woordsoorten VVNW + AVNW

Woordsoorten
vragend voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Woordsoorten
vragend voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord 

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
Je weet wat een vragend voornaamwoord is. 
Je weet wat een aanwijzend voornaamwoord is.

Je kunt in een zin het vragend en aanwijzend voornaamwoord benoemen. 

Slide 2 - Tekstslide

Vragend voornaamwoord
Vragend voornaamwoord = vvnw (afkorting)

Wie, wat, welke, wat voor (een)
(verwijzen ALTIJD naar mensen of dingen)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video


Benoem het vragend voornaamwoord.

Wie is er in een schrikkeljaar geboren? 

Slide 5 - Open vraag


Benoem het vragend voornaamwoord.

Ik weet niet wat we vandaag gaan eten. 

Slide 6 - Open vraag


Benoem het vragend voornaamwoord.

Wanneer kun je het beste beginnen met leren? 

Slide 7 - Open vraag


Benoem het vragend voornaamwoord.

Wat voor een hond past bij jou? 

Slide 8 - Open vraag


Benoem het vragend voornaamwoord.

Weet je welke prijs we gewonnen hebben? 

Slide 9 - Open vraag

Aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord wijst altijd iets of iemand aan. De aanwijzende voornaamwoorden die het meest gebruikt worden : die, dit, dat, deze, zulke, dergelijke.
  

ONTHOUD: het aanwijzend voornaamwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord

Slide 10 - Tekstslide

Een aanwijzend voornaamwoord kan in plaats van een lidwoord voor een zelfstandig naamwoord (zn) staan. Het verwijst naar het zn en maakt het zn specifieker.

1) Mag ik een pen van jou? (een = lw)
2) Mag ik deze pen van jou? (deze = aanw. vnw)
In zin 1) wordt een willekeurige pen bedoeld en zin 2) een specifieke pen. 

Een aanwijzend voornaamwoord kan in plaats van een lidwoord voor een zelfstandig naamwoord (zn) staan.

Het verwijst naar het zn en maakt het zn specifieker.
1) Mag ik een pen van jou? (een = lw)
 2) Mag ik deze pen van jou? (deze = aanw. vnw)
 
In zin 1) wordt een willekeurige pen bedoeld en zin 2) een specifieke pen. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video


Benoem het aanwijzende voornaamwoord.

Deze vraag vind ik helemaal niet moeilijk. 

Slide 13 - Open vraag


Benoem het aanwijzende voornaamwoord.

Ik heb dit onderdeel altijd al makkelijk gevonden. 

Slide 14 - Open vraag


Benoem het aanwijzende voornaamwoord.

Dergelijke vragen mogen ze me gerust stellen.  

Slide 15 - Open vraag


Benoem het aanwijzende voornaamwoord.

Aanwijzend voornaamwoord vind ik zo'n gemakkelijke woordsoort.  

Slide 16 - Open vraag

Oefenen
  • Jufmelis.nl

Slide 17 - Tekstslide