Ma 8 feb 2021

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste doorsnede naar de juiste kubus.

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm
heeft doorsnede 1?
A
driehoek
B
piramide met een driehoekig grondvlak
C
prisma
D
piramide met een vierkant grondvlak

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm
heeft doorsnede 2?
A
balk
B
piramide
C
vierkant
D
rechthoek

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang is lichaamsdiagonaal AG?
A
7,2
B
6,7
C
4,5
D
8,4

Slide 5 - Quizvraag

A. Niet volledig genoeg


Bereken de inhoud van deze balk
in ml.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de lengte van de
lichaamsdiagonaal AG in
mm

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de oppervlakte van het
Diagonaalvlak ACGE in cm²

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verlengde stelling van Pythagoras
32+82+42

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat klopt er niet aan deze uitslag van een cilinder

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

diameter
omtrek van de deksel/bodem = diameter x
π

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de inhoud van dit blik in liters op 1 decimaal .
timer
2:00

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de oppervlakte van dit blik
timer
2:30

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verfblikken zijn er in allerlei maten. Zie de foto hieronder.
In deze opgave gaan we steeds uit van een wiskundig model van een verfblik: een cilinder met een cirkel als bodem en een cirkel als deksel. We houden geen rekening met de dikte van het blik.
Een verfblik heeft een hoogte van 14 cm en een straal van 8 cm.

Teken op schaal 1:4 de uitslag van dit verfblik.
Schrijf op hoe je de maten van je tekening gevonden hebt.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent teken op schaal 1:4 ?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke ruimtefiguren is de kerk gebouwd?
A
2 kubussen, piramide, balk
B
2 kubussen, piramide, prisma
C
2 balken, piramide, cilinder
D
2 balken, piramide, prisma

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Bij welk ruimtefiguur hoort deze uitslag?
A
Cilinder
B
halve cilinder
C
prisma
D
kegel;

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de
totale oppervlakte
en inhoud van deze balk?
A
Oppervlakte: 26 m2 Inhoud: 24 m3
B
Oppervlakte: 52 m2 Inhoud: 24 m3
C
Oppervlakte: 52 m2 Inhoud: 16 m3
D
Oppervlakte: 40 m2 Inhoud: 18 m3

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een schets van de uitslag van de cilinder en zet de maten erbij.

Bereken de oppervlakte van deze
cilinder. Rond af op hele cm

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Cilinder hoogte 20 cm diameter 10 cm
Lengte rechthoek is gelijk aan omtrek cirkel is 10 × π = 31,41... cm.
Oppervlakte rechthoek is 31,41... × 20 = 628,31...  cm².
Oppervlakte cirkel is 5² × π = 78,53... cm .
Oppervlakte cilinder is 2 × 78,53... + 628,31... = 785,39... cm² ,
2 afgerond 785cm² .

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met zes betonnen elementen, zie figuur 3 voor één element, bouwt Colin het kunstwerk zoals te zien is in figuur 4.

Bereken hoeveel cm3 beton voor dit kunstwerk is gebruikt.
Schrijf je berekening op.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met zes betonnen elementen, zie figuur 3 voor één element, bouwt Luuk het kunstwerk zoals te zien is in figuur 4.

Bereken hoeveel cm3 beton voor dit kunstwerk is gebruikt.
Schrijf je berekening op.
timer
4:00

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken hoeveel cm3 beton voor dit kunstwerk is gebruikt.
Schrijf je berekening op.
(1) Oppervlakte hele grondvlak element is 10² x π  (= 314,15…) (cm2)
(1) Oppervlakte 3/4 grondvlak element is 3/4 × 314,15… = 235,61... (cm2)
(1) Inhoud element is 235,61… × 10 = 2356,1… (cm3)
(1) Inhoud kunstwerk is 6 × 2356,1… = 14 137 cm3 (of nauwkeuriger)



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op de stranden van Vlieland rijdt voor
toeristen de ‘Vliehors Expres’.


Deze vrachtauto heeft één speciale band die tijdens het
rijden het onderstaande gedicht als bandafdruk achterlaat:

Breng gedachten vol verlangen naar het lege stille strand.
Schrijf ze duizend stille malen tussen duizend korrels zand.


Als de band één keer heeft rondgedraaid, staat het gedicht één keer in het zand.
De band heeft een diameter van 145 cm.

Bereken hoe vaak het gedicht in het zand staat als de Vliehors Expres 2 km heeft gereden. Schrijf je berekening op.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als de band één keer heeft rondgedraaid, staat het gedicht één keer in het zand.
De band heeft een diameter van 145 cm.
Bereken hoe vaak het gedicht in het zand staat als de Vliehors Expres 2 km heeft gereden. Schrijf je berekening op.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken hoe vaak het gedicht in het zand staat als de Vliehors Expres 2 km heeft gereden. Schrijf je berekening op.
(1) De bandomtrek is 145 × π = 455,5... (cm)
(1) 455,5… cm = 4,555… meter en 2 km = 2000 meter
(1) 2000 (m) : 4,55... (m) = 439 (keer)




Omtrek: Je kunt de omtrek van de volgende figuren berekenen:  rechthoek, cirkel*,
               driehoek,  parallellogram (of samenstellingen daarvan)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies