11.4 Bloedplasma en bloedcellen

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
11.4 Bloedplasma en bloedcellen
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 38 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
11.4 Bloedplasma en bloedcellen

Slide 1 - Tekstslide

11.4 Leerdoelen en begrippen
Je leert wat de samenstelling is van het bloed.



bloedsamenstelling, bloedplasma, voedingsstof, afvalstof, cholesterol, rode bloedcellen, witte bloedcellen, (rode) beenmerg, stamcellen, hemoglobine, afweer, bloedplaatjes, bloedstolling, bloedarmoede, epo, diffusie, zuurstoftransport, koolstofdioxidetransport, waterstofcarbonaation (HCO3-), waterstofion (H+), bloedprop, stollingsfactoren, trombine, protrombine, fibrinogeen. fibrinedraden, bloedstolsel. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Rode bloedcellen
Zuurstoftransport:
  • Hemoglobine: rode kleurstof in rode bloedcellen
  • In hemoglobine zit ijzer
  • Zuurstof hecht aan het ijzer in hemoglobine

Slide 6 - Tekstslide

De rol van rode bloedcellen
Hemoglobine wordt afgekort tot Hb.

In je longen zal hemoglobine zuurstof binden:
Hb + O2 --> HbO2

 in je spieren juist loslaten:
HbO2 --> Hb + O2 








Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Rode bloedcellen
Rode bloedcellen hebben geen celkern! --> korte levensduur  (slechts 3-4 maanden) én kunnen niet meer delen. 

Ze worden afgebroken in de milt en lever. Ijzer uit hemoglobine wordt hergebruikt voor aanmaak nieuwe rode bloedcellen. 



Slide 9 - Tekstslide

Binas 84I

Slide 10 - Tekstslide

Aanmaak bloedcellen
De aanmaak van nieuwe rode bloedcellen vindt plaats in het rode beenmerg. 

Staat onder invloed van het hormoon EPO (wordt in de nieren gemaakt). 



Slide 11 - Tekstslide

Regeling
Hoe meer EPO --> hoe meer aanmaak rode bloedcellen. 

Als er zuurstoftekort is in het bloed maken de nieren meer EPO aan. 
Bloeddoping/ hoogtetraining.

Slide 12 - Tekstslide

Bloedarmoede
Te weinig rode bloedcellen. Dan kan het bloed onvoldoende zuurstof vervoeren. 

Oorzaken:
- Vaak ijzertekort (= tekort hemoglobine).
- Soms te weinig aanmaak bloedcellen (= tekort aan EPO).

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

CO2 afgifte (weefsel) BINAS 83E
Stap 1 
De CO2 die in de weefsels wordt geproduceert diffundeert naar het bloed. Daarna in de rode bloedcellen.
1

Slide 15 - Tekstslide

CO2 afgifte (weefsel)
Stap 2 
Deel van het CO2 bindt aan hemoglobine (Hb).

2

Slide 16 - Tekstslide

CO2 afgifte (weefsel)
Stap 3 
Deel van het CO2 reageert met H2O en wordt met behulp van een enzym omgezet tot HCO3- (waterstofcarbonaation) en H+ (waterstofion).

HCO3- diffundeert de rode bloedcel uit en wordt verder via het bloedplasma vervoerd.
3

Slide 17 - Tekstslide

CO2 afgifte (weefsel)
Stap 4
H+ bindt aan hemoglobine tot HbH.
Dit voorkomt dat het bloed te zuur wordt.




4

Slide 18 - Tekstslide

Zuurgraad bloed
De zuurgraad van de omgeving heeft invloed op de werking van enzymen en andere eiwitten. Daarom is het belangrijk dat de zuurgraad van bloed zo constant mogelijk blijft (pH 7,36-7,4).


Slide 19 - Tekstslide

CO2 afgifte (longen)

Afgifte van CO2 aan longen (uitademen):
1. HCO3- diffundeert de rode bloedcel in.
2. H+ en CO2 komen vrij.
3. H+ en HCO3- vormen H2O en CO2
5. CO2 diffundeert de cel uit, het bloedplasma in en richting het longblaasje.

Slide 20 - Tekstslide

Zet in de juiste volgorde
I: bloed vervoert HCO3- naar de longen
II: diffusie CO2 uit de weefsels naar de rode bloedcellen
III: enzym in rode bloedcellen zet CO2 om in H+ en HCO3-
IV: hemoglobine bindt H+ en HCO3- lost op in het bloedplasma

Slide 21 - Tekstslide

Antwoord
II, III, IV, I

Slide 22 - Tekstslide

Welke bloedcellen zien we hier?

Slide 23 - Tekstslide

Witte bloedcellen
(leukocyten)
Witte bloedcellen hebben een celkern. 
en zijn verschillend van vorm.

Bloedvaten vertakken zich tot hele dunne bloedvaten, de haarvaten. Een haarvat is maar 1 cel dik. 

Door hun vorm kunnen de witte bloedcellen gemakkelijk door piepkleine openingen in de wand van de haarvaten.




Als je een wondje hebt en er komen bacteriën of andere lichaamsvreemde ziekteverwekkers in je lichaam, dan komen de witte bloedcellen in actie.
Er zijn verschillende soorten witte bloedcellen. 
Deze hebben een verschillend taak.

Slide 24 - Tekstslide

Fagocytose
Door een fagocyt, meestal macrofaag  (een soort witte bloedcel)
Niet-specifieke afweer:  
het maakt niet uit welke ziekteverwekker / toxine het is

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Specifieke afweer

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Bloedplaatjes

Slide 29 - Tekstslide

Hoe geneest een wondje?
Bloedplaatjes zorgen voor bloedstolling

Slide 30 - Tekstslide

Bloedstolling

Slide 31 - Tekstslide

Stollingseiwitten: bloedeiwitten die een rol hebben bij bloedstolling
Bloedeiwitten die een rol bij bloedstolling hebben. 

Slide 32 - Tekstslide

Propvorming
Bloedstolling

Slide 33 - Tekstslide

Bloedstolling Binas lastig? Bekijk dan ook dit schema

Slide 34 - Tekstslide

Bloedplaatjes
- Stollen het bloed
- Te veel aan bloedplaatjes (trombose kan optreden)
- Te weinig aan bloedplaatjes (blijf je bloeden)

Slide 35 - Tekstslide

11.4 Leerdoelen en begrippen
Je leert wat de samenstelling is van het bloed.



bloedsamenstelling, bloedplasma, voedingsstof, afvalstof, cholesterol, rode bloedcellen, witte bloedcellen, (rode) beenmerg, stamcellen, hemoglobine, afweer, bloedplaatjes, bloedstolling, bloedarmoede, epo, diffusie, zuurstoftransport, koolstofdioxidetransport, waterstofcarbonaation (HCO3-), waterstofion (H+), bloedprop, stollingsfactoren, trombine, protrombine, fibrinogeen. fibrinedraden, bloedstolsel. 

Slide 36 - Tekstslide

HUISWERK 
Maak vragen van 11.4
Opdracht 46 t/m 59

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video