procenten, kommagetallen en breuken (4C)

Kommagetallen komen we tegen bij:
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Kommagetallen komen we tegen bij:

Slide 1 - Tekstslide

procenten komen we tegen bij:

Slide 2 - Tekstslide

breuken gebruiken we bij:

Slide 3 - Tekstslide

20%
1
-  deel
0,20
breuken, kommagetallen en procenten hebben met elkaar te maken

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel in procenten?
A
75%
B
25%
C
40%
D
4%

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel %?
0,75

Slide 6 - Open vraag

Hoeveel %?
0,10

Slide 7 - Open vraag

Hoeveel %?
.......
31

Slide 8 - Open vraag

welke breuk?
A
13
B
33
C
41
D
31

Slide 9 - Quizvraag

Welke breuk?
0,33

Slide 10 - Open vraag

Welke breuk?
75%

Slide 11 - Open vraag

Welke breuk?
0,25

Slide 12 - Open vraag

Welke breuk?
10%

Slide 13 - Open vraag

Welke breuk?
20%

Slide 14 - Open vraag

Welke breuk?
50%

Slide 15 - Open vraag

Welk kommagetal?
A
0,80
B
0,40
C
0,30
D
0,75

Slide 16 - Quizvraag

Welk kommagetal?
Bedenk eerst het kommagetal
van ... dan doe je daar de helft
van.
41
A
0,125
B
1,250
C
12,5
D
0,250

Slide 17 - Quizvraag

Welke kommagetal?
.....
51

Slide 18 - Open vraag

Welk kommagetal?
......
81

Slide 19 - Open vraag

Welk kommagetal?
....
31

Slide 20 - Open vraag

Welk kommagetal?
....
101

Slide 21 - Open vraag

Welk kommagetal?
....
1001

Slide 22 - Open vraag

Welk kommagetal?
....
10001

Slide 23 - Open vraag

cijfers achter de komma
> 5 of hoger dan 5 
< lager dan 5 

Slide 24 - Tekstslide

afronden op 1 cijfer achter de komma?
1,18
A
1,2
B
1,1
C
1,19
D
1,0

Slide 25 - Quizvraag

afronden op 2 cijfers achter de komma
1,194
A
1,20
B
1,19
C
1,21
D
1,18

Slide 26 - Quizvraag

rond af naar één rond getal
0,965
A
0,97
B
1
C
0,96
D
0

Slide 27 - Quizvraag

wat is het opvolgende getal?
0,399
A
1,400
B
0,400
C
0,4
D
0,390

Slide 28 - Quizvraag

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 29 - Open vraag

Ik vond deze les?
A
Ik vond de breuken moeilijk
B
Ik vond de decimalen moeilijk
C
Ik vond de procenten moeilijk
D
Ik snap het nu wel

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Link

Slide 32 - Link