H2.4 Cellen

H2.4 CELLEN & H2.5 CELKERN
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2.4 CELLEN & H2.5 CELKERN

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies
  • Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies
  • Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen
  • Je kunt de bouw en functie van DNA 

Slide 2 - Tekstslide

Organisatie niveaus van klein naar groot
Cellen
Weefsels
Organen
Orgaanstelsels
Organisme

Slide 3 - Sleepvraag

Dierlijke Cellen

Niet alles kan door het celmembraan heen (glucose niet, zuurstof wel). 

Speciale eiwitten in het celmembraan
zorgen voor de opname van nuttige stoffen en dat afvalstoffen naar buiten kunnen

Slide 4 - Tekstslide

Dierlijke Cellen
  • Cellen van dieren bevatten een dikke vloeistof: cytoplasma (water met opgeloste stoffen en zwevende deeltjes)
  • Daaromheen zit een dun vlies: celmembraan (vetten en eiwitten)
  • In het cytoplasma ligt het regelcentrum van de cel: de celkern met kernplasma en het kernmembraan


Slide 5 - Tekstslide

De celkern
  • Bevat lange dunne sliertjes DNA: Chromosomen
  • Cellen van mensen hebben er 46, andere organismen kunnen er meer of minder hebben


Slide 6 - Tekstslide

DNA
  • DNA is een soort wenteltrap
  • Elke trede bestaat uit 2 bij elkaar passende stukjes: basen
  • Er zijn 4 verschillende: A, T, C en G
  • A & T en C & G zijn altijd een basenpaar

Slide 7 - Tekstslide

Waarom hebben we DNA
  • Met de verschillende basenparen achter elkaar kan je een code maken
  • Deze code bepaald jouw erfelijke eigenschappen zoals oogkleur
  • Alle basenparen  die voor 1 specifieke eigenschap coderen noem je een gen

Slide 8 - Tekstslide

Het membraan

Niet alles kan door het celmembraan heen (glucose niet, zuurstof wel). 

Speciale eiwitten in het celmembraan
zorgen voor de opname van nuttige stoffen en dat afvalstoffen naar buiten kunnen

Slide 9 - Tekstslide

Plantaardige 
Cellen
Extra celonderdelen:
  • Vacuole: blaasje gevuld met vocht, opslag van stoffen en stevigheid
  • Plastiden: korrels met speciale functie
    (bladgroenkorrels, kleurstofkorrels, zetmeelkorrels)
  • Celwand: laag om celmembraan, zorgt voor stevigheid. Is eigenlijk geen onderdeel van de cel maar tussencelstof!

Slide 10 - Tekstslide

Plastiden

  • Bladgroenkorrels: in groene delen van plant, fotosynthese
  • Kleurstofkorrels: geven bloemen en vruchten een gele, oranje of rode kleur
  • Zetmeelkorrels: opslag van zetmeel

Korrels kunnen van ene type overgaan in het andere type!

Slide 11 - Tekstslide

Celorganellen

Delen van een cel die een eigen functie hebben, noem je celorganellen
Bijvoorbeeld: celkern, vacuole, plastiden

Slide 12 - Tekstslide

Evaluatie Leerdoelen
  • Was alles duidelijk?

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Leren H2.4 & 2.5




VWO: maken vraag 1 t/m 9 van 2.4 en 1 t/m 10 van 2.5

Slide 14 - Tekstslide