210215 Extra les zinsontleding

Wat gaan we doen?

  • We oefenen met het ontleden van zinnen in zinsdelen.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?

  • We oefenen met het ontleden van zinnen in zinsdelen.

Slide 1 - Tekstslide

Stappenplan
  1. Onderstreep de pv - tijdproef
  2. Verdeel de zin in zinsdelen - elk zinsdeel beantwoordt één vraag
  3. Zoek het wwg - alle werkwoorden
  4. Zoek het ond - wie/wat + wwg?
  5. Zoek het lv - wat/wie + wwg +ond?
  6. Zoek het mv - aan/voor wie + wwg + ond + lv?
  7. Zoek de bwb's - overige zinsdelen (waar, hoe, wanneer etc.) 

Slide 2 - Tekstslide

zinsdeelstrepen
  • Zet strepen rond de persoonsvorm.
  • Zet een streep tussen werkwoorden en niet-werkwoorden.
  • Controleer of elk zinsdeel antwoord is op één vraag.
  • Blijf niet hangen, ga verder met stap 3.
  • Verbeter je werk als dat nodig blijkt bij stap 3 t/m 7.

Slide 3 - Tekstslide

Vorig jaar ging deze jongen op de fiets naar Frankrijk
  1. pv
  2. zinsdelen
  3. wwg
  4. ond
  5. lv
  6. mv
  7. bwb's

Slide 4 - Tekstslide

Wij hebben de hele klas een heerlijke traktatie gegeven.
  1. pv
  2. zinsdelen
  3. wwg
  4. ond
  5. lv
  6. mv
  7. bwb's

Slide 5 - Tekstslide

De sportieve vrienden willen een trektocht maken.
  1. pv
  2. zinsdelen
  3. wwg
  4. ond
  5. lv
  6. mv
  7. bwb's

Slide 6 - Tekstslide

De bestuurder gaf de dame meteen haar kaartje.
  1. pv
  2. zinsdelen
  3. wwg
  4. ond
  5. lv
  6. mv
  7. bwb's

Slide 7 - Tekstslide

1. Ik vind mijn vriend Henk in het pretpark.
  1. pv
  2. zinsdelen
  3. wwg
  4. ond
  5. lv
  6. mv
  7. bwb's

Slide 8 - Tekstslide

2. Morgen gaan mijn vriend en ik een cadeau aan mama geven.
  1. pv
  2. zinsdelen
  3. wwg
  4. ond
  5. lv
  6. mv
  7. bwb's

Slide 9 - Tekstslide

3. Ik heb vandaag gefietst naar school.
  1. pv
  2. zinsdelen
  3. wwg
  4. ond
  5. lv
  6. mv
  7. bwb's

Slide 10 - Tekstslide

4. Hij kocht zaterdag een nieuwe trui.
  1. pv
  2. zinsdelen
  3. wwg
  4. ond
  5. lv
  6. mv
  7. bwb's

Slide 11 - Tekstslide

6. Hij heeft aan Sanne een konijn gegeven.
  1. pv
  2. zinsdelen
  3. wwg
  4. ond
  5. lv
  6. mv
  7. bwb's

Slide 12 - Tekstslide

7. Zondag heeft de politie een boete uitgedeeld aan mij.
  1. pv
  2. zinsdelen
  3. wwg
  4. ond
  5. lv
  6. mv
  7. bwb's

Slide 13 - Tekstslide

17. De moeder geeft haar zoontje op het schoolplein een knuffel.
  1. pv
  2. zinsdelen
  3. wwg
  4. ond
  5. lv
  6. mv
  7. bwb's

Slide 14 - Tekstslide

23. We hebben een kerstkaart gestuurd aan oma Riet.
  1. pv
  2. zinsdelen
  3. wwg
  4. ond
  5. lv
  6. mv
  7. bwb's

Slide 15 - Tekstslide

29. Op het journaal vertelde D. Trump over zijn verkiezingswinst.
  1. pv
  2. zinsdelen
  3. wwg
  4. ond
  5. lv
  6. mv
  7. bwb's

Slide 16 - Tekstslide