
snoepen
stelen
bajes
bijgoochem
kassiewijle
pikketanissie
ponem
kapsones
gein
mazzel
smeris
snaaien

Slide 15 - Sleepvraag

Volgens taalkundige Frans Hinskens werd er minder plat Amsterdams gesproken, naarmate meer mensen een opleiding kregen. Hij zegt dat je nu wel een omgekeerde beweging ziet: "sommige yuppen vinden het mooi om zichzelf een Amsterdams accent aan te meten."
Wat vind jij van deze ontwikkeling? Blijven dialecten bestaan doordat "nieuwkomers" (nieuwe mensen, uit andere streken) het dialect leren? Of ben je het eens met Hans Heestermans die zegt dat "uiteindelijk alle streekdialecten [zullen] verdwijnen"?
Geef minimaal twee redenen bij je mening.

Slide 16 - Open vraag

Wat heb je geleerd?

* Je hebt je verder verdiept in het Amsterdamse dialect.
* Je weet wat het Bargoens en Jiddisch is.
* Je hebt een mening gevormd over "nieuwkomers" die dialecten aanleren.

Slide 17 - Tekstslide

Wat bereid je voor voor de volgende les?
Vorige week heb je informatie gezocht over dialecten, een mening gevormd en je argumenten genoteerd.
Tijdens de instructie hebben we kort naar het spreekplan gekeken. Je vindt een spreekplan in de drive in het mapje van jouw Waddeneiland, bij week 6.
Vul dit spreekplan in met behulp van jouw mening en argumenten.

Slide 18 - Tekstslide


Nog meer informatie over Nederlandse dialecten en streektaal?
Kijk Sprekend Nederland terug op www.npostart.nl.

Slide 19 - Tekstslide