Les 1 - Zeven minuten na middernacht lessenserie

Zeven minuten na middernacht 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Zeven minuten na middernacht 

Slide 1 - Tekstslide

Voordat we gaan lezen
Catharsis = emotionele zuivering/ reiniging/verzoening

Wanneer toeschouwers meeleven met de personages in een tragedie ( in een verhaal of film), worden ze geconfronteerd met (de verwerking van) emoties als angst en medelijden. 
Door die confrontatie worden toeschouwers zelf (moreel) ‘gezuiverd’ – je kunt je verzoenen met je eigen problemen. 

Volgens Aristoteles kan het kijken naar een tragedie leiden tot een emotionele ontlading, waarbij het publiek zich kan ontdoen van negatieve emoties zoals angst, verdriet of medelijden, die anders in het dagelijks leven onderdrukt zouden worden.




Slide 2 - Tekstslide

Personages in het boek
Conor = hoofdpersonage
Boom (taxusboom) = bijpersonage.

Zoek eens op wat de symboliek is van een taxusboom. 

Zoek op: 'taxusboom - symboliek' of op 'taxus' Wikipedia. 

Slide 3 - Tekstslide

Taxusboom - symboliek
* eeuwig leven - kracht
* vernieuwing - regeneratie (weer aangroeien/hernieuwen).


Taxusboom van 1600 jaar oud.

Slide 4 - Tekstslide

Wat heb jij gevonden over de taxusboom?

Slide 5 - Woordweb

Lezen
Samen lezen: Noot van de schrijver

Bezoek van een monster. 

Slide 6 - Tekstslide

Fictie 
Fictie = alles wat verzonnen is.

Non- fictie = alles wat niet verzonnen is. 

Fictie is een verzonnen tekst, non-fictie teksten zijn gebaseerd op feiten.

Slide 7 - Tekstslide

Fictie 
  • Verzonnen verhaal of tekst
  • Het doel is: Amuseren
  • Beleving lezer centraal 
  • Voorbeelden: Leesboeken, Strips, Songteksten, Films


Slide 8 - Tekstslide

Non-Fictie 
  • Gebaseerd op feiten
  • Doel van de schrijver: Informeren
  • Overzichtelijk informatie geven
  • Voorbeelden: Leerboeken, Nieuwsberichten, Documentaires, Naslagwerken

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Fictie
Realistisch fictie => fictie (verzonnen verhaal) wat 'net echt' lijkt.  De gebeurtenissen zijn herkenbaar. 

Niet-realistisch fictie => fictie die niet waar kan zijn, zoals sprookjes, en fantasy-boeken. De gebeurtenissen zijn niet-herkenbaar, maar wel zo echt mogelijk

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Het boek 'Livestream" van Buddy Tegenbosch =
A
realistisch fictie
B
niet realistisch fictie

Slide 13 - Quizvraag

Personages / gebeurtenissen

Harry Potter = realistisch / niet-realistisch
Rick in Livestream = realistisch / niet-realistsich
Het dagboek van Anne Frank = realistisch / niet- realistisch
Zoektocht naar Kris = realistisch / niet-realistisch
Zweinstein = realistisch / niet-realistisch
Metro in New York = realistisch / niet -realistisch

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 
Maak tweetallen. Een van jullie vertelt over een gebeurtenis die hij/zij onlangs heeft meegemaakt. De ander luistert goed. 
Bespreek samen wat er feitelijk is gebeurd en wat (een beetje) verzonnen is. 

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 
Veel mensen vinden een boek spannender of interessanter als het een waargebeurd verhaal is. Vind jij dit ook? 

Bespreek dit met elkaar. 

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Maken 'romans zijn altijd een beetje waargebeurd'

Lees handboek blz. 32/33

Maken oefenboek blz. 26/27 opdracht 3-8

Slide 17 - Tekstslide

Zeven minuten na middernacht 




Deze week lezen t/m pagina 53 
Boek staat ook in Magister.Learn

Slide 18 - Tekstslide