6.4

6.4 Hart- en vaatziekten
GTL 4

Herhaling
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

6.4 Hart- en vaatziekten
GTL 4

Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. Magister
2. Terugblik
3. Leerdoelen
4. Uitleg
5. Werktijd
6. Check

Slide 2 - Tekstslide

De slagader loopt altijd van ... naar ...
A
van het hart naar het orgaan
B
van het orgaan naar het hart

Slide 3 - Quizvraag

Aders hebben aderkleppen.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Een ader...
A
Vervoert bloed naar het hart toe
B
Vervoert bloed van het hart weg

Slide 5 - Quizvraag

Haarvaten hebben:
A
De dikste wand
B
Een dikke wand, maar niet de dikste.
C
Een wand die uit 1 cellaag bestaat.
D
Geen wand.

Slide 6 - Quizvraag

Een slagader...
A
Vervoert bloed naar het hart toe
B
Vervoert bloed van het hart weg
C
Vervoert meestal zuurstofrijk bloed
D
Vervoert meestal zuurstofarm bloed

Slide 7 - Quizvraag

Wat gebeurt er in de haarvaten?
A
Uitwisseling van zuurstof en CO2 met weefsels
B
Al het bloed verlaat de circulatie
C
Hier wordt het bloed zuurstofrijk gemaakt
D
Hier krijgt het bloed de blauwe kleur

Slide 8 - Quizvraag

Slagaders hebben een dikke wand
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Leerdoelen
Je kunt oorzaken en gevolgen van hart- en vaatziekten benoemen.
Je kan uitleggen hoe de kans op hart- en vaatziekten kan verkleinen.

Slide 10 - Tekstslide

Bloeddruk
Bloeddruk door bloed dat door bloedvaten wordt gedrukt
Kan verhoogd worden door:
Stress, roken, overgewicht, zout eten.

Lage bloeddruk komt weinig voor, geeft vaak geen klachten.

Slide 11 - Tekstslide

Aderverkalking
Bloedvaten worden krapper: bloed kan er minder goed doorheen. Kan zorgen voor een beroerte of een bloeding.

Slide 12 - Tekstslide

Hartinfarct
Verkalking van de kransslagader (slagaderverkalking), bloed kan minder/niet naar hartspier.
Deel hartspier sterft af.

Slide 13 - Tekstslide

Hartritmestoornis
Snelheid waarmee hart samentrekt = hartritme (hartslagfrequentie).

Afhankelijk van lichaamsgrootte, hoe kleiner, hoe sneller het hart klopt. 

Langdurige verstoring= hartritmestoornis.

Slide 14 - Tekstslide

Hart- en vaatziekten voorkomen
Weinig alcohol
Weinig zout
Onverzadigde vetten i.p.v. verzadigde vetten

Soms erfelijke aanleg: verminderd met medicatie.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Welk soort bloedvat zit er verstopt bij een hartinfarct?
A
Longslagader
B
Longader
C
Kransslagader
D
Kransader

Slide 17 - Quizvraag

Een hartinfarct wordt veroorzaakt doordat het bloed niet genoeg zuurstof bevat
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Als iemand vaak stress heeft, Kan dat leiden tot hartritme stoornissen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Aan het werk
Maken:
30 t/m 38
Lezen:
6.5

Begrippen:
Lage bloeddruk
Hoge bloeddruk
Hartinfarct/hartaanval
Hartritme/hartslagfrequentie
Hartritmestoornis

Slide 20 - Tekstslide