2HVb les 7 alles

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom 2HVb

Leg al je spullen vast op tafel.

Ga lekker zitten en luister goed, duik in de wereld van ons verhaal...

Tot over 10 min ;-)

Freek doet nooit zijn best met tekenen. Hij gooit er met zijn ... naar.

Welk woord moet er op de puntjes staan?

1. net
2. jack
3. vest
4. pet

de uitdrukking is Er met de pet naar gooien 

Het betekent helemaal niet je best doen.

Vroeger hadden jongens vaak petten op. Probeerden daar vlinders mee te vangen, hadden bijna nooit iets gevangen. Met de pet ernaar gooien is dus echt een hele slechte manier om vlinders te vangen. Nutteloos.

Verdeel in zinsdelen en benoem die:

Freek doet nooit zijn best met tekenen.

planning van deze les

•  lezen (10 min)
• stappenplan in vogelvlucht (5-7 min)
• vragen? (10 min)
• zelfstandig werken (15 min)
• even checken (8 min)

lesdoel

• Je kent het stappenplan zindeel ontleden t/m stap 7 (bwb)
• je hebt een overzicht van alle zinsdelen die je moet beheersen voor de toets
• je hebt geoefend met de verschillende zinsdelen, dus eigen inzicht in je vaardigheid

les nalezen?

• ik deel de lessen in LessonUp
• jij maakt een account aan op LessonUp
• klascode 2HVb: tfgbb

Stappenplan zindeel ontleden

1. pv zoeken:
- getalproef
- tijdproef
- vraagzin maken

2. zinsdeel strepen zetten (zinsdeelproef)

daarna de stappen van benoemen

3. onderwerp:  Wie of wat + pv = onderwerp of getalproef pv

4. gezegde: 
 - wwg = pv + alle ww in de zin
-  nwg = wwd (iig kww) + nwd (iig zn of bn gekoppeld aan het ond)

daarna de stappen van benoemen

5. lijdend voorwerp: 
wat (of wie) + wwg + ond

6. meewerkend voorwerp:

aan wie of voor wie + wwg + ond + lv

7. bijwoordelijke bepaling:

vragen als waar (plaats), waarom (reden), wanneer (tijd) waarmee, waarheen, waardoor, hoe, hoeveel.

Grammatica zinsdelen

Alle zinsdelen zijn behandeld/besproken en geoefend.

Wie heeft er een vraag?

Verdeel in zinsdelen en benoem die:

Elsa geeft haar oma elke week een bloemetje.

aan de slag

15 minuten zelfstandig aan het werk.

Waarmee?

aan de slag

1. Maak en lever in bij mij (zet je naam op het papier) :
   - verzin een zin met een wwg en benoem alle zinsdelen
   - verzin een zin met een nwg en benoem alle zinsdelen
   - zin met alle zinsdelen (die we behandeld hebben)
   
2. Maak zinnen met de aangegeven volgorde:
   - bwb - pv/wwg - ond - lv - rest wwg
   - mv - pv/wwg - ond - lv - rest wwg
3. Ben je klaar? Lees in je werkboekje paragraaf 8 en 9. Maak de opdr erbij.

Verdeel in zinsdelen en benoem die:
Rond twee uur ben ik naar Spanje gereden met Jopie.

Verdeel in zinsdelen en benoem die:

Elsa belt elke middag haar oma op.

Maak zinnen met de aangegeven volgorde:
bwb - pv/wwg - ond - lv - rest wwg

Maak zinnen met de aangegeven volgorde:
mv - pv/wwg - ond - lv - rest wwg

bedankt, tot de volgende keer!