Thuisonderwijs week 5 les 1 Meester Mike

Breuken en kommagetallen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 4,5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Breuken en kommagetallen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel 
'Ik kan breuken omzetten in kommagetallen en andersom'

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten we al van breuken en kommagetallen?

Slide 3 - Woordweb

Welke breuk hoort hierbij?

'We hebben 10 appels welke we over 5 leerlingen moeten verdelen.
Hoeveel appels heeft iedereen dan?'
A
2/10
B
10/5
C
5/10
D
10/2

Slide 4 - Quizvraag

Welke breuk hoort er bij dit plaatje?
A
1/2 deel
B
1/4 deel

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel eet het blauwe mannetje?
A
1 deel
B
1/8 deel
C
1/4 deel
D
1/3 deel

Slide 6 - Quizvraag

Ik heb 5/8 van een taart.
Hoeveel moet erbij om een hele taart te krijgen?
A
1/4
B
8/8
C
1/8
D
3/8

Slide 7 - Quizvraag

Op welke manier kan je 11/4 ook schrijven?
A
1 6/4
B
4
C
2 3/4
D
3

Slide 8 - Quizvraag

Hoe noemen we het bovenste getal van de breuk?
A
Noemer
B
Teller

Slide 9 - Quizvraag

Hoe noemen we het onderste getal van een breuk?
A
Noemer
B
Teller

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een breuk ook alweer?
Een breuk is een stukje van een geheel.
Voorbeeld: De helft van een taart is 1/2 deel.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een breuk?
A
Een stukje
B
Het geheel
C

Slide 12 - Quizvraag

Hoe schrijven we een breuk als kommagetal?
Als we 1/2 taart hebben kunnen we dit ook als kommagetal schrijven.
100:2= 50, 50x1 stukje= 50, dus 50% van de taart. 
50% kunnen we ook schrijven als kommagetal, door de , 2 stapjes naar links te schuiven. 50% wordt dan 0,5 

Slide 13 - Tekstslide

Hoe schrijf je 1/3 in een kommagetal?
1/3 betekend dat er dus iets in 3 gelijkste stukken verdeeld moet worden, waarbij je 1 stuk nodig hebt. Als je dit bij het getal 1 doet krijg je 3 gelijke getallen van 0,33 die samen 1 zijn.
0,33+0,33+0,33=1
1/3 is dus 0,33

Slide 14 - Tekstslide

60% is hetzelfde als 0,6
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Hoe schrijf je 2/3 in een kommagetal?
Nu we weten dat 1/3 0,33 is, kunnen we ook uitrekenen hoe we 2/3 in een kommagetal schrijven. Er staat namelijk letterlijk 2x1/3= 2/3.
Dus  2x 0,33=0,67 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Kan je van 7/8 een kommagetal maken?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Maak van 7/8 een kommagetal.
A
0,9
B
0,8
C
0,875
D
0,750

Slide 19 - Quizvraag

Hoe pak je dat aan?
We moeten 7/8 omzetten in een kommagetal.
We doen eerst 100:8=12,5 
100:8=12,5, dus 1:8=0,125
We weten dan dat 1/8 gelijk is aan 0,125, want 8x0,125= 1
We hebben 7 stukjes van 1/8 nodig, want we hebben 7/8 nodig.
We doen dus 7x0,125=0,875

Slide 20 - Tekstslide

schrijf 0,75 als breuk
A
3/4
B
2/3
C
1/4
D
1/3

Slide 21 - Quizvraag

Schrijf 2/5 als een kommagetal
A
0,2
B
0,25
C
0,5
D
0,4

Slide 22 - Quizvraag

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 23 - Open vraag