Drie standen en Waar woonden de rijken?

Waar wonen de rijken?
1 / 21
volgende
Slide 1: Woordweb
GeschiedenisBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Waar wonen de rijken?

Slide 1 - Woordweb

Doel van de les.
- Aan het eind van de les, weten we waar de rijken woonden.
- Aan het eind van de les, weten we welke standen ze hadden in de tijd van de pruiken en revoluties. 

Slide 2 - Tekstslide

Het leven in de 18e eeuw
Je had drie standen:
1.  Adel
2. Geestelijke
3. Burgerij

Slide 3 - Tekstslide

Burgerij
- Er heerste hier veel armoede.
Aan welke beroepen kan je denken?
Boeren
Arbeiders
Werklozen
Bedelaars

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel procent van de mensen behoorden tot het gewone volk?
A
ongeveer 60%
B
ongeveer 80%
C
ongeveer 30%
D
ongeveer 10%

Slide 5 - Quizvraag

Kleine burgerij. 
Verdient genoeg om van te leven. 
Aan welke beroepen kan je hier denken?

Wat zijn ambachtslieden?
Bakkers, begrafenisondernemers, bontwerkers, brouwers, chirurgijns, droogscheerders, goud- en zilversmeden, hoedenmakers, hoveniers, kleermakers, kunstenaars, laken- en linnenwevers, mandenvlechters, molenaars, schippers, schoenmakers, schoolmeesters, slagers, timmerlieden en vissers.
Winkeliers
Ambachtslieden
Onderwijzers

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel procent van de mensen behoorden tot de kleine burgerij?
A
ongeveer 5%
B
ongeveer 50%
C
ongeveer 30%
D
ongeveer 25%

Slide 7 - Quizvraag

Gegoede burgerij. 
Rijk, maar niet heel machtig. 

Artsen
Eigenaren fabrieken

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel procent van de mensen behoorden tot de goede burgerij?
A
ongeveer 5%
B
ongeveer 10%
C
ongeveer 1%
D
ongeveer 20%

Slide 9 - Quizvraag

Regenten
Regenten zijn de rijkste mensen.
Ze besturen het land. 
Ze waren van adel en soms ook niet.
Hoeveel % van de bevolking was een regent?
Ongeveer 5%

Slide 10 - Tekstslide

Waar woonde de rijken mensen dan?

-Grote huizen
-Buitenhuizen

Slide 11 - Tekstslide

Grote huizen
Vaak grachtenpanden
Of herenhuizen.
In Amsterdam 

Slide 12 - Tekstslide

Waarom konden de mensen grachtenpanden kopen?
De VOC
Gouden Eeuw. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Wat is een buitenhuis?

Slide 15 - Woordweb

Buitenhuizen
Rijke lui ontvluchtte de stad.
Genieten van de natuur.
Tuinen waren geïnspireerd op de Franse stijl. 

Waarvoor worden de buitenhuizen nu gebruikt?
Toeristische attracties, kantoren of partijen.

Slide 16 - Tekstslide

Wat voor beroepen hadden de mensen in de kleine burgerij.
A
Winkeliers, kooplieden en ambachtslieden.
B
Onderwijzers, artsen en winkeliers.
C
Winkeliers, ambachtslieden en onderwijzers

Slide 17 - Quizvraag

Waar woonden veel rijken?
A
In grachtenpanden in Amsterdam.
B
In buitenhuizen.
C
In buitenhuizen in Laren
D
Zomers in buitenhuizen en in grachtenpanden in Amsterdam.

Slide 18 - Quizvraag

Waarop is een buitenhuis geïnspireerd?
A
De Spaanse stijl.
B
De Franse stijl.
C
De Griekse stijl.

Slide 19 - Quizvraag

Waar woonden het 'gewone volk'
A
Op boerderijen, in fabriekshuizen of op straat.
B
In de buitenwijken van de steden.
C
Op straat of in kleine huisjes bij de fabrieken.

Slide 20 - Quizvraag

Doel van de les.
- Aan het eind van de les, weten we waar de rijken woonden.
- Aan het eind van de les, weten we welke standen ze hadden in de tijd van de pruiken en revoluties. 
Hebben we de doelen behaald?

Slide 21 - Tekstslide