5.6 Blessures

5.6 Blessures
Thema 5 Stevigheid en beweging
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.6 Blessures
Thema 5 Stevigheid en beweging

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we al?

Slide 2 - Tekstslide

Wat werkt als een soort schokbrekers voor de rug?
A
Tussenwervelschijven van kraakbeen
B
Ribben
C
Rugspieren
D
Wervels

Slide 3 - Quizvraag

Wat gebeurt er als tussenwervelschijven aan één kant meer belast worden?
A
Ze worden sterker
B
Ze worden minder belast
C
Ze verliezen wat van hun veerkracht.
D
Ze groeien in grootte

Slide 4 - Quizvraag

Wat gebeurt er als de ene kant van de wervelkolom meer belast wordt?
A
Spieren kunnen overbelast raken en kramp ontstaat.
B
De wervelkolom wordt sterker
C
De tussenwervelschijven worden minder belast
D
Er ontstaat een rugblessure

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een mogelijke consequentie van kromgebogen kijken naar je scherm?
A
Je rugspieren worden sterker.
B
Je kunt een bochel krijgen.
C
Je nekklachten zullen verminderen.
D
Je lichaamshouding verbetert.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een belangrijke factor bij het tillen om rugklachten te voorkomen?
A
Het buigen van de knieën tijdens het tillen.
B
Het behouden van de dubbele-S-vorm in de wervelkolom.
C
Het vasthouden van de adem tijdens het tillen.
D
Het zo ver mogelijk strekken van de armen.

Slide 7 - Quizvraag

Begrippen 5.5
  • Conditie
  • Dubbele-S-vorm
  • Overbelasting (van spieren)
  • Tussenwervelschijf
  • Wervel

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen 5.6
  • Je kunt van enkele blessures beschrijven wat er aan de hand is.
  • Je kunt beschrijven hoe je blessures kunt voorkomen.

Slide 9 - Tekstslide

Blessures aan spieren
  • Een blessure is een lichamelijk letsel dat mensen meestal oplopen bij het sporten.
  • Voorbeelden zijn: spierpijn, een tennis arm en RSI.
  • De meest voorkomende blessure aan spieren is spierpijn. 
  • Dit krijg je als je je spieren meer hebt belast dan normaal.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de meest voorkomende blessure aan spieren?
A
Zenuwbeschadiging door te veel sporten.
B
Spierpijn door overbelasting van de spieren.
C
Gebroken spieren na intensieve training.
D
Verzwikte spieren door gebrek aan warming-up.

Slide 11 - Quizvraag

Tennisarm
  • Bij een tennisarm vindt er een overbelasting van de spieren plaats.
  • Er ontstaan dan ontstekingen van de aanhechtingsplaatsen (pezen) van de spieren.
  • In het geval van de tennisarm is dat bij de elleboogspier.
  • Een tenniselleboog geneest meestal door rust, maar je moet de arm niet stilhouden.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

RSI
  • Een tennisarm is een voorbeeld van RSI.
  • Dit is een verzamelnaam voor klachten aan spieren die ontstaan door te vaak achter elkaar dezelfde beweging te maken.
  • Het kan ook ontstaan door een statische houding en door steeds dezelfde kracht uit te oefenen op dezelfde plaats.
  • Een goede houding en rust verminder je de kans op een RSI.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is RSI?
A
Spieratrofie
B
Ziekte van de gewrichten
C
Klachten aan spieren door herhaalde bewegingen
D
Infectie van de spieren

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de oorzaak van een tennisarm?
A
Gebrek aan beweging
B
Ongeval
C
Overbelasting van de spieren
D
Genetische aanleg

Slide 16 - Quizvraag

Blessures aan botten
  • Door valpartijen kunnen botbreuken ontstaan.
  • Op röntgenfoto's zijn botbreuken goed te zien.
  • Voor een goede genezing moeten de twee helften van het bot in de goede stand aan elkaar vastgroeien.
  • Deze zetten ze vaak goed met gips, lukt dat niet dan worden schroeven of platen gebruikt.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Hoe worden botbreuken meestal goed gezet voor genezing?
A
Met tape
B
Met platen
C
Met gips
D
Met schroeven

Slide 19 - Quizvraag

Voetbalknie
  • In het kniegewricht zit een stukje kraakbeen dat meniscus heet.
  • Als het lichaam draait terwijl het onderbeen blijft staan, kan de meniscus scheuren. Dat noem je een voetbalknie.
  • Meestal zijn dan ook de gewrichtskapsel en de kapselbanden (kniebanden en kruisbanden) beschadigd.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de functie van de meniscus in het kniegewricht?
A
Zenuwsignalen doorgeven in de knie.
B
Bloedcirculatie bevorderen in de knie.
C
Vet opslaan voor energie in de knie.
D
Schokken opvangen en stabiliteit bieden.

Slide 22 - Quizvraag

Kneuzing
  • Een kneuzing is een beschadiging van weefsel zonder dat er iets is gescheurd of gebroken.
  • Dit kan komen door een stoot, een stomp of een trap.
  • Het weefsel zwelt op doordat er een inwendige bloeding plaatsvindt. 
  • Er hoopt zich vocht op in het weefsel. Dit heet een bloeduitstorting: er ontstaat een blauwe plek. 
  • Door de gekneusde plek te koelen, worden de zwelling en de inwendige bloeding minder.

Slide 23 - Tekstslide

Verzwikking
  • Een verzwikking is een kneuzing van een gewricht,
  • Bij het verzwikken van je voet rekken het gewrichtskapsel en de kapselbanden van je enkel te ver uit.
  • Ze kunnen zelfs scheuren. Je hebt dan 'gescheurde enkelbanden'. 
  • Ook kan het kraakbeen in de enkel beschadigd raken.

Slide 24 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij een verzwikking van een gewricht?
A
Het gewricht wordt gebroken
B
Het gewrichtskapsel en kapselbanden rekken te ver uit
C
Het kraakbeen in het gewricht groeit
D
Er ontstaat een externe bloeding

Slide 25 - Quizvraag

Ontwrichting
  • Bij een ontwrichting schiet de gewrichtskogel uit de gewrichtskom. 
  • Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als je verkeerd op je arm valt.
  • Je arm schiet dan uit de kom.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Blessures voorkomen
  • Een warming-up voorkomt blessures. 
  • De spieren krijgen dan meer bloed en zuurstof en worden warmen, dit voorkomt blessures.
  • Ook een cooling-down voorkomt blessures.
  • Na het sporten gaat je bloed langzamer stromen en hopen afvalstoffen op in je spieren. Door een cooling-down worden afvalstoffen afgevoerd en heb je minder spierpijn.

Slide 28 - Tekstslide

Wat is het effect van een goede cooling-down na het sporten?
A
Minder spierpijn
B
Toename van afvalstoffen in de spieren
C
Snellere spierherstel
D
Verhoogde kans op blessures

Slide 29 - Quizvraag

Ik kan nu
  • Je kunt van enkele blessures beschrijven wat er aan de hand is.
  • Je kunt beschrijven hoe je blessures kunt voorkomen.

Slide 30 - Tekstslide

Begrippen 5.6
  • Botbreuk
  • Cooling-down
  • Kneuzing
  • Meniscus
  • Ontsteking

  • Ontwrichting
  • RSI
  • Spierpijn
  • Verzwikking
  • Warming-up

Slide 31 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten 5.6 : 1 t/m 7
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken test jezelf 5.6
Veel goed? -> Maken 8+ online extra  5.6

 

timer
25:00

Slide 32 - Tekstslide