Aanwijzende voornaamwoorden

Nederlands
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.

timer
1:30

Slide 2 - Tekstslide

Planning

15 minuten lezen

Uitleg aanwijzende voornaamwoorden
AVN
Maken huiswerk
Doel deze les




Slide 3 - Tekstslide

Pak je leesboek erbij!
Je gaat 15 minuten lezen.

 
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord wijst altijd iets of iemand aan. De aanwijzende voornaamwoorden die het meest gebruikt worden : die, dit, dat, deze, zulke, dergelijke.
  

ONTHOUD: het aanwijzend voornaamwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord

Slide 5 - Tekstslide

Een aanwijzend voornaamwoord kan in plaats van een lidwoord voor een zelfstandig naamwoord (zn) staan. Het verwijst naar het zn en maakt het zn specifieker.

1) Mag ik een pen van jou? (een = lw)
2) Mag ik deze pen van jou? (deze = aanw. vnw)
In zin 1) wordt een willekeurige pen bedoeld en zin 2) een specifieke pen. 

Een aanwijzend voornaamwoord kan in plaats van een lidwoord voor een zelfstandig naamwoord (zn) staan.

Het verwijst naar het zn en maakt het zn specifieker.
1) Mag ik een pen van jou? (een = lw)
 2) Mag ik deze pen van jou? (deze = aanw. vnw)
 
In zin 1) wordt een willekeurige pen bedoeld en zin 2) een specifieke pen. 

Slide 6 - Tekstslide


Benoem het aanwijzende voornaamwoord.

Deze vraag vind ik helemaal niet moeilijk. 

Slide 7 - Open vraag


Benoem het aanwijzende voornaamwoord.

Ik heb dit onderdeel altijd al makkelijk gevonden. 

Slide 8 - Open vraag


Benoem het aanwijzende voornaamwoord.

Dergelijke vragen mogen ze me gerust stellen.  

Slide 9 - Open vraag


Benoem het aanwijzende voornaamwoord.

Aanwijzend voornaamwoord vind ik zo'n gemakkelijke woordsoort.  

Slide 10 - Open vraag

Oefenen
  • Jufmelis.nl


  • Wil je een uitdaging? --> CambiumNed  
    De oefeningen met *

Slide 11 - Tekstslide

Doelen deze les
Volgende les



Afsluiting

Zijn er nog vragen?
Controleer of je huiswerk hebt

Slide 12 - Tekstslide

Nederlands

Slide 13 - Tekstslide

Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.

timer
1:30

Slide 14 - Tekstslide

Planning


Doel

Slide 15 - Tekstslide

Pak je leesboek erbij!
Je gaat 15 minuten lezen.

 
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Doelen deze les
Volgende les



Afsluiting

Zijn er nog vragen?
Controleer of je huiswerk hebt

Slide 17 - Tekstslide

Nederlands

Slide 18 - Tekstslide

Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.

timer
1:30

Slide 19 - Tekstslide

Planning


Doel

Slide 20 - Tekstslide

Pak je leesboek erbij!
Je gaat 15 minuten lezen.

 
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Doelen deze les
Volgende les



Afsluiting

Zijn er nog vragen?
Controleer of je huiswerk hebt

Slide 22 - Tekstslide