Wat is de persoonsvorm in deze zinnen?
Ik werk met André samen. = werk samen, want samenwerken.
Ik schrijf dat op in mijn dagboek. = schrijf op, want opschrijven.
Je leert vandaag dat de persoonsvorm bij werkwoorden als nakijken uit twee delen bestaat.
Nog een voorbeeld.
Anton geeft hem het boek aan. = geeft aan, want aangeven.
MAAR
Anton geeft het boek aan hem. = geeft. Je moet dus goed lezen.