KT2 DA1 - Module 2A - les 3

KT1 DA1 Module 2A les 3
Week 49
2024-2025
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie, Fysiologie en PathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

KT1 DA1 Module 2A les 3
Week 49
2024-2025

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Welkom + Osiris
  • Terugblik vorige les
  • Theorie Uricult/dipslide
  • Theorie Urinesediment
  • Afsluiten + huiswerk 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige les
Heb je nog vragen? 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een midstream urine?
A
urine die je steriel moet opvangen
B
''Midden'' plas
C
Waarbij je eerst de client wast
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent Clean-catch?
A
Eerste urine
B
Soa-diagnostiek
C
Voor urine
D
Midstream urine

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke testvlakken op een urineteststrip zijn positief bij een UWI?
A
leucocyten en erytrocyten
B
proteïne en erytrocyten
C
nitriet en leucocyten
D
hemoglobine en PH

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je het wanneer er te veel eiwitten in de urine zitten?
A
glucosurie
B
hematurie
C
proteïnurie
D
oligurie

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eiwit in de urine kan wijzen op ...
A
Leverziekte
B
Hartaandoening
C
Nierziekte

Slide 8 - Quizvraag

Bij patiënten met suikerziekte en bij patiënten met langdurige hoge bloeddruk kan het nierweefsel na verloop van tijd beschadigd raken. Een uiting daarvan is dat de nieren eiwit gaan doorlaten. Om die reden wordt eenmaal per jaar bij suikerziekte en bij hoge bloeddruk de urine gecontroleerd op de aanwezigheid van eiwit om beginnende schade aan de nieren op te sporen.
Wanneer komt er bilirubine in de urine voor?
A
Leverfunctiestoornissen en/of galafvoerproblemen
B
Gastritis
C
Zwangerschap
D
Endocarditis

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dipslide
Hoe ziet een dipslide eruit?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwijze

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even kort: 
Je leert dit in de praktijkles:
  • Na het onderdompelen gaat de urine in de broedstoof: 18 uur op 35-38 graden of 24 uur bij kamertemperatuur.
  • Nadien aflezen en bekijk je de koloniedichtheid op de voedingsbodem. 
  • Uitslag noteren - eenheid bact/ml. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet dat er nu uit?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee kleuren? 
  • Groen = CLED-voedingsbodem = gram + en -
  • Rood =MacConkey-voedingsbodem = gram –
  • Kolonievormende eenheden aflezen
  • Wanneer op groen (CLED) ≥ 10^4 bact/ml urine = uwi --> bevat namelijk gram positieve en gram negatieve bacteriën
  • Rood (MacConkey) positief --> alleen gram negatieve bacteriën 


Waarom is het belangrijk om te weten welke bacterie de UWI veroorzaakt?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De uitslag
Je schrijft op:
Dipslide =
CLED = 10.000 bact/ml of 10^4 bact/ml
MacConkey = 10.000 bact/ml of 10^4 bact/ml

UWI= ≥10^4 bact/ml op CLED voedingsbodem

Let op!
MacConkey kan nooit meer zijn dan de CLED! > afleesfout



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urinesediment 
  • Wanneer zou je een urinesediment moeten maken?
  • Wat denk je te gaan zien?
  • Welke bestanddelen zijn belangrijk voor het vaststellen van een UWI

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel urinesediment
  • Urine bekijken onder de microscoop
  • Onderzoek naar onopgeloste cellen
  • Vaststellen/uitsluiten UWI

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De uitvoering
  • Leer je bij KT2 praktijk
  • Je gebruikt sedimentbuizen en een centrifuge
  • Buisjes vullen tot 1cm onder de bovenrand en in centrifuge plaatsen tegenover elkaar --> evenwicht
  • Vijf minuten centrifugeren op 2500 toeren

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg
  • Urine afschenken en dan preparaat maken met objectglaasje en dekglaasje 
  • Dit ga je bekijken onder de microscoop 
  • Je bekijkt 5 gezichtsvelden en je gaat op zoek naar abnormale bestanddelen --> dingen die er niet horen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je dan?!
  • Erytrocyten
  • Leukocyten
  • Bacteriën
  • Plaat- en rondepitheelcellen
  • Gistcellen
  • Cilinders
  • Kristallen
  • Slijmdraden
  • Zaadcellen
  • Trichomonas vaginalis

Slide 20 - Tekstslide

Deel het afbeeldingenblad sediment uit voor extra afbeeldingen! Liggen in de teamkamer. 


o Leukocyten: Ronde cellen met korrels. Geen zichtbare kern. Ze zijn groter dan de erytrocyt.
o Erytrocyten: Kleinere ronde cellen, met, wanneer je aan de fijnstelschroef draait, een duidelijk zichtbare rand. Soms liggen ze plat en zie je een haltervorm (omgeklapte hoed). In sterk geconcentreerde urine kunnen ze verschrompelen; ze krijgen dan een doornappelvorm.
o Bacteriën: kleine staafjes en bolletjes, soms bewegen ze.
o Plaat en rondepitheel: komt uit de wand van de urinewegen. In kleine aantallen is dit gezond. Plaatepitheel heeft vaak te maken met een verontreinigde urine (bijv geen midstream)
- cilinders: vaak een teken van een UWI, ontstaan in de buisjes van de nieren

Referentiewaarde sediment

Slide 21 - Tekstslide

In normale omstandigheden komen er in beperkte mate cellen voor in de urine. 
UWI = > 20 bacterien pgv (gemiddeld) OF >10 leuko's pgv icm bacteriën
Opdrachten
  • Maak de opdracht urinesediment én  opdracht dipslide
  • Maak medilect urineonderzoek 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiten + huiswerk
  • Volgende les gaan we verder met sediment en microscoop
  • Vragen?
  • Huiswerk:
- Lezen Microscoop H 3.2.5 + herhalen H 5.9 (sediment)
- Maken en inleveren opdrachten deze week: dipslide en sediment 

 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies