In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Nieren
Slide 1 - Tekstslide
Stap 1: voorurine
Ontstaat in kapsel van Bowman.
De aanvoerende (afferente) slagader van de glomerulus heeft een grotere diameter dan de afvoerende (efferente), wat de bloeddruk verhoogt.
Verhoogde bloeddruk geeft extra filtratie: ultrafiltratie.
afferent
efferent
Slide 2 - Tekstslide
Stap 2: reabsorptie
De nierbuisjes halen waardevolle stoffen terug uit de urine.
Eerste gekronkelde nierbuisje verzorgt dit proces, reabsorptie.
Water volgt door osmose geholpen door de colloïd osmotische waarde.
De stoffen gaan vanuit het nierbuisje naar een haarvat dat er tegenaan ligt.
Colloïd osmotische waarde = drukverschil binnen en buiten een bloedvat van verschillende concentratie als gevolg van osmose
Slide 3 - Tekstslide
Stap 3 en 4: lus van Henle
Dalende en stijgend deel bepalen samen de hoeveelheid water in de urine.
Dalend been bevat veel waterkanalen, maar laten geen ionen door -> volume voorurine daalt, osmotische waarde stijgt.
Stijgende deel geeft Na+ en Cl- ionen af -> osmotische waarde daalt weer.
Ontstaat een concentratiegradiënt in niermerg waardoor water afgegeven wordt aan dalend been.
Slide 4 - Tekstslide
Stap 5: hoeveelheid ionen
Hangt af van het hormoon aldosteron.
ADH reguleert de hoeveelheid urine en de concentratie daarvan. Het beïnvloedt ook de zoutconcentraties in het bloed.
In het tweede gekronkelde buisje regelt aldosteron dat K+-ionen uit het bloed naar het voorurine gaan.
In de verzamelbuis regelt het dat Na+- en Cl--ionen terug naar het bloed gaan, water volgt door osmose.
Bloedvaten rond tweede gekronkelde nierbuisje geven H+-ionen af aan voorurine en nemen HCO3--ionen op. Dit beïnvloedt de zuurgraad van het bloed en de urine.
Bij te lage concentratie ionen in het bloed ontstaat een te lage osmotische waarde, wat leidt tot meer urineafgifte. Je nieren geven dan het hormoon renine af.
Slide 5 - Tekstslide
Stap 6: hoeveelheid water
Hangt af van de regeling door het hormoon ADH.
ADH wordt gemaakt bij een te laag bloedvolume.
ADH stimuleert transport van extra waterkanalen naar het celmembraan.
Afgifte van ureum verhoogt de osmotische waarde in het niermerg, water volgt door osmose.
ADH neemt toe -> extra opname water uit voorurine dus minder water in urine
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Stap 7: urine
Definitieve urine bevat water met ureum, ammonium, andere ionen en diverse andere stoffen afhankelijk van de aanvoer uit het bloed
Slide 8 - Tekstslide
Stroomrichting
De stroomrichting in het bloed rond de lus van Henle is tegensteld aan die van de voorurine.
Dit tegenstroomprincipe zorgt ervoor dat het bloed langs het dalende been van de lus van Henle water opneemt en Na+ en Cl- afgeeft.
Dalend haarvat geeft water af en neemt Na+ en Cl- op rond het stijgende been van de lus van Henle.
Slide 9 - Tekstslide
Het antidiuretisch hormoon (ADH) bevordert de resorptie van water in de nieren. Indien er meer ADH hormoon aanwezig is dan normaal, dan zal er ...
A
meer voorurine en meer urine dan normaal gevormd worden
B
minder voorurine en minder urine dan normaal gevormd worden
C
evenveel voorurine en meer urine dan normaal gevormd worden
D
evenveel voorurine en minder urine dan normaal gevormd worden
Slide 10 - Quizvraag
Bekijk binas: waar in de lis van Henle is het concentratieverschil met het bloed het grootst
A
aan het begin
B
aan het eind
C
bij eerste gekronkelde nierbuisje
D
bij tweede gekronkelde buisje
Slide 11 - Quizvraag
glomerulus
Lis van Henle
Verzamelbuis
slagader
ader
Slide 12 - Sleepvraag
Waar in het nefron vindt de actieve terugresorptie van vocht uit de voorurine plaats?
A
glomerulus
B
lus van Henle
C
kapsel van Bowman
D
nierbekken
Slide 13 - Quizvraag
Lus van Henle
Met name in lus van Henle vindt terugresorptie plaats.
In het dalende deel vooral water.
In het stijgende deel vooral zouten.
Slide 14 - Tekstslide
Bouw en werking
Ultrafiltratie: bloed wordt door hoge druk uit de glomerules, in het kapsel van Bowman geperst --> voorurine
Eerste gekronkelde nierbuis
Lis van Henle
Tweede gekronkelde nierbuis
Verzamelbuis
Urineleider --> blaas
Slide 15 - Tekstslide
Vorming urine
Locatie: nefron
Ultrafiltratie -> vorming van voorurine in kapsel van Bowman
Terugresorptie ->heropname bruikbare stoffen in het bloed: lis van Henle en eerste en tweede verzamelbuis
Excretie -> actief transport van afvalstoffen van het bloed naar de voorurine