In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Ronde 1
Eerste Wereldoorlog
Slide 2 - Tekstslide
De Eerste Wereldoorlog
Sleep de pictogrammen naar de juiste plek zodat je het verloop van de Eerste Wereldoorlog duidelijk maakt.
...
...
...
...
...
...
Slide 3 - Sleepvraag
Welke moord was de aanleiding voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?
A
De moord op de Duitse keizer, Wilhelm II
B
De moord op de Russische tsaar, Nicolaas II
C
De moord de keizer van Oostenrijk-Hongarije, Franz Jozef
D
De moord op de troonopvolger van het Oostenrijks-Hongaarse rijk Franz Ferdinand
Slide 4 - Quizvraag
In 1914 kwamen veel Europese landen met elkaar in oorlog. Wat is daarvan geen oorzaak
A
nationalisme
B
opkomst van Hitler
C
militarisme
D
bondgenootschappen
Slide 5 - Quizvraag
Ken jij de bondgenootschappen?
timer
0:25
Duitsland
Engeland
Amerika
Geallieerden
Oostenrijk-Hongarije
Rusland
Frankrijk
Centralen
Asmogendheden
Slide 6 - Sleepvraag
Wat was het doel van het Von Schlieffenplan?
A
Frankrijk zo snel mogelijk uitschakelen via Elzas-Lotharingen.
B
Polen aanvallen en deze later verdelen met Rusland.
C
Voorkomen van tweefrontenoorlog.
Slide 7 - Quizvraag
Vladimir Iljitsj Oeljanov, vluchtte naar Zwitserland om de Russische geheime dienst te ontvluchten. Hij zou na terugkeer in Rusland de leider zijn van de Russische Revolutie. Onder welke naam kennen wij hem?
A
Lenin
B
Stalin
C
Trotski
D
Chroetsjov
Slide 8 - Quizvraag
Kies de juist volgorde
A
Lenin, Stalin, Nicolaas II
B
Nicolaas II, Lenin, Stalin
C
Stalin, Lenin, Nicolaas II
D
Nicolaas II, Stalin, Lenin
Slide 9 - Quizvraag
Welk gevolg had de Russische Revolutie op de deelname van Rusland aan WOI?
A
Rusland's positie in de oorlog verbeterde
B
Uiteindelijk sloot Rusland een aparte vrede met Duitsland
C
Amerika ging nu ook meedoen
D
Lenin kwam aan de macht
Slide 10 - Quizvraag
DE KRANT VAN 1917
Bijna elke dag komt de krant uit. Zo ook in 1917. Welke gebeurtenissen vonden er ongeveer gelijk plaats en stonden in dezelfde krant?
Let op: er blijven twee gebeurtenissen over.
LENIN TERUG IN RUSLAND
RUSLAND LAAT BONDGENOTEN IN DE STEEK
DUITSLAND HEEFT EEN NIEUWE VIJAND
EEN NIEUWE GRONDWET!
Russische Revolutie
Vrede van Brest-Litovsk
VS verklaren de oorlog
Vrouwen-kiesrecht
Algemeen Kiesrecht
Operatie Barbarossa
Slide 11 - Sleepvraag
De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914 - 1917
B
1914 - 1918
C
1939 - 1945
D
1940 - 1945
Slide 12 - Quizvraag
Ronde 2
Interbellum
Slide 13 - Tekstslide
Hoe heet Duitsland tijdens het interbellum?
A
het Duitse keizerrijk
B
de bondsrepubliek (B.R.D)
C
het derde rijk
D
de republiek van Weimar
Slide 14 - Quizvraag
Hieronder staan vijf gebeurtenissen die te maken hebben met Duitsland in het interbellum. Sleep deze gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger maar later.
1
2
3
4
5
De Republiek van Weimar wordt uitgeroepen
Duitsland krijgt economische steun in de vorm van het Dawesplan
Duitsland valt Polen binnen
Kristallnacht
Hitler schaft de parlementaire democratie af
Slide 15 - Sleepvraag
Wanneer was het Interbellum?
A
1914 - 1940
B
1914 - 1945
C
1918 - 1939
D
1919 - 1940
Slide 16 - Quizvraag
Werd de naam 'interbellum' vóór of na de Tweede wereldoorlog verzonnen?
A
Voor
B
Na
Slide 17 - Quizvraag
Nederland was in het interbellum een verzuilde samenleving. Welke vier zuilen waren er:
A
Katholieken, protestanten, liberalen en communisten.
B
Katholieken, protestanten, socialisten en liberalen.
C
Protestanten, Katholieken, neutralen en joden.
D
Katholieken en protestanten.
Slide 18 - Quizvraag
Waarom gingen Nederlanders 'stempelen' in het interbellum?
A
Ze moesten stempelen zodat ze een ''inkomen'' kregen.
B
Ze gingen stempelen zodat ze geregistreerd werden als werkeloos.
C
Ze gingen stempelen zodat ze niet gingen zwartwerken.
D
Ze gingen stempelen zodat ze niet de illegaliteit in gingen.
Slide 19 - Quizvraag
Tijdens het Interbellum brak over de hele wereld een grote economische crisis uit. Duitsland werd extra hard getroffen. Waarom werd Duitsland extra hard getroffen?
A
Omdat Duitsland jarenlang te veel geld had uitgegeven aan bewapening.
B
Omdat Duitsland jarenlang te veel snelwegen had aangelegd.
C
Omdat Duitsland ook nog leningen en herstelbetalingen moest betalen.
D
Omdat Duitsland weigerde een aanpassingspolitiek te voeren.
Slide 20 - Quizvraag
Ronde 3
Tweede Wereldoorlog
Slide 21 - Tekstslide
Eerste Wereldoorlog
Tweede Wereldoorlog
Slide 22 - Sleepvraag
De opkomst van Hitler
Sleep de pictogrammen naar de juiste plek zodat je de opkomst van Hitler duidelijk maakt.
timer
1:00
...
...
...
...
...
...
Slide 23 - Sleepvraag
Hoe wordt de Duitse tactiek aan het begin van de Tweede Wereldoorlog genoemd?
A
Von Schlieffenplan
B
Operatie Barbarossa
C
Blitzkrieg
D
Loopgravenoorlog
Slide 24 - Quizvraag
De aanleiding van de Tweede Wereldoorlog in Europa was de:
A
Anschluss
B
bezetting Sudetenland
C
aanval op Tsjechië
D
aanval op Polen
Slide 25 - Quizvraag
Begrippen
anti-semitisme
Appeasement politiek
Heims in Reich
Anschluss
Blitzkrieg
niet-aanvalsverdrag (molotov-ribbentrop pact)
Slide 26 - Sleepvraag
Wat maakt de Sovjet-Unie tot een bondgenoot in de Tweede Wereldoorlog?
A
Operatie Barbarossa
B
De Russische Revolutie
C
De aanval op Pearl Harbor
D
Het niet-aanvalsverdrag van 1939
Slide 27 - Quizvraag
Winston Churchill
Adolf Hitler
Franklin Roosevelt
Jozef Stalin
Benito Mussolini
Werd in mei 1940 minister-president.
Werd ook wel Il Duce genoemd.
Was de opvolger van Lenin
Werd ook wel Führer genoemd
Is de langstzittende president.
Slide 28 - Sleepvraag
Wat betekent het woord 'Holocaust'?
A
Jodenvervolging
B
Brandoffer
C
Antisemitisme
D
Vernietiging
Slide 29 - Quizvraag
Welk land veroverde Nederlands-Indië tijdens WOII?
A
Japan
B
China
C
Noord-Korea
D
Italië
Slide 30 - Quizvraag
Gebeurtenissen
D-day
Slag om Stalingrad
Inval Polen
Battle of Britain
Hiroshima en Nagasaki
Operatie Barbarossa
Slide 31 - Sleepvraag
Wat is het keerpunt in WOII voor Hitler, waarna hij de oorlog gaat verliezen?
A
Slag bij Barbarossa
B
Slag om Engeland
C
Slag bij Stalingrad
D
Pearl Harbor
Slide 32 - Quizvraag
Sleep de namen van de leiders en de vlaggen van landen waar ze vandaan komen naar de juiste persoon in de foto.
Churchill
Stalin
Roosevelt
Slide 33 - Sleepvraag
De Tweede Wereldoorlog duurde van:
A
1940 - 1945
B
1939 - 1944
C
1914 - 1918
D
1939 - 1945
Slide 34 - Quizvraag
De Tweede Wereldoorlog eindigde in Nederland op:
A
10 mei 1944
B
10 mei 1945
C
5 mei 1945
D
4 mei 1945
Slide 35 - Quizvraag
Door welke gebeurtenis eindigde WOII?
A
Bom op Nagasaki
B
De val van Berlijn
C
Bom op Hiroshima
D
Operatie Market - Garden
Slide 36 - Quizvraag
Ronde 4
Wereld na 1945
Slide 37 - Tekstslide
Duitsland werd na WOII opgedeeld in ....
A
2 zones
B
3 zones
C
4 zones
D
5 zones
Slide 38 - Quizvraag
Waarom had de dekolonisatie na de Tweede Wereldoorlog veel succes?
A
De Europese grootmachten waren verzwakt.
B
Inheemse jongens kregen onderwijs in het interbellum.
C
De VS en de Sovjet-Unie waren voorstanders van dekolonisatie.
D
De Japanners gaven veel koloniën onafhankelijkheid.
Slide 39 - Quizvraag
Waarom wilde NL de kolonie na WOII weer terug?
A
NL wilde haar macht uitbreiden
B
NL wilde Indonesië opbouwen na de oorlog
C
NL wilde weer inkomsten uit de kolonie halen
D
NL wilde de bevolking steunen
Slide 40 - Quizvraag
Welk land hoorde tijdens de Koude Oorlog niet bij de NAVO NAVO = militair bondgenootschap
A
Groot-Brittannië
B
BRD
C
DDR
D
Nederland
Slide 41 - Quizvraag
Naar wat verwijst deze cartoon?
A
vreedzame coëxistentie
B
Koude Oorlog
C
Conferentie van Potsdam
D
Einde Koude Oorlog
Slide 42 - Quizvraag
1
Welke kenmerken horen bij het Westen en welke bij het Oostblok tijdens de Koude Oorlog?
Let op! Elk kenmerk mag maar één keer gebruikt worden.
Westblok
Oostblok
De meeste bedrijven zijn staatseigendom.
Iedereen is vrij om een politieke partij op te richten.
De overheid bepaalt de economie
In de meeste landen is sprake van vrijheid van meningsuiting.
Onderwijs en gezondheidszorg zijn gratis
Slide 43 - Sleepvraag
Combineer situatie met het juiste land
Crisis over de plaatsing van raketten vond plaats rondom dit eiland.
Tijdens de Koude Oorlog werd in dit land een muur gebouwd.
Perestrojka en glasnost betekende het einde van dit land.
Tussen 1948 en 1980 was Juliana koningin van dit land
Koningin Wilhelmina moest vluchtten naar dit land.
In dit land lagen veel vernietingingskampen, zoals Auschwitz.
Dit land was bondgenoot van de Geallieerden in de Eerst Wereldoorlog en vijand in de Tweede Wereldoorlog.
Dit land werd op 9 september 2001 aangevallen door terroristen.
Slide 44 - Sleepvraag
Wat wordt hier afgebeeld?
A
Het einde van de Koude oorlog
B
De vermindering van kernwapens
C
Het uiteenvallen van de Sovjet Unie
D
De eenwording van Duitsland
Slide 45 - Quizvraag
Hoe werden de economische hervormingen in de Sovjet-Unie in de tweede helft van de jaren '80 van de 20e eeuw genoemd?