Les 5 HV2C 22-9-2023 die Familie

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Les 5 HV2C 22-9-2023 

Herzlich Willkommen

beim Deutschunterricht

Wie wir zusammen arbeiten

Voor Duits heb je bij je: boek A, etui, tablet

We praten zoveel mogelijk in het Duits

We luisteren naar elkaar

Bij vragen steken we een arm omhoog

Mobiele telefoon ins Handy Hotel !

leerdoelen

Aan het einde van de les kun je:

• het persoonlijk voornaamwoord koppelen aan de werkwoorden sein, haben.
• de getallen in het Duits herkennen.
• Jezelf en je familie kort voorstellen in het Duits.

Wat gaan we doen?

• Lessonupvragen beantwoorden
• zelfstandig werken aan grammatica opdrachten
• jezelf voorstellen
• getallen bingo 

Lessonup

klascode

 jhztg

Klassetaal

Duits tijdens de les

zin 1: Darf ich zur Toilette gehen, bitte?

zin 2: Wie heißt das?

Wat is de vertaling van:
de Duitser

1. der Deutsche
2. der deutscher
3. die Deutsche
4. die Deutschen

het werkwoord zijn is:

1. heißen
2. sein
3. kommen
4. können

Welke 2 Personalpronomen missen nog?

ich

du

er

sie

wir

ihr

sie

De juiste schrijfwijze van 16 is:

1. achtzehn
2. fünfzehn
3. zwanzig
4. sechzehn

Het werkwoord sein

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

bin

bist

ist

sind

seid

sind

   seit

 sein

 sein

es .................... (haben)

1. habt
2. hast
3. haben
4. hat

(haben): wir

1. habt
2. habe
3. haben
4. hast

(haben) du ...

1. hat
2. haben
3. hast
4. habe

Antworten

Kapitel 2, Teil E Grammatik, Aufgaben 22, 23

Teil B Wortschatz, Aufgabe 7, 9, 10 Seiten 34, 35

Teil C Hören, Aufgabe 11, 12 Seiten 36, 37

Controleer je antwoorden in het boek en pas aan met een andere kleur.

Personalpronomen

Personalpronomen

ik	jij	hij, zij, het	wij	jullie	zij	u
ich	du	er, sie, es	wir	ihr	sie	Sie
I	D	E	W	I	S

Verb 'sein'

sein

ich	bin
du	bist
er	ist
sie	ist
es	ist
wir	sind
ihr	seid
sie	sind
Sie	sind

  sein

Verb 'haben'

Selbstständig arbeiten

Kapitel 2, Teil E Grammatik

Übungen 26, 27                  Seite 46-47

           

Ben je eerder klaar, dan ga je Slim Stampen 
Lernliste Niederländisch - Deutsch, Seite 26

Getallen bingo

Ik draai aan de spinner er komt een geschreven cijfer.

 Jullie strepen deze af op de bingo kaart. 

 3x winnaar: 

1. rij horizontaal

1. diagonaal

1. hele kaart

Wörter bilden

A:

Iedereen krijgt een lettergreep en een vraagwoord.

Je zoekt naar de andere lettergreep, zodat er een woord ontstaat.

Je stelt elkaar de vraag: Was hast du?

B:

Heb je je maatje gevonden? Maak met z'n tweeën minstens 4 zinnen met het woord. Gebruik de vraagwoorden en kijk ook in je Lernliste. Let op de schrijfwijze. Zinnen inleveren ter controle.

Steckbrief

Vervolg van de kennismakingsopdracht.

Een envelop wordt getrokken.

Iedereen raad. Degene die geraden wordt, stelt zich voor in het Duits en vertelt iets over zijn/haar familie.

Sprachmittel  Seite 50

Huiswerk / Hausaufgaben

Machen, digital

Kapitel 2, Teil F Sprechen, Aufgabe 32                                    Seite 49

Kapitel 2, Teil F Sprechen, Aufgabe  39                                   Seite 53

Kapitel 2, Teil G Schreiben, Aufgabe 40, 41                           Seite 54

Lernen

Lernliste N-D / D-N , Grammatik und Sprachmittel           Seite 26, 27

Lernliste N-D                                                                                       Seite 60

Samenvatting

Auf Wiedersehen