werkwoordspelling

Oefenen met
werkwoordspelling
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefenen met
werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Voor het spellen van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd gebruik je 't ex-fokschaap.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Voor het spellen van de persoonsvorm in de verleden tijd gebruik je 't ex-fokschaap.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag


Casper (branden) zijn vingers gisteren.
A
brande
B
brandde
C
brandden
D
branden

Slide 4 - Quizvraag


(vinden) je deze les ook zo leuk?
A
vin
B
vint
C
vindt
D
vind

Slide 5 - Quizvraag

Meneer Kalis (vinden) het hopelijk wel wat.
A
vind
B
vint
C
vindt

Slide 6 - Quizvraag


Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 7 - Quizvraag


Als Leonie nu eens een beetje (opschuiven).
A
opschuift
B
opschuifd
C
opschuivt
D
opschuivd

Slide 8 - Quizvraag

Mevrouw Jansen (zetten) haar naam er gisteren nog op.
A
zet
B
zetten
C
zette
D
zat

Slide 9 - Quizvraag

Sommige leerlingen (roken) gisteren stiekem in het park.
A
rookte
B
rookten
C
rookde
D
rookden

Slide 10 - Quizvraag

En nu (gebeuren) het gelukkig niet meer.
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt

Slide 11 - Quizvraag

Hopelijk hebben jullie van deze quiz wat (leren)
A
geleerd
B
geleert
C
geleerdt

Slide 12 - Quizvraag

Dan (beloven) dat veel voor de toets.
A
beloovt
B
beloovd
C
beloofd
D
belooft

Slide 13 - Quizvraag